woensdag 16 augustus 2023

Hoe intuïtie in de Schaduw terechtkomt en er weer uit kan bevrijd worden

 

Hoe intuïtie in de Schaduw terechtkomt en er weer uit kan bevrijd worden


Intuïtie is een psychologische basisvaardigheid die in oorsprong bij alle mensen aanwezig is. Zonder het vermogen om intuïtief te denken en inzichten te ontvangen, was de mens nooit geëvolueerd tot de dominante diersoort op aarde. Met rationeel denken alleen, komen we immers regelmatig in de problemen. Wie hier voorbeelden van zoekt, moet zich maar verdiepen in de waslijst aan milieuproblemen die zijn ontstaan door louter te vertrouwen op rationele kennis in onze omgang met de aarde. Intuïtie vormt hiervoor het tegengewicht. Wat rationeel een goeie keuze lijkt, maar het om de een of andere reden toch niet is, kan door middel van een intuïtief aanvoelen doorprikt worden. Vaak komt daar nog een inzicht bij ‘uit de lucht vallen’ dat aangeeft waarom de ratio zich heeft vergist.

Hoe intuïtie werkt is niet zo eenvoudig om uit te leggen, al weet iedereen die heeft leren vertrouwen op zijn intuïtie hoe het aanvoelt. Onze intuïtie laat ons toe om alle relevante gegevens die uit verschillende bronnen komen, samen te voegen en in rekening te brengen om tot een besluit te komen waaruit een handeling voortvloeit.

Die verschillende bronnen zijn:

  • Kennis en ervaring die we in het verleden hebben opgedaan

  • Zintuiglijke indrukken die we al dan niet bewust registreren

  • Rationele kennis en redeneringen

  • Empathische indrukken, zoals datgene wat we aanvoelen dat in anderen omgaat

  • Andere buitenzintuiglijke informatie en flitsen van inzicht


Onze ratio alleen kan in de meeste gevallen louter rekening houden met wat uit zijn eigen bron komt en wat we bewust zintuiglijk ervaren. Al het andere wordt niet in rekening gebracht om tot een conclusie te komen.

Een intuïtieve inschatting die iedereen uit ervaring kent, is het gooien met een bal, een stok of een steen naar een bepaald doel, of met een prop papier naar de vuilnisbak. Rationeel weten we in de regel niet hoeveel ons projectiel weegt; we kunnen hooguit de afstand inschatten die het projectiel moet afleggen en het is louter de ervaring van vorige worpen die ons helpt om de kracht waarmee we gooien en de boog die we het projectiel laten afleggen in te schatten. Dit is hoe intuïtie werkt.

Mensen hebben miljoenen jaren moeten overleven in moeilijke en gevaarlijke omstandigheden. Onze intuïtie is samen met ons rationeel verstand van generatie op generatie verder ontwikkeld. In vergelijking met het gooien met een projectiel, hebben we keuzes moeten leren maken waarbij met nog veel meer factoren rekening moet gehouden worden dan het gewicht van een steen en de afstand tot een opdringerig dier dat we met die steen willen wegjagen.

Hoe schat je in of een bergroute veilig is of niet? Dit is afhankelijk van hoe het weer nu is en van het weer dat er nog aankomt, van de conditie van diegenen die de berg willen over geraken en van nog zoveel meer. Hoe groot is de kans om op een bepaalde plek voldoende voedsel te vinden en/of een veilige kampeerplek? Als je een groep vreemdelingen ziet aankomen, hoe veilig is het om hen te ontmoeten? Of is het beter hen te vermijden? Vaak genoeg moesten dergelijke beslissingen snel genomen worden en hingen leven en welzijn ervan af. Hoe beter de intuïtie, hoe meer kans op een veilige beslissing.


