maandag 25 juni 2018

Hoogsensitiviteit en anorexia


Hoogsensitiviteit en anorexia
(Hoogsensitief - Anders Bekeken, Aanvulling 14)

Anorexia nervosa, zoals dit gedrocht van een naam in zijn totaliteit luidt, ontstaat meestal tijdens de puberteit of de vroege adolescentie bij hooggevoelige en / of getraumatiseerde mensen. Dit problematische eetgedrag, waarbij elke hap met tegenzin en pas na langdurige mentale afwegingen wordt binnengewerkt, kan leiden tot fysieke uitputting, kwalitatieve ondervoeding, groei- en ontwikkelingsstoornissen, levenslange handicaps en bij sommigen leidt deze magerzucht zelfs tot hun dood. En toch gaat het in de eerste plaats om een overlevingsstrategie. Datgene wat men probeert te overleven zijn extreme en onhanteerbare emoties.
Hoogsensitieve en getraumatiseerde mensen hebben één zaak gemeen: ze zijn veel sneller onderhevig aan prikkels die hen in emotionele zin onderuit halen dan hun gemiddelde medemensen. De combinatie van hoogsensitiviteit en traumatisering komt overigens vrij vaak voor. In dit geval verdubbelt het ene probleem het andere. Bij hoogsensitiviteit is de emotionele heftigheid van een situatie de trigger die de emoties op hol kan doen slaan. Daarbij maakt het niet uit of het om aangename of onaangename ervaringen gaat: de overprikkeling en de bijbehorende hevige emoties overspoelen het bewustzijn terwijl andere mensen met dezelfde sensaties schijnbaar moeiteloos weten om te gaan. Dit leidt vaak tot schaamte, minderwaardigheidsgevoelens en zich gemakkelijk terugtrekken uit het openbaar leven. Bij velen leidt het tot een bittere strijd tegen hun emoties, waarbij de pogingen om de emoties toch onder controle te krijgen steeds extremere vormen aannemen. Eén van de methodes hierbij is de verschuiving van het probleem naar een thema dat er vlak naast ligt: eten. Onze behoefte aan eten grenst op een natuurlijke manier aan onze emotionele behoeften. Als zuigeling betekent de borst krijgen zowel troost als eten. Deze verwevenheid blijft ook in het volwassen brein bestaan. Door nu de behoefte aan eten (die gelinkt is aan emotionele troost) onder controle te brengen, proberen heel wat chronisch overprikkelde hooggevoelige tieners hun emoties onder controle te krijgen.
In het geval van traumatisering zijn de triggers die heftige emoties uitlokken gelinkt aan de traumatische gebeurtenissen. Alhoewel er een duidelijk detecteerbare logica achter schuilt, zijn de emotionele uitbarstingen die er het gevolg van zijn totaal onbegrijpelijk voor de buitenwereld. Gevolg: schaamte, een negatief zelfbeeld, zich terugtrekken uit het openbaar leven en / of steeds hardnekkiger wordende pogingen om die vermaledijde emoties toch onder controle te krijgen. Ook getraumatiseerde mensen gebruiken de extreme controle over hun voeding vaak als plaatsvervangend mechanisme hiervoor. Een voorbeeld:
Een vrouw die in haar tienertijd werd verkracht had chronisch last van eetstoornissen. Deze ontstonden vaak tijdens of in reactie op een fietstocht. Fietsen lokte emotionele stress uit, omdat de verkrachting had plaatsgevonden tijdens een fietstocht met vrienden waarbij ze achterop was geraakt na een plaspauze.

