maandag 30 juni 2025

Misbruik maken van sociale correctiemechanismen

 

Misbruik maken van sociale correctiemechanismen

In elke samenleving zijn er correctiemechanismen om mensen die zich asociaal opstellen, zich niet aan de cultureel afgesproken gedragsregels houden of de ganse groep in opspraak of in gevaar brengen, te corrigeren. In de regel gebeurt dit in verschillende fasen:

Eerst wordt de overtreder discreet aangemaand zich in de toekomst anders te gedragen. Hierbij is niemand anders aanwezig. Meestal gebeurt dit door een ouder en meer ervaren persoon. Deze kan op eigen initiatief handelen of hiervoor uitgekozen zijn door de andere leidinggevenden van de gemeenschap. Dit kan zich enkele keren herhalen. Maar indien dit geen resultaat geeft volgt een publieke terechtwijzing. Deze blijft echter nog zonder praktische gevolgen, behalve dat de schuldige vanaf nu door iedereen gecontroleerd en beoordeeld kan worden. De derde fase houdt in dat er een straf wordt gegeven, na opnieuw een publieke veroordeling. Bij erg hardleerse mensen kan deze gevolgd worden door een nog ergere straf die erop neer komt dat ze buiten de gemeenschap worden gezet. Ze worden gevangen gezet, verbannen of vermoord. Culturele antropologen vinden allerlei variaties op dit universele thema, maar de grote lijnen lijken in zowat alle culturen dezelfde te zijn.

In onze hedendaagse samenleving vinden we dezelfde principes terug in zowel gezinnen als in sociale organisaties, evenals in bedrijven en overheidsdiensten.

Indien narcisten echter in een machtspositie terecht komen, slaan ze systematisch de eerste stap over. Direct wordt iemand publiek terecht gewezen, zonder voorafgaande waarschuwing die hen in staat stelt hun gezicht naar de buitenwereld toe te redden door even discreet hun gedrag te veranderen. Het maakt narcisten ook niet uit of hun publieke terechtwijzingen gegrond zijn of niet. Zij maken de regels en zo niet, dan buigen ze deze wel om zodat ze er misbruik van kunnen maken.

Dit gebeurt zowel in gezinnen als in bedrijven, sociale organisaties of overheidsdiensten. Hoe meer narcisten zich in verantwoordelijke posities nestelen, hoe vaker dergelijk misbruik voorkomt. Het dient louter om mensen te kleineren, hun zelfvertrouwen te ondermijnen en de waan van de eigen superioriteit te versterken. Voorbeelden hiervan komen zowel ‘in het klein’ als ‘in het groot’ voor.

Een voorbeeld van het eerste is een man die gewoonte heeft zowel zijn partner als zijn kinderen tijdens diners met familie en vrienden de mantel uit te vegen en hen publiekelijk allerlei tekortkomingen toe te meten. Sommige zijn terecht, maar eerder onschuldig van aard, zoals de onhandigheid van een van zijn kinderen, andere zijn ronduit kleinerend, zoals de beschuldiging naar zijn vrouw dat ze niet met geld kan omgaan. Uiteindelijk blijft de impact hiervan beperkt tot de sfeer binnen het gezin dat er telkens weer door verzuurd geraakt en het zelfvertrouwen van zijn gezinsleden dat er een deuk door krijgt.

Van grotere impact is het gedrag van een regioverantwoordelijke van een overheidsdienst die het project van één van zijn ambtenaren herhaaldelijk publiekelijk belachelijk maakt, zowel tijdens vergaderingen als sporadisch ook de media. Hiermee torpedeert hij uiteindelijk het publieke draagvlak voor het project waardoor niet alleen de ambtenaar in kwestie zijn job verliest maar er tevens een sociaal project wordt stopgezet dat aan tientallen mensen zingeving in hun leven gaf.

