De manipulatieve autist
Autistische mensen zijn niet per definitie manipulatief; de meesten zijn dit zelfs helemaal niet. Er bestaan echter wel autistische mensen bij wie het autisme is ingekapseld in een persoonlijkheid die zelfvertrouwen en autoriteit combineert met de typische drang om confrontaties met hun emoties te vermijden. Daar waar andere autisten daartoe strategieën ontwikkelen die gebaseerd zijn op angst, bouwen zij hun ontwijkingstrategie op afkeuring en gezag. Situaties die hun in verlegenheid zouden kunnen brengen omdat hun emoties met hen op de loop zouden gaan, worden moreel afgekeurd. De mensen die met hen samenleven en samenwerken, worden met gezag van hun voornemens af gebracht indien deze ongewenste emotionele prikkels voor de autist inhouden. Dergelijk gedrag kan zeer dwingende vormen aannemen.
Een voorbeeld hiervan was een autistische man die niet met uitingen van affectie overweg kon, wat algemeen voorkomt in het geval van autisme. Als wetenschapper identificeerde hij zich met het stoïcisme, de levensfilosofie die stelt dat emotionaliteit minderwaardig is en dat zuiver rationele reacties hieraan superieur zijn. In zijn gezin verbood hij zijn kinderen en zijn levenspartner om hun emoties te laten zien. Huilen, lachen en kwaad worden, werden sterk afgekeurd en desnoods bestraft. Op zijn werk reageerde hij steevast met een minachtende blik en afkeurende opmerkingen op collega’s en ondergeschikten die hun emoties niet wisten te verbergen. Dit had op zijn kinderen, zijn partner en op de gevoelige en kwetsbare mensen in zijn professionele omgeving een erg negatief effect. Hun zelfvertrouwen en zelfbeeld werd erdoor naar beneden gehaald. Minder gevoelige collega’s daarentegen dreven achter zijn rug de spot met hem omwille van de stereotiepe reacties en gezichtsuitdrukkingen waarmee hij op emoties reageerde. Afgezien van deze onhebbelijkheden vertoonde hij een rechtlijnige rechtvaardigheid en was hij scrupuleus eerlijk.
Alhoewel dergelijke mensen reactiepatronen vertonen die veel parallellen vertonen met deze van narcisten, is de achterliggende innerlijke drijfveer van een totaal andere aard. Het gaat immers om onmacht, om een onvermogen om met emoties om te gaan, in plaats van een innerlijke leegte die met afgedwongen aandacht moet opgevuld worden.
Autistische mensen die in dat soort copingstrategieën gevangen zitten, kunnen echter wel veranderen. Om te beginnen is hun gedrag grotendeels het gevolg van hoe ze zelf werden opgevoed en van hoe het er in het milieu waarin ze opgegroeid zijn aan toe ging. Mits wat goede wil en motivatie is het echter mogelijk om hen te leren respectvoller om te gaan met hun medemensen. Het volgende voorbeeld is wat dat betreft erg hoopgevend:
Een vrouw was na vijftien jaar huwelijk de wanhoop nabij. Ze werd door haar man systematisch gekleineerd en belachelijk gemaakt omwille van haar heftige emoties. Vooral tijdens bijeenkomsten met zijn familie kon hij het nooit laten publiekelijk denigrerende opmerkingen over haar te maken. Haar therapeut opperde de mogelijkheid dat haar partner een vorm van autisme had en niet besefte hoe diep hij haar met zijn gedrag kwetste. Na verdere analyse van de situatie bleek dat hij zich precies zo gedroeg als de rest van zijn familie. Elkaar publiekelijk kleineren was blijkbaar een vast ritueel dat hij reeds van kindsbeen af had meegemaakt en dat hij nooit in vraag had gesteld. Nu de dreiging van een echtscheiding hem boven het hoofd hing, ging hij akkoord om zich op autisme te laten testen. Hij bleek het syndroom van Asperger te hebben: een vorm van autisme die gecombineerd gaat met een hoge intelligentie waardoor hij zich goed kon aanpassen aan de vereisten van het sociale leven. Aanvoelen wat er in een ander omging, kon hij echter niet, zich inleven in de emotionele leefwereld van zijn partner evenmin. Hij volgde een intens traject bij een autismecoach en leerde het verschil kennen tussen zijn manier van beleven en die van andere mensen, met een focus op hoe hij zich empathisch kon leren opstellen tegenover zijn vrouw en zijn kinderen. Zij leerde op haar beurt om zijn soms ongevoelige verbale uitlatingen niet automatisch te interpreteren vanuit haar eigen emotionaliteit. Ze begreep steeds beter zijn nood aan ondubbelzinnige en duidelijke communicatie.. Twee jaar later was er van een echtscheiding geen sprake meer, maar wel van een steeds grotere toenadering tot elkaar en werd hun relatie gekenmerkt door wederzijdse zorgzaamheid.
************************************************************************************
Deze tekst is een voorpublicatie van mijn volgende boek uit de reeks Karmische Psychologie,
Karmische Psychologie Deel 4: Aarde en Schaduw, Boek III: Psychopathie en Narcisme.
Dit boek verschijnt wellicht in het najaar van 2025.
Een overzicht van mijn gepubliceerde boeken vind je op www.henkcoudenys.be