Een werkzame intuïtie behoeft wezenscontact. Via ons Wezen zijn we immers verbonden met de collectieve kennis die gezamenlijk is opgebouwd door alle mensen die ooit ervaring hebben opgedaan met leven en overleven op aarde. Anderzijds speelt de lengte van de reïncarnatiecyclus een belangrijke rol. Hoe langer iemand reeds aan het reïncarneren is, hoe zekerder die persoon nog steeds over de oorspronkelijke intuïtieve vermogens beschikt, waarbij de intuïtie nauw verweven is en nauw samenwerkt met het overlevingsinstinct. Indien Wezens die pas recent als mens op aarde zijn beginnen incarneren, terechtkomen in culturen waaruit intuïtie verdwenen blijkt te zijn, kunnen ze niet terugvallen op dat soort wezenlijke ervaring vanuit vroegere incarnaties.

Intuïtie kan overigens ook bestaan zonder contact met het overlevingsinstinct, alleen heb je daar in de praktijk niet zo veel aan. Je kan dan wel veel aanvoelen en veel inzichten hebben, maar indien deze je niet helpen om praktisch te overleven en om zinvolle keuzes te maken, dan is het nut ervan erg beperkt.

Elk mens die over voldoende wezenscontact beschikt en die via een voldoende lange reïncarnatiecyclus geworteld is in het aardse bestaan, beschikt in aanleg dus over een werkzame intuïtie die gekoppeld is aan het overlevingsinstinct.

Van hoe meer informatiebronnen de intuïtie gebruik maakt, hoe meer kans er ontstaat op een zinvolle keuze. Vandaar dat ook het wezenscontact en het vermogen om vanuit het tijdloze het tijdsgebondene te overzien zo belangrijk zijn. Daar komen die flitsen van inzicht vandaan die niet louter op zintuiglijke, rationele en ervaringsgebonden informatie gebaseerd zijn, maar die een zeer wezenlijk verschil uitmaken voor de te maken keuzes en de gevolgen die hieruit voortvloeien.

Een voorbeeld hiervan werd me verteld door een vrouw die door een samenloop van omstandigheden samen met een man afgezonderd geraakte van een grote groep met wie ze op stap waren. Ze maakten een lange wandeling door een afgelegen bos en waren nog een heel eind verwijderd van hun eindbestemming. De vrouw voelde zich zeer onveilig omdat ze intuïtief aanvoelde dat die man gevaarlijk was. Ze kreeg echter ook het inzicht om geen angst aan hem te tonen. Achteraf bleek dat de man in kwestie een seriemoordenaar was die meerdere vrouwen om het leven had gebracht en dat ze dus effectief aan een macaber lot was ontsnapt. Tijdens een gesprek dat ze met hem had toen ze hem later in de gevangenis opzocht, vertrouwde hij haar toe dat hij tijdens die wandeling had geweten dat ze hem doorhad, maar dat hij haar niets had aangedaan omdat hij haar moed en haar inzicht had geapprecieerd.

De intuïtie van die vrouw was gebaseerd op zijn lichaamstaal zowel als op de emotionele reacties die ze innerlijk had ervaren (maar niet had getoond). Daar bovenop kwam een wezenlijk inzicht met betrekking tot hoe ze zich moest gedragen om zoveel mogelijk kans te maken om de dans te ontspringen. Dit inzicht was mogelijk gebaseerd op vorige-levenservaringen of op wat ze via empathische weg oppikte met betrekking tot hoe die man zijn denkwereld functioneerde.


We worden echter collectief opgevoed om onze intuïtie te leren negeren, waardoor onze intuïtieve inzichten en kennis dezelfde weg afleggen als onze onderdrukte emotionele behoeften. Deze komen als het waren van achter het muurtje van bewuste censuur in het bewustzijn binnen sluipen en nemen de vorm aan van projecties of van psychosomatische klachten. Als intuïtie verplicht wordt diezelfde sluipweg te nemen, geraken intuïtieve inzichten vermengd met verdrongen emoties. Het gevolg hiervan is dat ‘een gevoel’ dat zich vanuit het onbewuste opdringt aan het bewustzijn, zowel een intuïtief inzicht kan bevatten, als een projectie van onderdrukte angsten of verlangens.