Tegenover de buitenwereld ontstaat er al snel een gevecht omtrent eten, waarbij de anorexialijder koppig weigert wat de tegenpartij haar of hem opdringt. In psychologische zin draait dit gevecht echter niet om voeding maar om emotionele zelfbeschikking. Anorexiapatiënten willen niet dat de acties en woorden van andere mensen ongewenst hun emoties bepalen. In plaats van te leren omgaan met de triggers die de emoties uitlokken, wil men van de buitenwereld afdwingen dat deze triggers verdwijnen. Het afleiden van de aandacht naar een ander probleem, dat ze zelf creëren en dus zelf onder controle hebben, is hierbij het werkzame mechanisme.
Aan dit alles hangt een duidelijke symboliek vast: ‘jij zult mijn emoties niet bepalen’ vertaalt zich in symbooltaal tot ‘ik slik niet wat jij van me denkt, me aandoet of aan me opdringt’. En dit vertaalt zich in geen hap meer door de keel weten te slikken, vooral niet indien deze je door een ander wordt opgedrongen.
Eens dit zichzelf voedende mechanisme op volle toeren draait, wordt er steeds meer psychologische brandstof aan toegevoegd. Nieuwe problemen die al dan niet het gevolg zijn van de anorexia, worden op dezelfde manier aangepakt: de emoties die eruit voortvloeien, worden onder controle gebracht via het gevecht om het recht op niet of nauwelijks eten.
Een andere bron die het probleem voedt en dat in sommige gevallen het ontstaan ervan sterk in de hand heeft gewerkt, is het bestaan van vorige-levenstrauma’s waarin honger of uithongering een belangrijke rol heeft gespeeld. Voorbeelden hiervan zijn:
Tijdens een vorige incarnatie sterven aan de gevolgen van een hongerstaking;
Door uitputting en uithongering sterven in een concentratiekamp.
Een uitputtend gevecht moeten leveren om de voedselvoorschriften en -taboes van een bepaalde cultuur of godsdienst te kunnen naleven.
Een concreet voorbeeld:
Bij een vrouw met een eetstoornis bleek deze gelinkt te zijn aan een vorige-levenstrauma dat ze had opgelopen tijdens de tweede wereldoorlog. Tijdens een periode van opsluiting en dwangarbeid werden zij en haar lotgenoten niet alleen uitgehongerd maar tevens gebeurde dit op een mensonwaardige manier: er werden hun af en toe wat broodkorsten toegegooid waarna er een gevecht uitbrak tussen de gevangen om er een te bemachtigen. De vrouw uit dit voorbeeld weigerde hieraan mee te doen. Ze beschouwde dit terecht als mensonwaardig gedrag en weigerde zich op die manier te laten ontmenselijken door hun bewakers. Op die manier werd de discipline om niet toe te geven aan de hunker naar eten gelinkt aan het behoud van zelfrespect en wezenscontact. Dit versterkte de oorzaken van haar anorexia die uit haar huidige leven stamden, namelijk een erg heftige emotionaliteit ten gevolge van hoogsensitiviteit in combinatie met een opvoeding die haar dwong om quasi stoïcijns door het leven te gaan.

Overigens ontstaat er veel vaker problematisch eetgedrag zoals overdadig snoepen, ongezond en chronisch te veel eten of zelfs boulimie in reactie op een mislukte poging om de emoties via weinig of niet eten onder controle te krijgen, dan dat het leidt tot anorexia. Evengoed kunnen deze eetstoornissen – die uiterlijk tegenovergesteld zijn aan anorexia, maar door dezelfde innerlijke drijfveren gevoed worden – een reactie zijn op vorige-levenstrauma’s waarin uithongering een grote rol speelde.
Een voorbeeld hiervan was een man die telkens hij angstig werd en hierdoor emotioneel over zijn toeren ging, zich te buiten ging aan chocolade en koekjes. Tezelfdertijd was hij enorm bang om zonder eten te vallen. Dat laatste was gelinkt aan diverse vorige-levenstrauma’s waarbij hij erge honger had geleden.

Getraumatiseerde mensen die genezen van hun anorexia, kunnen in heel wat gevallen voor de rest van hun leven terugvallen op een gezond eetpatroon. Hoogsensitieve mensen die hun anorectisch gedrag weten te doorbreken, blijven daarentegenvaak hun hele leven moeilijkheden ondervinden. Bij emotionele overprikkeling komt het onvermogen om te eten nu voort uit een lichamelijke reflex. De maag weigert eten te verteren, de slokdarm verkrampt waardoor slikken onmogelijk wordt en eten wordt elke keer weer bemoeilijkt door misselijkheid. Ze willen wel eten, maar het lukt gewoon niet. Eerst emotioneel volledig tot rust komen is een voorwaarde om deze lichamelijke reflexen voldoende tot bedaren te brengen om toch weer voedsel tot zich te kunnen nemen.
Het verschil met anorexia in reactie op traumatisering is dat in dat laatste geval de triggers die de heftige emoties veroorzaakten, volledig geneutraliseerd kunnen worden met behulp van therapie. Twee voorbeelden:
Een vrouw ontwikkelde tijdens haar tienerjaren anorexia in reactie op de emoties die tijdens haar kinderjaren werden uitgelokt doordat ze bij haar vader al te vaak werd blootgesteld aan porno- en geweldfilms. Een tweede bron van onverdraaglijke emoties werd gevormd door een vorige-levenstrauma dat zich afspeelde tijdens de tweede wereldoorlog. Toen stierf ze na veel ontberingen, emotionele en fysiek ellende van honger en uitputting. Haar verstoord eetgedrag kon blijvend doorbroken worden met veel geduld en therapie,
Een andere vrouw ontwikkelde anorexia tijdens haar adolescentie. In haar geval werd de voornaamste bron van emoties die ze hiermee onder controle probeerde te houden gevormd door alles wat ze bij andere mensen aanvoelde en niet kon verwerken, als gevolg van haar hoogsensitiviteit. Na enkele jaren wist ze met veel zelfdiscipline haar weigering om te eten te doorbreken, maar ze bleef uiteraard extreem hoogsensitief en tijdens periodes van heftige overprikkeling weigerde haar lichaam elk voedsel, ook al had ze de bewuste wil en motivatie om te eten.

De triggers die overprikkeling (en de heftige bijbehorende emoties) bij hoogsensitieve personen veroorzaken zijn niet alleen alledaags maar ook veelvuldig aanwezig in de realiteit. Ze kunnen nooit een leven lang vermeden worden en herprogrammatie van de reacties erop is niet aan de orde. Er is immers geen sprake van een verkeerde programmatie maar van een manier van functioneren die inherent is aan hun hoogsensitieve persoonlijkheid.
In de praktijk is dit onderscheid niet altijd even duidelijk. Heel wat getraumatiseerde mensen zijn tezelfdertijd hoogsensitief en niet alle trauma’s worden zodanig volledig verwerkt dat de triggers niet langer tot heftige emoties leiden.

Als hoogsensitief mens hoef je overigens geen anorexia te ontwikkelen om chronisch moeite te hebben met eten.
Dit was bv het geval voor een hooggevoelige vrouw die hoegenaamd geen aanleg had tot anorexia, boulemie of wat dan ook, daarvoor leefde ze te graag en genoot ze te veel van eten en drinken. Maar tijdens de veelvuldig terugkerende periodes van emotionele overprikkeling en de bijbehorende stress, weigerde haar maag telkens weer alle voedsel. Het enige wat ze kon doen was wachten tot de stress was gezakt en dan pas kon ze weer eten. 



*****

Deze tekst vormt een aanvulling op 
mijn boek Hoogsensitief - Anders Bekeken; isbn 9789077101001,  die zal opgenomen worden in de volgende druk.
 

zaterdag 2 juni 2018

De invloed van de hormonale cyclus bij hoogsensitieve vrouwen


De invloed van de hormonale cyclus bij hoogsensitieve vrouwen
(Hoogsensitief – Anders Bekeken, aanvulling 13)

Voor de mannelijke helft van de wereldbevolking is de invloed van de hormonale cyclus op het mentaal en emotioneel functioneren van vrouwen een groot raadsel. Hiervoor zijn meerdere redenen, waarvan de belangrijkste wellicht bestaat uit het feit dat we al meer dan tienduizend jaar in een patriarchale maatschappij leven, een samenleving die gedomineerd wordt door mannen en waarbij alles wat typisch vrouwelijk is als onbelangrijk beschouwd wordt. Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw is er op dat vlak weliswaar reeds veel veranderd, maar het feit dat één van de weinige dingen die een vrouw echt van een man onderscheiden nog steeds zowel een taboe-onderwerp is als iets wat vooral onbegrepen is – en waar tegenover bovendien veel onbegrip bestaat - illustreert dat we nog lang niet op een evenwichtspunt zijn aanbeland waarin mannen en vrouwen elkaar als evenwaardig behandelen.
Het stadium waarin de zogenaamde emancipatie van de vrouw momenteel is aanbeland, lijdt onder de verwarring tussen het opheffen van kunstmatige rollenpatronen en het wegmoffelen van natuurlijke verschillen tussen mannen en vrouwen. Het wegwerken van de kunstmatige verschillen die teweeg gebracht worden door de rollenpatronen die patriarchale maatschappij aan zowel mannen als vrouwen heeft opgedrongen, is terecht. Het wegmoffelen van de natuurlijke verschillen in functioneren en kwetsbaarheid, ten einde te kunnen bewijzen dat vrouwen op precies dezelfde manier kunnen functioneren als mannen, is een nieuw onrecht bovenop het oude.
Wat hierbij geen onbelangrijke rol speelt is het feit dat vrouwen veel meer pijn kunnen verdragen dan mannen. Bevallen is immers zodanig pijnlijk dat vrouwen met een even lage pijntolerantie als de gemiddelde man eerder zeldzaam zijn. Dit is het gevolg van duizenden jaren natuurlijke genetische selectie. De pijn en het ongemak die in de aanloop tot de menstruatie door een groot percentage van de vrouwen wordt ervaren, wordt onderdrukt, zonder klagen ondergaan en stilgezwegen omwille van het masculiene waanidee dat dit de evenwaardigheid tussen man en vrouw in de weg zou staan. De meeste vrouwen doen dit met behulp van de hoge pijntolerantie die hen eigen is.

Wat ik meen te begrijpen is dat er tijdens de menstruatiecyclus twee belangrijke pieken zijn die elkaar cyclisch afwisselen:
Het eerste hoogtepunt treedt op rond de periode van de eisprong en gaat gepaard met een toegenomen zelfvertrouwen en mentaal evenwicht. Tijdens die dagen bevindt zich niet alleen de mentale controle op zijn hoogtepunt, maar tevens de uitvoerende creativiteit. Het vermogen om altruïstisch en extravert te functioneren is op zijn sterktst.
Naarmate deze fase ten einde loopt, botsen vrouwen steeds meer op de grenzen van wat ze aankunnen. De hormonale pieken die uiteindelijk leiden tot het loslaten van de baarmoederwand met zijn niet bevruchte eicel, zorgen ervoor dat het mentaal functioneren steeds lastiger wordt en het intuïtief en emotioneel functioneren de overhand begint te nemen.
Het tweede hoogtepunt is van emotionele aard en treedt op tijdens de dagen voorafgaand aan de menstruatie en ebt weg naarmate de menstruatieperiode haar einde nadert. De interactie met de omgeving is nu hoofdzakelijk emotioneel van aard. De behoefte aan emotionele verwerking van alles wat in de voorafgaande weken is gebeurd, leidt tot een verhoogde kwetsbaarheid omdat er in de praktijk zelden voldoende tijd en ruimte kan worden gemaakt om aan die behoefte te voldoen. Het ontvangen van intuïtieve indrukken is maximaal, wat de behoefte aan verwerkingstijd nog vergroot.
Consequent hiermee functioneert men introverter en dit heeft tevens zijn weerslag op de creativiteit. Deze bevindt zich nu eerder in de fase van het ontvangen en verwerken van inspiratie en is gericht op veiligheid en afscherming. Archetypische emoties tijdens het begin van de menstruatie zijn opluchting en teleurstelling. Het eerste is een reactie op de angst om ongewenst zwanger te worden, het tweede treedt op als reactie op een onvervuld verlangen om zwanger te worden. Ik noem het archetypische emoties omdat ze diep ingegrift zitten in het collectief onbewuste van de vrouw. Deze emoties laten zich niet temmen door bv de wetenschap dat men het al dan niet zwanger worden onder controle kan hebben met behulp van efficiënte voorbehoedsmiddelen.
Dit hoogtepunt in emotioneel functioneren, wordt vaak als een dieptepunt beoordeeld, maar dit is vooral het gevolg van het onvermogen van onze huidige maatschappij om vrouwen de kans te geven zich in hun doen en laten aan die cyclus aan te passen.
Het begin van de cyclus, tijdens de eerste dagen na de menstruatie, wordt door de meeste vrouwen ervaren als een nieuw begin, waardoor men zich ook het best kan afstemmen op nieuwe taken en projecten. Het oude wordt achter zich gelaten, het nieuwe krijgt een kans. Vanuit het gezichtspunt van de instinctieve drang om zwanger te worden gaat het ook om een nieuwe kans. Het is dan ook logisch dat het functioneren van de persoonlijkheid zich hier onbewust aan aanpast. De al even diepgewortelde opluchting niet zwanger te zijn, kan tijdens deze fase doorwerken onder de vorm van lichtheid en luchtigheid. De risicoperiode is immers nog niet aangebroken.

