zaterdag 17 maart 2018

Het opvoeden van hoogsensitieve kinderen

Het opvoeden van hoogsensitieve kinderen

Bij hooggevoelige kinderen manifesteren zich van in het prille begin twee persoonlijkheidskernen: de wezenlijke en de persoonlijke. Vanuit zijn wezenlijk bewustzijn reageert een hoogsensitief kind volkomen anders dan vanuit zijn ik-bewustzijn. Dit heeft belangrijke consequenties voor de opvoeding. Bij kinderen met een gewone gevoeligheid domineert de ik-persoonlijkheid. Hun wezenlijke kern is soms wel zichtbaar, maar vertaalt zich niet of nauwelijks in hun reacties en gedragingen. Zij zijn veel kneedbaarder en kunnen gemakkelijker gesust worden. Hen opvoeden is bijgevolg veel eenvoudiger.
Hooggevoelige kinderen worden reeds vanaf hun prille babytijd gedomineerd door hun wezenlijke persoonlijkheidskern. Van zodra ze wakker zijn kijken ze zeer helder in het rond en willen ze meer dan hun jonge lichaampje reeds kan. Ze vatten ook meer dan waaraan ze
uitdrukking kunnen geven. Enerzijds zijn dergelijke kinderen daardoor vaker gefrustreerd dan gemiddeld, anderzijds spreiden ze een enorme ontwikkelingsdrang tentoon. Ze willen overal bij zijn, alles zien en
alles horen.
Uiteraard wordt dit afgewisseld met fasen waarin ze net als andere
kinderen functioneren en overheerst worden door datgene waar hun
lichaam aandacht voor vraagt: honger, dorst, vermoeidheid, ongemakken. Hun aan het lichaam gebonden ik-bewustzijn is weliswaar niet dominant, maar dat wil niet zeggen dat het zich niet kan laten gelden. Vermoeide hooggevoelige kinderen zijn daarin niet anders dan andere kinderen, maar tegen die vermoeidheid vechten ze in de regel wel meer en langer.
Door de frequente manifestaties van hun volwassen wezenlijke kant zoeken ze systematisch ervaringen op die voorbij de grenzen liggen van wat ze in het kader van hun lichamelijke, emotionele en intellectuele ontwikkeling aankunnen. Dit is niet alleen vaak frustrerend maar ze confronteren zichzelf met een overmaat aan prikkels die ze daarenboven minder goed aankunnen dan andere kinderen omdat ze dankzij hun hoogsensitiviteit veel intenser op alles reageren.
Het gevolg hiervan is dat ze zich gedurende de dag afwisselend zeer extravert opstellen en zeer introvert. Tijdens de introverte fasen hebben ze zeer veel bescherming, emotionele veiligheid en voorspelbaarheid nodig. Veel hoogsensitieve kinderen evolueren na enkele jaren tot pseudo-autistjes die bang zijn voor nieuwe situaties en absoluut niet communiceren met onbekende mensen, maar die in het gezelschap van de mensen bij wie ze zich veilig voelen niet gauw genoeg krijgen van nieuwe en grensverleggende ervaringen.
De grootste moeilijkheid is de vaak zeer grote discrepantie tussen wat ze kunnen en aankunnen, tussen hun sociale rijpheid en hun kinderlijk onvermogen om de bijbehorende emoties te verwerken, tussen hun
intellectueel en spiritueel inzicht en hun kinderlijke, emotionele
onrijpheid.
Hooggevoelige kinderen hebben zonder uitzondering meer aandacht nodig dan gemiddeld, intensere begeleiding in het naar buiten komen met zichzelf en in het omgaan met maatschappelijke situaties. Ze
hebben veel langer dan gemiddeld de behoefte aan emotionele veiligheid, maar tezelfdertijd veel sneller nood aan verantwoordelijkheid en uitdagingen.
Hooggevoelige kinderen die van zodra ze kunnen praten diepzinnige vragen stellen over de dood of over de zin van het leven zijn geen uitzonderingen. Met kluitjes in het riet en kinderverhaaltjes kun je je er als volwassene niet vanaf maken bij hen. Sociaal gevoelige situaties zoals spanningen tussen de ouders, zieke mensen in de familie of vriendenkring, scheidingen of andere grote-mensenproblemen houden hen bezig tot ze er een bevredigend inzicht in krijgen. De moeilijkheid is om als ouder voldoende informatie en inzichten mee te geven om hun wezenlijke kant te bevredigen en daarin toch niet te ver te gaan omdat hun kinderlijke ik-persoonlijkheid in emotioneel opzicht lang niet alles aankan wat ze koste wat kost willen weten.
