zondag 5 augustus 2018

Seks en de behoefte aan lichamelijke intimiteit

Seks en de behoefte aan lichamelijke intimiteit

Seks tussen twee mensen, zonder lichamelijk contact is van nature niet mogelijk1. Lichamelijk contact zonder seks is daarentegen niet alleen van nature uit een dagelijks fenomeen, maar vormt tevens een menselijke basisbehoefte. Via lichamelijk contact drukken we genegenheid uit, acceptatie, vertrouwen, troosten en beschermen we elkaar. Lichamelijk contact is onlosmakelijk verbonden met veiligheidsgevoel en bijgevolg helpt het ons niet alleen om te aarden en een positief zelfbeeld op te bouwen, maar is het zelfs een voorwaarde om dit te kunnen.
Via lichamelijk contact geven we elkaar uiteraard ook andere boodschappen door, zoals kwaadheid of afkeer. Een terechtwijzing kan fysiek uitgedrukt worden, een bestraffing ook. Indien negatieve boodschappen lichamelijk worden uitgedrukt, komen ze veel sterker binnen. Maar de ergste manier om negatief bejegend te worden, is helemaal niet aangeraakt worden. Het besef dat iemand je te slecht of te vies vindt om aan te raken, wordt instinctief ervaren als het equivalent van een doodvonnis. Als zoogdieren voelen dat een jong niet levensvatbaar is, laten ze het immers aan zijn lot over om te sterven. Mensen en sommige mensapen vormen hier uitzonderingen op, maar lang niet altijd. Daarenboven is uitgestoten worden de oudste vorm van ter dood veroordeeld worden. Een uitgestotene was automatisch onaanraakbaar. Niet aangeraakt worden, roept bijgevolg een oeroud instinctief besef op dat het leven voor jou geen betekenis meer heeft en ten einde loopt.
Via aanraking geven we ook het verlangen naar seksuele intimiteit door. Mensen die lijden onder een gebrek aan aanraking, verlangen hierdoor vaak sterk naar seks, niet omwille van de seks zelf, maar louter om aangeraakt te worden en te mogen aanraken. Hierdoor ontstaat een verstrengeling tussen de behoefte aan lichamelijk contact en de behoefte aan seks. Deze is het gevolg van verwarring en die verwarring is ontstaan vanuit het trauma van onvoldoende lichamelijk contact te mogen ervaren. Dergelijke mensen aarden ook alleen maar via het beleven van seks, voelen zich alleen dan aanvaard en verbonden. Dit kan tot een seksverslaving leiden die in essentie niets met seks zelf te maken heeft maar alles met de behoefte om het trauma te compenseren dat is ontstaan als gevolg van onvoldoende lichamelijk contact. Gebeurt dit niet, dan voelen deze mensen zich buitengesloten en angstig. Omgekeerd leidt aangeraakt worden bij hen tevens automatisch tot seksuele verlangens. Hierdoor ontstaat een vicieuze cirkel die de onnatuurlijk sterke verstrengeling van die twee behoeften telkens weer bevestigt.
Wie met gebrek aan lichamelijk contact is opgegroeid, verlangt niet alleen heel sterk naar aanraking, maar is er meestal ook zeer bang voor. Die angst bestaat vooral ten opzichte van de emoties die loskomen indien deze getraumatiseerde behoefte eindelijk in vervulling gaat.

Wat hierboven beschreven wordt, vormt één uiterste van een gans spectrum. Aan het andere uiterste vinden we mensen die van kinds af aan voldoende lichamelijke intimiteit hebben ervaren, waarbij er ook steeds voldoende respect was. Voor hen is er een duidelijk onderscheid tussen seksueel geladen aanrakingen en het fysiek uitdrukken van contact, liefde en andere gevoelens. De meeste mensen zitten ergens tussenin. Veel mensen maken immers een levensfase door waarin ze plots minder aangeraakt worden. Dit overkomt bv veel jongens in de puberteit, die plots minder geknuffeld worden door hun vrouwelijke familieleden, omwille van een verondersteld seksueel taboe. Anderen worden als baby fysiek vertroeteld, maar moeten al tijdens de kleutertijd met minder lichamelijke aandacht leren leven.