De mate waarin deze cyclisch terugkerende verschillen ervaren worden, verschilt van vrouw tot vrouw. Wat me uit gesprekken met hoogsensitieve vrouwen duidelijk is geworden, is dat de pieken en dalen in emotionaliteit, mentaal functioneren en zelfvertrouwen die binnen de maandelijkse cyclus optreden, bij hen heftiger zijn dan voor andere vrouwen. Dit lijkt me volledig in overeenstemming met het feit dat hoogsensitiviteit gepaard gaat met een gevoeliger zenuwstelsel, dat logischerwijze heviger reageert op wisselende hormonale niveaus. Vermoedelijk is het percentage van hoogsensitieve vrouwen die aan een premenstrueel syndroom lijden, consequent hiermee eveneens hoger dan het gemiddelde.
De typische kenmerken van hoogsensitiviteit, met name de gevoeligheid voor emotionele en lichamelijke overprikkeling, de heftigheid van de emotionele reacties en verwerkingsprocessen alsook de intuïtie, komen sterker tot uitdrukking tijdens de premenstruele periode en tijdens het begin van de maandstonden. De meer extraverte aspecten van hoogsensitiviteit zoals de natuurlijke drang anderen te helpen vanuit empathische interactie en de scheppende creativiteit, komen sterker tot expressie tijdens de periode rond de eisprong, waarin zelfvertrouwen en mentaal overzicht pieken.
Bij de extremere vormen van hoogsensitiviteit kan de emotionele piek gepaard gaan met het overspoeld worden door intuïtieve indrukken, wat slechts opgevangen kan worden door zich in een emotioneel veilige situatie terug te trekken die hen toelaat zich wat meer af te schermen en te accepteren wat hen overkomt.

Elke vrouw die zich in het vruchtbare gedeelte van haar leven bevindt, heeft feitelijk nood aan soepele werkregimes waarbij ze haar vermogen om zich emotioneel, mentaal en creatief in te zetten kan aanpassen aan de fase waarin haar menstruatiecyclus zich bevindt. Bij hoogsensitieve vrouwen is deze nood vaak zodanig hoog dat ze geen andere keuze hebben dan zich uit het zichtbare leven terug te trekken tijdens de emotionele pieken. Dit lukt het best als ze een zelfstandig beroep hebben waarbij ze hun taken naar believen kunnen verdelen over de hen beschikbare tijd.
Hoogsensitieve vrouwen zijn onderhevig aan een sterkere vorm van psychosomatiek dan gemiddeld. Al wat tijdens de eerste weken van de menstruatiecyclus op hen af komt en dat ze niet kunnen verwerken, lijdt tot het moeizaam doorbreken van de menstruatie. Loslaten kunnen ze immers pas nadat alles een plaats heeft gekregen. Het lichaam beleeft hierin mee. Indien gebeurtenissen in emotionele zin niet losgelaten kunnen worden, leidt dit tot het moeizaam loslaten van de baarmoederwand en komen de maandelijkse bloedingen maar moeilijk op gang.
Omgekeerd zijn hoogsensitieve vrouwen vaak erg gevoelig voor de effecten van therapeutische verwerkingsmethodes en beleven ze het loslaten van oude emotionele ladingen zeer lichamelijk met als resultaat soms het vervroegd beginnen van de maandstonden of het uiteindelijk doorbreken ervan nadat deze soms meerdere weken op zich hadden laten wachten.

In vergelijking hiermee is de mannelijke beleving van het dagelijks leven erg vlak, zelfs voor hoogsensitieve mannen. Bij hen zijn het vooral de al dan niet toevallige gebeurtenissen en de keuzes die ze maken die invloed uitoefenen op hoe ze functioneren. Van een onontkoombaar innerlijk ritme is geen sprake.

Heel wat hoogsensitieve vrouwen hebben een ontregelde menstruatiecyclus waarbij zowel de eisprong als de menstruatie vaak erg lang op zich laten wachten. Vrijwel altijd gaat het om vrouwen die het moeilijk hebben om een innerlijk levensritme te ervaren en aan te houden. Grenzen zijn hen op veel vlakken onbekend of toch op zijn minst erg relatief. Dit vertaalt zich op lichamelijk en hormonaal niveau in het wegvallen van de cyclische structuur die eigen is aan het functioneren van een vrouwenlichaam. Hoogsensitieve vrouwen met een sterke innerlijke structuur en duidelijke grenzen hebben daarentegen over het algemeen een regelmatige en betrouwbare menstruatiecyclus. In de mate waarin hun maatschappelijk leven het hen toelaat, passen zij zich op een natuurlijke manier aan in hun doen en laten aan de mogelijkheden die deze cyclus in hen oproept.

*****

Deze tekst vormt een aanvulling op 
mijn boek Hoogsensitief - Anders Bekeken; isbn 9789077101001,  die zal opgenomen worden in de volgende druk.