Hooggevoelige kinderen moeten niet alleen in dat opzicht tegen zichzelf beschermd worden. Ook als het gaat om hun tijdsbesteding neigen velen onder hen ertoe over hun eigen grenzen te gaan. Ze plannen van alles en nog wat zonder rekening te houden met hun emotionele kwetsbaarheid en met de tijd die ze nodig hebben om weer tot zichzelf te
komen nadat ze veel prikkels te verwerken hebben gekregen. Of ze doen het tegenovergestelde: ze zijn zodanig gericht op prikkelvermijding dat ze nauwelijks iets doen waar ze echt deugd van hebben. Hen helpen om het evenwicht te vinden tussen dingen doen die hen in hun sociale en creatieve ontwikkeling stimuleren en tijd nemen om tot rust te komen vormt een belangrijk aspect van hun opvoeding.
Bij het leren omgaan met hun eigen grenzen, die in de regel totaal afwijken van die van hun leeftijdsgenoten, hoort het aanreiken van kaders en rituelen. Maar zichzelf onderwerpen aan een strikte planning botst bij velen met hun wezenlijke eigenwijsheid, terwijl ze er zich wel beter bij voelen. Op tijd naar bed gaan, op regelmatige tijdstippen eten, tijd vrij maken voor lichaamsbeweging in de buitenlucht, op tijd en stond iets creatiefs doen waarbij ze niet tezelfdertijd met allerlei onnodige prikkels overladen worden zijn veel voorkomende onderwerpen waar vroeg of laat een strijd rond ontstaat.
Enerzijds zijn hooggevoelige kinderen dus zeer veeleisend qua tijd en energie die ze vragen in hun opvoeding, anderzijds zijn het enorm dankbare kinderen juist omwille van hun sociale vaardigheden, creativiteit, quasi-volwassen inzichten en niet in het minst vanwege de zeer intense emotionele wisselwerking die je met hen hebt. Elk hooggevoelig kind heeft zijn eigen unieke handleiding, die je als ouder gaandeweg ontdekt. Wat voor de een werkt, werkt niet noodzakelijk voor de ander. Er zijn hooggevoelige kinderen die zeer goed functioneren met de strikte kaders die ook voor autistische kinderen ideaal zijn.
Anderen hebben juist baat bij een soepele omgang met de leefregels waaraan ze onderworpen worden. Heel wat hooggevoelige kinderen hebben meer slaap nodig dan gemiddeld, andere net minder. Maar eens je als ouder de specifieke handleiding van jouw hoogsensitief kind door hebt en systematisch toepast, voelen ze zich veilig en geborgen. Dit geeft hen de kans zich te ontwikkelen in de richting die zich via hun wezenlijke inspiratie aan hen kenbaar maakt.
Wat dat betreft zijn er veel hooggevoelige kinderen die meerdere interesses hebben en dus heel wat keuzemogelijkheden als het aankomt op studies, hobby’s en later op jobs. Bij andere manifesteert er zich vroeg of laat één specifieke richting. Hoe dan ook kan je hooggevoelige
kinderen maar beter niet stimuleren om hobby’s of studies te doen waar ze in wezen een weerstand tegen voelen. Wat dat betreft zijn ze absoluut niet kneedbaar. Ze vervellen op slag tot rebellen of ze worden vreselijk depressief. Als ze niet (of nog niet) weten wat ze willen, rest je als ouder maar één mogelijkheid: geduldig afwachten tot ze zelf hun richting ontdekken. Al wat je hen opdringt of oplegt is gedoemd om te mislukken. Doordat het wezenlijke op het persoonlijke domineert, is de invloed van wat van binnenin komt altijd sterker dan wat van buitenaf komt. Opvoeding komt nu eenmaal van buitenaf, wezenlijke
inspiratie van binnenin.
Veel hooggevoelige kinderen zetten ondanks hun grote emotionele kwetsbaarheid vroeger dan gemiddeld hun eerste stappen in het openbaar leven. Dit gebeurt als gevolg van sociaal engagement, of dankzij hun creativiteit. Anderen wachten net veel langer dan gemiddeld en blijven bv zeer lang studeren om op die manier het innemen van hun plek in de maatschappij uit te stellen. Maar beide uitersten hebben wel gemeen dat ze in emotioneel opzicht veel langer kind blijven dan gemiddeld en dus veel langer nood hebben aan emotionele veiligheid en steun van hun ouders. Enkel door hieraan gehoor te geven, geef je hen wat ze nodig hebben. Doe je dat niet, dan zoeken ze die veiligheid bij een ander en duurt het veel langer eer ze in emotioneel opzicht op eigen benen komen te staan. Surrogaatouders kunnen immers zelden op een bevredigende wijze hun echte ouders vervangen. Doe je dat wel, dan ontwikkelen ze zich op hun eigen tempo tot zeer zelfstandige, emotioneel volwassen mensen. 