Om onze intuïtie de kans te geven zich opnieuw te ontplooien, is het leren maken van het onderscheid tussen inzichten enerzijds en verlangens en angsten anderzijds, een eerste voorwaarde. Hiervoor moeten we simpelweg onze zelfkennis in alle eerlijkheid uitbreiden tot niets van onze emotionele verlangens, behoeften en angsten ons nog vreemd is. Dan scheiden zich de wegen van intuïtie en projectie opnieuw en kunnen beide hun eigen herkenbare route naar het bewustzijn krijgen.


Voor wie van de eigen intuïtie is vervreemd, is het een belangrijke stap om de intuïtie van anderen te leren herkennen. Als twee mensen een verschillend gevoel krijgen over een ander mens, over een keuze of over een situatie, zijn er meerdere mogelijkheden:

1/ Beiden projecteren hun emotionele behoeften en geen van beiden heeft toegang tot zijn intuïtie.

2/ Eén van beiden heeft een intuïtieve indruk die achteraf juist blijkt te zijn en de ander zit ernaast wegens een emotionele projectie.

3/ Beiden hebben een intuïtieve indruk, maar pikken slechts een deel van een complexe realiteit op.


Wie van de eigen intuïtie is vervreemd, komt vaak met de tweede mogelijkheid in aanraking. Indien je in dat geval verkeert en je regelmatig contact hebt met iemand wiens intuïtieve indrukken keer op keer raak blijken te zijn, dan kan dit je helpen de stem van je eigen intuïtie te leren herkennen door je eigen ‘gevoel’ hieraan te toetsen. Vaak was er immers eerst een flits van intuïtie die echter bliksemsnel werd weggeredeneerd. Door dergelijke introspectie kan je tevens ontdekken welke route je gedachten afleggen in de ontkenning van de intuïtieve stem in jezelf.

Het is daarenboven nodig om uit te vissen waarom je bang of afkerig bent geworden van je intuïtieve indrukken. Meestal zit het antwoord op deze vraag verborgen in de thuissituatie waarin je bent opgegroeid en de waarden waarmee je bent opgevoed. Enkele voorbeelden:

  • Als je opgroeit in een emotioneel onveilig gezin, dan kan het als kind zodanig kwellend worden om telkens een voorgevoel te krijgen van de onredelijkheid die op je afkomt, dat je op den duur de intuïtieve indrukken die jou hiervoor waarschuwen zoveel mogelijk negeert.

Een copingstrategie die nog verder gaat is het systematisch verdringen van de herinneringen aan zowel de voorgevoelens als de daaropvolgende traumatische gebeurtenissen zelf. Dit gebeurt indien het in emotioneel opzicht totaal onleefbaar wordt om in het permanente besef te verkeren van het emotionele wespennest of de emotionele gevangenis waarin je opgroeit.

Het hebben van één of twee ouders op wie je niet kan rekenen en die uitblinken door een gebrek aan emotionele en/of materiële zorgzaamheid, staat vrijwel garant voor het systematisch uitbannen van zowel intuïtie als herinneringen, kort nadat de gebeurtenissen zich hebben voorgedaan.

In al deze gevallen verhuist het intuïtieve vermogen naar een innerlijke schaduwdeelpersoonlijkheid. Dit is niet zelden het archetypische Schaduwkind.

  • Een andere veelvoorkomende reden is dat een kind zijn intuïtie ontkent uit loyaliteit naar de ouders door wie het opgevoed wordt, indien deze ouders zelf bang zijn van hun intuïtie en louter en alleen op rationele keuzes vertrouwen.

Soms moet er een lange weg moet afgelegd worden, met veel zoeken en evenveel therapeutische verwerking, alvorens de intuïtieve vermogens terug een bewust inzetbare psychische vaardigheid worden. Dit gaat vrijwel altijd hand in hand met het ontwikkelen van een positief zelfbeeld en het bijbehorende zelfvertrouwen. Dit is immers nodig om te durven luisteren naar de stem van de intuïtie.


**********************************************************************************

Deze tekst vormt een hoofdstuk uit mijn boek 'De Integratie van de Schaduw'  (Karmische Psychologie, Deel 4: Aarde en Schaduw - Boek II; verschijnt ergens in 2023)

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten