zondag 2 december 2018

Verbondenheid en grenzen in relaties


 

Karm Psych 3 IV: Relaties (32) –
verbondenheid en grenzen in relaties

Als het om vriendschappen gaat, slagen veel mensen erin om een evenwicht te vinden tussen verbondenheid en grenzen. In intieme relaties daarentegen vormt dit een zeer moeilijke evenwichtsoefening. Er is slechts één type relatie waarin dit nog moeilijker is: moeder-kindrelaties. Relaties tussen vaders en hun kinderen hebben minder vaak last van de relatieve afwezigheid van grenzen als gevolg van intense verbondenheid.
Het hebben van grenzen is een natuurlijk fenomeen dat rechtstreeks volgt uit het bestaan van individualiteit. Ons lichaam vormt een grens, vanuit onze persoonlijke emotionele behoeften ontstaan er grenzen en elk van ons heeft zijn uniek ontwikkelingspad. Uit dat laatste volgt dat elk mens andere keuzes maakt. Kiezen is grenzen afbakenen. Telkens je voor iets kiest, laat je iets anders aan je voorbij gaan. Ergens nee tegen zeggen, is een grens afbakenen.
Veel mensen zitten in een moeizaam leerproces wat betreft het leren omgaan met grenzen. Dit duidt erop dat we niet graag grenzen accepteren. We rebelleren er tegen, negeren ze wanneer we daar maar de kans toe krijgen. Dit komt doordat we grenzen beschouwen als iets wat het ervaren van verbondenheid in de weg staat. Maar is dat wel zo?
Vooral in intieme relaties hebben de meesten onder ons de neiging om te hopen dat alle grenzen tussen onszelf en de ander wegvallen. We gedragen ons al snel alsof dat ook daadwerkelijk zo is, waarbij we de realiteit nogal eens negeren en geweld aan doen. Ons onbewust referentiepunt hierbij is de quasi grenzeloze verbondenheid die we voor onze geboorte hebben ervaren. Dit ‘oceanisch bewustzijn’ dat typisch is voor de periode in de baarmoeder, sluit dan weer aan bij de zijnstoestand die we allen ervaren hebben voordat we de afsplitsingservaring doormaakten en als individueel wezen loskwamen uit het oerbewustzijn van de Eenheid.
De dualiteit verbondenheid – individualiteit vormt sowieso een van de grootste uitdagingen om mee in het reine te komen, zowel voor individuele mensen, voor koppels als voor de mensheid als geheel. Het idee dat we een keuze moeten maken tussen het stellen van grenzen en het uitdrukken van verbondenheid, is hier het meest concrete uitvloeisel van.
In ouder-kindrelaties stellen zich in dit verband regelmatig de volgende dilemma’s: wanneer zeg ik nee tegen mijn kind? En als ik nee zeg, vanaf wanneer heeft dit dan traumatiserende gevolgen? Met dat laatste wordt bedoeld: heeft mijn nee niet tot gevolg dat mijn kind zich niet langer verbonden - en bijgevolg onveilig – voelt?
Verliest een kind zijn basisveiligheid, dan gaat er vanalles mis. Dat kan gaan van een vertraagde ontwikkeling (met inbegrip van leerproblemen) tot het ontwikkelen van depressies, een laag zelfbeeld of zelfs een borderlinepersoonlijkheid. Aan het stellen van grenzen zijn dus reële risico’s verbonden. Tenminste, indien ze op de verkeerde tijdstippen, de verkeerde manier of rond de verkeerde thema’s neergezet worden.
Het niet stellen van grenzen gaat met even reële risico’s gepaard. In ouder-kindrelaties leidt dit in de meest extreme gevallen tot enerzijds oudermishandeling en -uitbuiting en anderzijds het ontwikkelen van een narcistische persoonlijkheid bij het kind. Gebrek aan weerbaarheid en het onvermogen om zelfstandig te functioneren zijn minder extreme gevolgen, maar evenzeer te vermijden. Kortom: de zoektocht naar hoe je ‘gezonde grenzen’ kunt neerzetten is van levensbelang.
In vriendschapsrelaties stelt zich hetzelfde probleem: wat doe je voor je vrienden en wat niet? Wat laat je van hen toe en wat blok je af? Hoe intiemer de vriendschap, hoe nijpender de dilemma’s op dat vlak soms worden. De meeste vriendschappen gaan stuk door een gebrek aan duidelijke grenzen. De behoefte aan iemand die net zoals jij functioneert of die jou naadloos aanvult in jouw gebreken, is meestal de aanleiding om het stellen van grenzen aan wat je van elkaar accepteert, uit te stellen. Totdat de onderdrukte noodzaak om niet van jezelf te vervreemden, je grenzen als een middeleeuws valhek omlaag doet donderen. En plots is daardoor de weg naar elkaar versperd.
Al het nieuwe, ongewone en onverwachte afblokken door op een rigide manier je grenzen te bewaken, staat anderzijds het ontstaan, uitgroeien en tot bloei komen van vriendschappen in de weg. Voor mensen die moeilijk vrienden maken en weinig vrienden hebben, kan het vinden van evenwicht tussen grenzen en verbondenheid even zwaar wegen in vriendschappen als in een intieme relatie of in een ouder-kindrelatie.