Psychopaten gaan nog een stuk verder. Zij slaan al snel ook de tweede stap over en kiezen direct voor een publieke veroordeling met bijbehorende bestraffing. Dit is effectgericht handelen met als doel hun macht te laten gelden en ieder die zich kritisch opstelt tegenover hen angst in te boezemen. Ook hiervan bestaan er voorbeelden op gezinsniveau en op het niveau van kleine en grote organisaties. De meest grootschalige impact van dergelijk gedrag vinden we in dictatoriaal geleide staten.

Ik zou hier nog meerdere alinea’s kunnen vullen met voorbeelden uit allerlei huiselijke en werkgerelateerde situaties alsook voorbeelden uit de politieke en economische actualiteit maar ik denk dat iedereen die met een open blik om zich heen kijkt, meer dan genoeg situaties kan herkennen waarin misbruik gemaakt wordt van correctiemechanismes door vaders, moeders, leraars, leidinggevenden van sociale of religieuze organisaties en bedrijfsleiders, om er maar enkele te noemen. Onze samenleving is er vergeven van. 

 ************************************************************************************

Dit is een voorpublicatie uit mijn volgende boek in de reeks Karmische Psychologie,

Karmische Psychologie Deel 4: Aarde en Schaduw, Boek III: Psychopathie en Narcisme.

Deze tekst maakt deel uit van hoofdstuk III: hoe functioneren narcisten en psychopaten?

Dit boek verschijnt in het najaar van  2025. 

Een overzicht van mijn gepubliceerde boeken vind je op www.henkcoudenys.be

 

maandag 26 mei 2025

Manipulatief verleiden en bevestiging afdwingen (voorpublicatie uit 'Psychopathie en Narcisme')

 

Manipulatief verleiden en bevestiging afdwingen


Veel narcisten en psychopaten zijn bij zowat elk sociaal contact bezig met verleiden. Kwetsbare mensen, die lijden onder een gebrek aan aandacht, ervaren dit al snel als aandacht die speciaal voor hen is bestemd, waardoor ze zich aangetrokken voelen tot de pseudoverleider, zich voor hem of haar open stellen en automatisch ook veel krediet verlenen. Tot het tegendeel staalhard bewezen is, geloven ze in diens goeie intenties. Maar het gaat wel degelijk om een vorm van verleiding waarvan het enige doel is: iets gedaan krijgen van de ander dat anders niet zou gebeuren. Vandaar dat ik de term ‘pseudoverleiders’ gebruik. Narcisten en psychopaten zijn niet geïnteresseerd in wie de ander is, hoe die persoon denkt en voelt. Ze zijn enkel geïnteresseerd in wat die persoon voor hen kan betekenen, wat ze van iemand gedaan kunnen krijgen of wat ze van die ander kunnen lospeuteren.

De natuurlijke functie van verleiden staat ten dienste van de paarvorming, zowel bij mensen als bij andere dieren. In ons geval geeft de verleider de boodschap: ‘Ik vind je interessant, wil je beter leren kennen en hoop dat dit uitmondt in lichamelijke intimiteit en eventueel een intieme relatie.’ Indien diegene die verleid wordt hierin meegaat, wordt er geflirt en dat flirten kan ofwel uitmonden in intimiteit en het begin van een relatie, of het kan het einde van het spel betekenen.

De eerste en meest voorkomende vorm van manipulatief verleiden is gericht op het afdwingen van seks. Het spel van aandacht en bevestiging geven dat leidt tot flirten wordt enkel ingezet om tot seksuele activiteit over te gaan, zonder dat het de bedoeling is dat hier iets meer uit voort komt. Integendeel is het de bedoeling dat er niet meer dan dat gebeurt en dat de verleider daarna verder zijn eigen gang kan gaan zonder nog met de ander geconfronteerd te worden. Indien beide betrokkenen hier hetzelfde over denken, is er geen probleem. Meestal echter is er sprake van één van beiden die hoopt op meer. Dat kan ook de verleider zelf zijn indien de tegenpartij zich overgeeft aan flirten met als enig doel seks te kunnen hebben.

Bij narcisten en ook bij heel wat psychopaten, gaat het om veel meer dan seks. Verleiden wordt ingezet om als aandachtsmagneet te dienen, ter bevestiging van het eigen ego en vaak genoeg ook om allerlei vormen van materieel en sociaal voordeel te bekomen op de rug van diegene die verleid wordt.

Manipulatieve verleiding wordt ook steevast ingezet ten opzichte van mensen met wie ze reeds een relatie hebben en zelfs ten opzichte van mensen uit wie ze reeds alles geperst hebben wat eruit te halen valt. Het doel is in dit geval de status quo behouden, zorgen dat er niets verandert. Potentiële conflicten worden hierdoor op een manipulatieve manier ontmijnd, kritiek al op voorhand gepareerd. De macht over de ander wordt op die manier bestendigd. Lukt verleiden niet meer, dan wordt er overgeschakeld op intimidatie. Vaak ook worden er strategieën ingezet om bevestiging af te dwingen waarbij een derde wordt ingeschakeld, tegen diens wil in of zonder dat deze er zich van bewust is. Een veel voorkomend voorbeeld:

Persoon A is manipulatief van aard en wil persoon B van iets overtuigen, met als doel daar voordeel uit te halen. Terwijl hij tegen B praat, kijkt hij C heel strak aan en knikt tezelfdertijd om de paar woorden van ja. Hierdoor wordt tegenover B de indruk gewekt dat C helemaal mee gaat in het betoog van A en dat A en C het over alles eens zijn. C van zijn kant, raakt hierdoor in de war maar weet niet hoe hij moet reageren. Er is immers een gesprek aan de gang tussen A en B waar hij niet echt aan deelneemt. Resultaat: B laat zich door A ompraten omdat hij het gevoel krijgt er anders alleen voor te staan, want ook C lijkt de mening van A toegedaan.

Dat laatste is niet noodzakelijk waar en mogelijk zelfs totaal uit de lucht gegrepen, maar A speelt het met zijn intimiderende lichaamstaal voor elkaar om die indruk te wekken. Daarenboven speelt hij B en C uit elkaar, want hij heeft verwarring en mogelijk zelfs wantrouwen tussen hen gecreëerd.

In het meest onschuldige geval is de manipulator in kwestie een narcist die gewoon aandacht wil en deze trucjes gebruikt om de aandacht vast te houden. Er bestaan echter tal van scenario’s waarbij er ergere dingen gebeuren. De manipulator kan deze technieken bv gebruiken om zich in een relatie met zijn slachtoffer te wurmen en op deze persoon te gaan parasiteren of het kan dienen om een ander te overhalen tot het steunen van of het investeren in een onzalig initiatief. Manipulatieve verleiding wordt massaal ingezet bij online fraude, reclame en verkiezingspropaganda. De ergste situaties zijn echter deze waarbij tieners door volwassenen verleid worden en ofwel in de wereld van het drugs dealen terecht komen, of in de prostitutie annex mensenhandel. Ook sekteleiders maken massaal misbruik van manipulatieve verleiding en afgedwongen bevestiging om nieuwe leden (annex emotionele slaven) te werven en om de bestaande leden in het gareel te houden.

Narcisten bezondigen zich quasi zonder uitzondering aan manipulatief verleiden. Van psychopaten kan niet hetzelfde gezegd worden, maar psychopaten die deze technieken toepassen, zijn er over het algemeen veel beter in dan narcisten. Psychopaten kunnen immers perfecte toneelspelers zijn die kunnen inschatten hoever ze kunnen gaan zonder argwaan te wekken. Ze doseren de aandacht die ze geven zorgvuldig, lassen pauzes in en hebben geduld om hun doel te bereiken. Binnen dat toneelspel hoort ook het ogenschijnlijk loslaten van hun slachtoffer en hun doel, als ze merken dat ze geen beet hebben. Juist dat maakt hen de gevaarlijkste manipulatieve verleiders.

Narcisten daarentegen hebben de neiging te overdrijven: complimentjes, subtiele en minder subtiele aanrakingen, cadeautjes, pure ‘love bombing’. Feitelijk zijn de meesten onder hen daardoor relatief gemakkelijk te doorzien. Desondanks lopen er genoeg kwetsbare mensen rond die hen tot slachtoffer kunnen worden. Wat een rode vlag zou moeten zijn voor ieder die dit meemaakt, is dat narcisten geen neen kunnen verdragen. Ze verdubbelen hun pogingen om een slachtoffer binnen te rijven indien ze op weerstand of afwijzing botsen. In veel gevallen verknoeien ze het hierdoor voor zichzelf, toch zeker bij de meer wakkere potentiële slachtoffers. Ze kunnen dan al snel lomp, giftig en dwingend worden indien ze hun prooi dreigen kwijt te spelen. Zij die het subtieler spelen, schakelen in dit geval over op slachtofferschap en doen beroep op de empathische kant van hun prooi. Indien het om vrouwen gaat richten ze zich op latente of onbevredigde moedergevoelens. In dat geval gebruiken ze de verleidingstechnieken van een kind ten opzichte van een moeder.

Sommigen gebruiken echter een publiek forum om hun doel te bereiken.

Een voorbeeld hiervan was een man die na enkele keren afgewezen te zijn door de vrouw op wie hij zijn zinnen had gezet, kartonnen bordjes langs de straat zette, langs de dagelijkse route van de vrouw in kwestie, met boodschappen zoals:’A. ik wacht op jou!’ of ‘A ik hou van jou.’ Dit leidde tot druk op de vrouw van enkele van hun gemeenschappelijke kennissen om toch maar overstag te gaan. Het resultaat was een destructieve relatie die enkele jaren duurde en nog decennia lang voor miserie zou zorgen wegens een gemeenschappelijk kind.

Het leren doorzien van dergelijke technieken, is dan ook in ieders belang en mag wat mij betreft een verplicht onderdeel worden van elke opleiding tot psycholoog of psychotherapeut. Doorzien moet dan wel gepaard gaan met het vermogen ontwikkelen om neen te zeggen en de eigen grenzen dicht te houden. Dat is nu net de achilleshiel van de meeste slachtoffers en potentiële slachtoffers. Ook dat gegeven zou systematisch aan bod moeten komen in psychotherapeutische opleidingen.

 ************************************************************************************

Dit is een voorpublicatie van mijn volgende boek uit de reeks Karmische Psychologie,

Karmische Psychologie Deel 4: Aarde en Schaduw, Boek III: Psychopathie en Narcisme.

Deze tekst maakt deel uit van hoofdstuk III: hoe functioneren narcisten en psychopaten?

Dit boek verschijnt wellicht in het najaar van  2025. 

Een overzicht van mijn gepubliceerde boeken vind je op www.henkcoudenys.be


zaterdag 17 mei 2025

Innerlijk-kindwerk en de Schaduw

 

Innerlijk-kindwerk en de Schaduw


In therapeutische sessies en groeigroepen wordt er frequent gewerkt met het innerlijke kind. Dit is erg zinvol omdat veel van de spontane eigenschappen die we als kind hadden naar onze persoonlijke schaduw zijn verwezen als gevolg van onze opvoeding en van overheersende sociale conventies. Van sommige dingen is het logisch en zinvol dat ze uit ons gedragsrepertoire zijn verbannen namelijk alles wat voortvloeit uit kinderlijk egocentrisme. Ik denk hierbij aan driftbuien of slaan indien een kind zijn zin niet krijgt, anderen de schuld geven, liegen, de realiteit ontkennen en ander manipulatief gedrag. Eens volwassen kan je dergelijk gedrag maar beter achter je gelaten hebben. De tegenpool hiervan omvat verantwoordelijkheidszin, rechtvaardigheidsgevoel, empathisch gedrag en gewetensvol oordelen. Over het algemeen stuurt onze opvoeding ons meer in die richting.