De grens tussen intiem lichamelijk contact dat louter in functie staat van de contactbehoefte en seksueel geladen lichamelijke intimiteit is geen vastliggend gegeven. Waar die grens ligt, hangt af van situatie tot situatie en van mens tot mens. Het is een kwestie van aanvoelen en respecteren.
Maar indien twee mensen met een verschillende nood aan aanraking lichamelijk contact met elkaar maken, kan er een sterke verwarring ontstaan wat betreft de betekenis hiervan. Wat voor de een een hartversterkende knuffel is, kan bij de ander een sterke seksuele opwinding te weeg brengen. Aan dit gegeven zijn al veel intieme relaties kapot gegaan.
Mensen die getraumatiseerd zijn door het gebrek aan lichamelijk uitgedrukte affectie in hun jeugd, hebben feitelijk nood aan actieve vormen van therapeutische begeleiding waarbij ze eerst leren om op een fysieke manier affectie uit te drukken alvorens ze zich in een seksuele relatie begeven. Alleen hierover praten helpt niet. Via groepssessies leren aanraken en aangeraakt worden en de emoties verwerken die hierdoor losgemaakt worden, is noodzakelijk.
In de praktijk gebeurt echter systematisch het omgekeerde: eerst komt de seksuele relatie en pas na verloop van tijd volgt het besef dat er een probleem is. Een kleine minderheid van de mensen met dit probleem, pakt het ook daadwerkelijk aan. En veel mensen met dit probleem willen niet eens beseffen dat ze een probleem hebben.
Decennia lang werd er in de westerse wereld in een opvoedingssysteem geloofd dat ervan uit ging dat kinderen konden geconditioneerd worden tot assertieve volwassenen door hen vanaf hun geboorte gewoon te maken aan zo weinig mogelijk lichamelijk contact. Het gaat om een volkomen tegennatuurlijk, maar het werd (en wordt) desondanks heel frequent in de praktijk gebracht.
Een extreem voorbeeld hiervan was een vrouw die in de jaren vijftig van de vorige eeuw vijf kinderen op de wereld zette en hen zelfs als baby nooit op de arm nam om het te voeden. Onnodig lichaamscontact met haar kinderen vond ze respectloos. Ze kregen hun papfles opgerold in een dekentje naast zich gelegd, met de speen in de mond. Al deze kinderen groeiden op tot volwassenen met een verstoord lichaamsbewustzijn, een gefrustreerde behoefte aan lichaamscontact en verwarring met betrekking tot seks en lichamelijke intimiteit.

Het gevolg hiervan is dat een groot percentage van de westerse mensen getraumatiseerd is op dat vlak. Het besef dat het ook daadwerkelijk om een trauma gaat, dringt maar heel langzaam door. Bijgevolg lijden heel veel mensen onder de emotionele verwarring die gepaard gaat met een onnatuurlijk sterke verstrengeling tussen de behoeftes aan seks en aan lichamelijk contact. De patriarchale maatschappij draagt evenmin bij tot dit besef: vele generaties van getraumatiseerde mannen hebben zich het recht toegeëigend om onbeperkt seks te eisen van hun partners, ter compensatie van hun gebrek aan liefdevolle aanrakingen uit hun jeugd.
Respectvolle seks tussen mensen is pas mogelijk indien aan de behoefte aan intiem lichamelijk contact dat niet in functie van seks staat, is voldaan. Indien er trauma’s op dat vlak bestaan, komt elke seksuele relatie hierdoor vroeg of laat onder druk te staan, zelfs deze die gebaseerd zijn op een even grote behoefte aan compensatie bij beide partners.

1 Voor het gemak en omdat het in het kader van dit hoofdstukje niet relevant is, negeer ik hier het bestaan van cyberseks.

*****

Deze tekst vormt een hoofdstuk uit Karmische Psychologie, Deel 3: Relaties, Seksualiteit en Opvoeding.  Aan dit manuscript wordt nog volop gewerkt.