*****

Dit is een hoofdstuk uit het boek 'Hoogsensitief - Anders Bekeken', ISBN 978 90 77101 100
© 2016.


 

woensdag 14 maart 2018

Hoogsensitief - Anders Bekeken (Aanvulling ): Controlearts stress

Controlearts stress

Heel wat hooggevoelige mensen lopen vroeg of laat tegen een burnout aan en worden daardoor tijdelijk of langdurig werkonbekwaam. Vooral de meer extraverte types zijn hier kwetsbaar voor omdat ze zich intens sociaal engageren. In combinatie met hun hoogsensitiviteit leidt dat in de regel tot meer verantwoordelijkheid op zich nemen dan ze op lange termijn kunnen blijven volhouden, zich onmisbaar maken in hun job (of binnen de organisatie waarin ze actief zijn) en zeer veel overprikkeling op hun hals halen. Doordat er uiteraard ook positieve aspecten zijn aan die situatie houden ze het vaak lang vol: het geeft namelijk een wezenlijke voldoening om zinvol bezig te zijn door anderen te helpen. Maar na de burnout komt er een periode van heroriëntatie, van het leren kennen van de eigen kwetsbaarheid en grenzen, het leren omgaan met de beperkingen én de mogelijkheden van hun hoogsensitiviteit. Het gevolg is dat velen simpelweg niet naar hun oude job terug kunnen keren omdat ze dankzij die zoektocht leren hoe ze met zichzelf moeten omgaan om niet te hervallen, terwijl de vroegere werksituatie zich absoluut niet leent voor het vinden van evenwicht tussen engagement en zichzelf beschermen tegen overprikkeling en zich overwerken. Uit een burnout klauteren heeft veel gemeen met het overwinnen van een depressie. Cruciaal hierbij is dat men zich leert te focussen op wat wel kan, wat wel goed is, wat positief aanvoelt, op datgene waar men energie van krijgt. Door de aandacht te verleggen naar hoe men op basis van de eigen kwaliteiten in het leven kan staan – en moet staan om het vol te kunnen houden op lange termijn – komt men terug in een positieve gemoedstoestand en begint de levensenergie opnieuw te stromen. Maar net als na een depressie, heeft men na een burnout een verhoogde kwetsbaarheid ten opzichte van de prikkels die aan de basis lagen van de psychische overbelasting. Een terugval ligt om de hoek te kijken van zodra men afwijkt van het nieuw ingeslagen pad, van zodra men in de oude gewoontes terugvalt. Dat laatste is nu echter precies waarop controleartsen, werkloosheidsinspecteurs en werkwinkelconsulenten zich op focussen: herintegratie in het arbeidscircuit. In eerste instantie wordt die reïntegratie eenvoudigweg gezien als zo snel mogelijk weer terug aan het werk gaan in de vroegere job. Voor redelijk wat mensen vormt het in dat geval een oplossing om deeltijds te gaan werken in plaats van voltijds, maar voor de meesten is dit de kortste weg naar de terugvallen in een toestand van burnout of depressie. Het is moeilijk om aan werkloosheidsambtenaren en vooral aan controleartsen duidelijk te maken hoe de vork precies in de steel zit en waarom men eenvoudigweg niet terug kan naar hoe het vroeger was. Het gevolg hiervan is een stressvolle zoektocht naar attesten van specialisten die hen wel ernstig nemen. Dit maakt echter dat men zich volledig moet focussen op alles wat niet gaat, wat men niet kan, wat er mis is gelopen in het verleden en opnieuw mis kan lopen in de toekomst. Hierdoor raakt men de voeling kwijt met de positieve stroom die men vaak met veel tijd en moeite heeft opgebouwd. Voor de meeste mensen die zich in die situatie bevinden leidt een nakende confrontatie met een controlearts daarom op zich reeds tot een terugval in de oude problemen.

Een bijkomend probleem is dat hoogsensitieve mensen in de regel een zeer frisse uitstraling behouden ondanks dat ze zich beroerd voelen. Dit alles maakt op de controlearts de indruk alsof ze zo weer aan het werk kunnen maar het niet willen. Dit alles is het gevolg van het feit dat onze maatschappij een probleem heeft: een eenzijdige fixatie op prestatiedruk in van prikkels vergeven omstandigheden. Alleen daardoor komt het dat hoogsensitiviteit op weg is om als een psychiatrische stoornis beschouwd te worden. Alleen door de ontmenselijking van de doorsnee werkomstandigheden ontstaan er bij veel hoogsensitieve mensen problemen zoals burnouts op het werk. Het terug ‘vermenselijken’ van de samenleving en zeker van de werkomstandigheden zou anderzijds niet alleen voor hoogsensitieve mensen zeer heilzaam zijn.

*****

Deze tekst vormt een aanvulling bij het boek Hoogsensitief - Anders Bekeken (isbn 9789077101100)