Als de opvoeding zich enkel beperkt tot het ‘wegmasseren’ van het kinderlijke egocentrisme, ontstaat hierdoor een evenwichtige, volwassen persoonlijkheid met in zijn persoonlijke schaduw enkel wat resten van onvolwassen gedrag en denkpatronen uit de kindertijd. In dit geval heeft werken met het innerlijke kind geen gewichtig therapeutisch karakter omdat essentiële menselijke kwaliteiten zoals emotionaliteit, spontaniteit, speelsheid en ontdekkingsdrang zich gewoon hebben verder kunnen ontwikkelen en vanuit hun kinderlijke vorm geëvolueerd zijn tot een volwassen versie ervan. Het innerlijke kind is dan gemakkelijk bereikbaar en er contact mee maken is eerder een kwestie van herbronnen dan van het jezelf bevrijden van beperkende taboes of trauma’s.

Daarentegen zijn er heel wat mensen bij wie hun ganse manier van functioneren als kind naar de Schaduw werd verbannen als gevolg van traumatische gebeurtenissen en/of een onredelijke opvoeding. Een voorbeeld:

Een man is keihard voor zowel zichzelf als zijn kinderen. Zijn hele leven staat in het teken van fysieke en mentale discipline. Voor emoties, gevoelsuitingen en sentiment is er geen plaats in zijn bewustzijn. Als kind was hij echter zeer emotioneel, kwetsbaar en empathisch. Tezelfdertijd had hij een erg dominante en veeleisende vader tegen wie hij nooit durfde in te gaan. Dit maakte hem een gemakkelijk slachtoffer van de plaatselijke pedofiele parochiepriester. In reactie op dit misbruik ging hij vanaf zijn tienerjaren afsluiten voor zijn emoties en begon hij keihard te sporten. Hij werd beroepsmilitair en gedroeg zich naar zijn eigen kinderen nog dominanter dan zijn eigen vader had gedaan naar hem.

In een dergelijk geval bevat de persoonlijke schaduw niet één maar twee innerlijke kinderen: een slachtofferkind en zijn tegenpool die ik met de naam ‘schaduwkind’ heb bedacht.

Het innerlijke slachtofferkind van de man komt overeen met de persoonlijkheid die hij als kind had: emotioneel, zeer empathisch en kwetsbaar, een kind dat niet goed in staat was voor zichzelf op te komen. Uit angst om verkeerd te doen, afgewezen te worden of gestraft te worden durfde hij zich nooit kwaad te maken, durfde hij geen neen te zeggen of te protesteren tegen onrecht dat hem werd aangedaan. Toen al had hij een persoonlijke schaduw die het vermogen omvatte om voor zichzelf op te komen. Dit ‘schaduwkind’ werd ten tijde van het seksueel misbruik enorm getriggerd. Hij wilde zich wel verweren of weglopen maar durfde niet. Zijn angst om gestraft te weerhield hem ervan over het misbruik te praten. Er groeide onderdrukte woede en wraaklust in zijn schaduwkind. Vanuit dit schaduwkind ontstond zijn harde volwassen persoonlijkheid.

Indien therapeutisch werk met het innerlijk kind zich in zijn geval beperkt tot het slachtofferschap dat hij als kind heeft meegemaakt, zal dit maar tot een beperkt resultaat leiden. Er leven namelijk twee kinddeelpersoonlijkheden in hem. Zijn slachtofferkind is bang van zijn schaduwkind, want indien deze actie zou ondernemen, zou dit tot nog meer ellende leiden. Op zijn beurt is zijn schaduwkind kwaad op zijn slachtofferkind omdat die hem verhindert om voor zichzelf op te komen. Die kwaadheid op zichzelf was de aanleiding om zijn emotionele en empathische kant weg te duwen tijdens het proces van volwassen worden.

In therapeutisch innerlijk-kindwerk wordt vaak te eenzijdig gefocust op het slachtofferkind, terwijl er in de eerste plaats moet gestreefd worden naar een verzoening en een samenwerking tussen het slachtofferkind en het schaduwkind. Beiden willen ze eigenlijk veiligheid. Ze hebben elkaar nodig en de volwassen persoonlijkheid heeft de eigenschappen uit beide innerlijke-kindpersoonlijkheden nodig om te genezen van zijn jeugdtrauma’s.