In intieme relaties is deze zoektocht naar evenwicht van groot belang om tot een langdurig, duurzaam partnerschap te komen. Alles wat met betrekking tot grenzen mis kan gaan in ouder-kindrelaties en in vriendschappen, wordt in een partnerrelatie uitvergroot. Doordat beide partners hun levens met elkaar verweven, raken ze ook emotioneel intens met elkaar verknoopt. De levenspaden overlappen elkaar geheel of gedeeltelijk en de karmische leerprocessen van de een, triggeren voortdurend die van de ander.
Het is niet de bedoeling om een gans boek te schrijven over wat er concreet gezien allemaal kan fout lopen als gevolg van te weinig grenzen, te vage grenzen of te rigide grenzen binnen een partnerrelatie. Evenmin wens ik hier dieper in te gaan op alle misvattingen over uitingen van verbondenheid (of het ontbreken ervan) die ontstaan als gevolg van traumatische ervaringen met vroegere relaties (en dan vooral deze uit de kindertijd). Iedereen is wat dat betreft zoekende en de moeilijkheden zijn even divers en complex als de mensen die ze beleven.
Een gezond evenwicht vinden ten opzichte van elkaar is mogelijk, maar zal van koppel tot koppel een andere vorm en inhoud hebben. De principes waarop dit evenwicht is gebaseerd zijn de volgende:
Verbondenheid ontstaat vanuit het zijn en is in wezen een vast gegeven.
Je houding en je handelingen tegenover elkaar kunnen geïnspireerd worden door het besef van verbondenheid, maar dit is niet altijd automatisch het enige criterium waarop je je doen en laten mag baseren.
Verbondenheid vertaalt zich wel automatisch in respect voor elkaar. Zo niet is het geen echte verbondenheid.
Verbondenheid in het zijn kan maar uitgedrukt worden mits respect voor elkaars grenzen in het doen.
De noodzaak tot het neerzetten en respecteren van grenzen speelt zich af in het doen, niet in het zijn. Je kunt er perfect zijn voor elkaar zonder altijd alles voor elkaar te doen.
Wat je voor elkaar doet of niet doet is afhankelijk van wat je kan en aankan op lange termijn. Je eigen grenzen op dat vlak respecteren is geen uitdrukking van een gebrek aan liefde of verbondenheid.
Grenzen in het zijn (= in het toelaten van de ervaring van verbondenheid) worden te vaak neergezet vanuit de behoefte aan grenzen in het doen. Eens je dat door hebt, kan je wat je doet of niet doet voor je partner begrenzen en tegelijkertijd het ervaren van verbondenheid opnieuw toelaten.

Het vinden van evenwicht tussen individualiteit en verbondenheid, tussen grenzen en openheid, is feitelijk heel erg afhankelijk van hoe je omgaat met de dualiteit tussen zijn en doen in een relatie. Er zijn voor elkaar, bij elkaar, met elkaar is in de eerste plaats een beleving van betrokkenheid, verwevenheid, van liefde. Wat je van daaruit doet voor elkaar, dient te gebeuren met respect voor zowel je eigen natuurlijke grenzen als die van je partner.
Een laatste aspect dat hierbij onze aandacht verdient, is het verschil kunnen herkennen tussen een compromis sluiten en jezelf inleveren. In de zoektocht naar evenwicht tussen geven en nemen, tussen grenzen neerzetten en uit liefde alles doen voor een ander, sluiten we automatisch veel compromissen. Dit betekent dat we onze grenzen verleggen in functie van de ander. Zonder die bereidheid kan geen enkele relatie blijven bestaan, noch tussen ouders en kinderen en al zeker niet tussen partners. Maar het gevaar ontstaat al snel dat een compromis uitmondt in je eigen behoeften te ver opzij zetten. Het is vaak pas na een ganse tijd dat dit duidelijk wordt. Indien je je levensvreugde verliest als gevolg van het feit dat je je aanpast aan de behoeften van een ander, dan wordt het tijd om je ingesteldheid te herzien en je grenzen op een aangepaste manier neer te zetten. Indien anderzijds een compromis op lange termijn een goed gevoel nalaat, is er niets aan de hand.


                                       ***

Deze tekst vormt een klein hoofdstukje uit het nog te verschijnen boek 'Karmische Psychologie Deel 3 - Relaties, Seksualiteit en Opvoeding