De meeste mensen bevinden zich ergens tussen beide uitersten in: hun opvoeding was niet ideaal maar ook niet zodanig traumatiserend dat dit heeft geleid tot het verbannen van hun volledige innerlijke kind. Een deel van de eigenschappen die ze als kind hadden is kunnen evolueren tot een volwassen versie en andere aspecten zijn naar het onbewuste verbannen en leiden nog een latent leven in hun persoonlijke schaduw. Het kan hierbij om erg verschillende eigenschappen gaan, die elk een eigen aanpak nodig hebben om terug geïntegreerd te kunnen worden in hun volwassen ik-persoonlijkheid. Het kan bv gaan over kwetsbare emoties niet meer toelaten, creativiteit als kinderachtige tijdsbesteding beschouwen, het ervaren van spirituele gevoelens tot naïeve onzin bestempelen terwijl dit als kind vanzelfsprekend was of niet meer in staat zijn om mee te beleven met dierenleed. Om deze aspecten van het innerlijk kind uit de schaduw te bevrijden zijn vooral traumaverwerking nodig en het doorprikken van indoctrinerende aspecten van de opvoeding.

Indien men daarentegen als kind nooit de kans heeft gekregen om verantwoordelijkheid te leren nemen en daar als volwassene niet toe in staat is, is een flinke portie gedragstherapie een aangewezen ingrediënt in het psychotherapeutisch genezingsproces.

Hoe dan ook is het altijd noodzakelijk om niet enkel met het slachtofferkind te werken, maar ook met het bijbehorende schaduwkind. Een voorbeeld:

Iemand die nooit heeft geleerd om verantwoordelijkheid te leren en daar zelfs actief in werd geremd door telkens te horen zoals : ‘Jij kan dat niet!’ of ‘Laat dat maar over aan mensen die daar meer verstand van hebben!’ of ‘Jij moet alleen maar uitvoeren wat anderen beslissen, je bent te dom om daar zelf over na te denken.’

Het slachtofferkind weet zich vernederd, ontkend in zijn capaciteiten, kunstmatig dom gehouden en onnodig bang gemaakt. In de schaduw groeit de tegenpool hiervan: een betweterig, bazig kind dat de neiging heeft de baas te spelen over anderen. Ook al kwam dat schaduwkind tijdens de jeugd nauwelijks de kop op steken, in zijn volwassen versie kan het een grote invloed uitoefenen op hoe de persoon in kwestie functioneert. Het is dan ook aangewezen om te werken met de twee innerlijke kinderen, opdat niet enkel het slachtofferschap doorbroken dient te worden, maar ook de kinderlijke tegenreactie. Pas dan kan begonnen worden met te oefenen om op een volwassen manier verantwoordelijkheid te leren nemen.

************************************************************************************

Wie zich verder wil verdiepen in psychotherapeutisch werk met de innerlijke schaduw, kan in mijn boek 'De Integratie van de Schaduw' sterk aanbevelen.  Deze tekst is hier een kleine aanvulling op.  

De volledige titel luidt Karmische Psychologie 3 Aarde en Schaduw - Boek II: De Integratie van de Schaduw. Dit boek kan in elke boekhandel of onlineboekhandel besteld worden. Het  ISBN-nummer is: 9789077101179


zondag 20 april 2025

Een manipulatieve autist is geen narcist

 

De manipulatieve autist

Autistische mensen zijn niet per definitie manipulatief; de meesten zijn dit zelfs helemaal niet. Er bestaan echter wel autistische mensen bij wie het autisme is ingekapseld in een persoonlijkheid die zelfvertrouwen en autoriteit combineert met de typische drang om confrontaties met hun emoties te vermijden. Daar waar andere autisten daartoe strategieën ontwikkelen die gebaseerd zijn op angst, bouwen zij hun ontwijkingstrategie op afkeuring en gezag. Situaties die hun in verlegenheid zouden kunnen brengen omdat hun emoties met hen op de loop zouden gaan, worden moreel afgekeurd. De mensen die met hen samenleven en samenwerken, worden met gezag van hun voornemens af gebracht indien deze ongewenste emotionele prikkels voor de autist inhouden. Dergelijk gedrag kan zeer dwingende vormen aannemen.

Een voorbeeld hiervan was een autistische man die niet met uitingen van affectie overweg kon, wat algemeen voorkomt in het geval van autisme. Als wetenschapper identificeerde hij zich met het stoïcisme, de levensfilosofie die stelt dat emotionaliteit minderwaardig is en dat zuiver rationele reacties hieraan superieur zijn. In zijn gezin verbood hij zijn kinderen en zijn levenspartner om hun emoties te laten zien. Huilen, lachen en kwaad worden, werden sterk afgekeurd en desnoods bestraft. Op zijn werk reageerde hij steevast met een minachtende blik en afkeurende opmerkingen op collega’s en ondergeschikten die hun emoties niet wisten te verbergen. Dit had op zijn kinderen, zijn partner en op de gevoelige en kwetsbare mensen in zijn professionele omgeving een erg negatief effect. Hun zelfvertrouwen en zelfbeeld werd erdoor naar beneden gehaald. Minder gevoelige collega’s daarentegen dreven achter zijn rug de spot met hem omwille van de stereotiepe reacties en gezichtsuitdrukkingen waarmee hij op emoties reageerde. Afgezien van deze onhebbelijkheden vertoonde hij een rechtlijnige rechtvaardigheid en was hij scrupuleus eerlijk.

Alhoewel dergelijke mensen reactiepatronen vertonen die veel parallellen vertonen met deze van narcisten, is de achterliggende innerlijke drijfveer van een totaal andere aard. Het gaat immers om onmacht, om een onvermogen om met emoties om te gaan, in plaats van een innerlijke leegte die met afgedwongen aandacht moet opgevuld worden.

Autistische mensen die in dat soort copingstrategieën gevangen zitten, kunnen echter wel veranderen. Om te beginnen is hun gedrag grotendeels het gevolg van hoe ze zelf werden opgevoed en van hoe het er in het milieu waarin ze opgegroeid zijn aan toe ging. Mits wat goede wil en motivatie is het echter mogelijk om hen te leren respectvoller om te gaan met hun medemensen. Het volgende voorbeeld is wat dat betreft erg hoopgevend:

Een vrouw was na vijftien jaar huwelijk de wanhoop nabij. Ze werd door haar man systematisch gekleineerd en belachelijk gemaakt omwille van haar heftige emoties. Vooral tijdens bijeenkomsten met zijn familie kon hij het nooit laten publiekelijk denigrerende opmerkingen over haar te maken. Haar therapeut opperde de mogelijkheid dat haar partner een vorm van autisme had en niet besefte hoe diep hij haar met zijn gedrag kwetste. Na verdere analyse van de situatie bleek dat hij zich precies zo gedroeg als de rest van zijn familie. Elkaar publiekelijk kleineren was blijkbaar een vast ritueel dat hij reeds van kindsbeen af had meegemaakt en dat hij nooit in vraag had gesteld. Nu de dreiging van een echtscheiding hem boven het hoofd hing, ging hij akkoord om zich op autisme te laten testen. Hij bleek het syndroom van Asperger te hebben: een vorm van autisme die gecombineerd gaat met een hoge intelligentie waardoor hij zich goed kon aanpassen aan de vereisten van het sociale leven. Aanvoelen wat er in een ander omging, kon hij echter niet, zich inleven in de emotionele leefwereld van zijn partner evenmin. Hij volgde een intens traject bij een autismecoach en leerde het verschil kennen tussen zijn manier van beleven en die van andere mensen, met een focus op hoe hij zich empathisch kon leren opstellen tegenover zijn vrouw en zijn kinderen. Zij leerde op haar beurt om zijn soms ongevoelige verbale uitlatingen niet automatisch te interpreteren vanuit haar eigen emotionaliteit. Ze begreep steeds beter zijn nood aan ondubbelzinnige en duidelijke communicatie.. Twee jaar later was er van een echtscheiding geen sprake meer, maar wel van een steeds grotere toenadering tot elkaar en werd hun relatie gekenmerkt door wederzijdse zorgzaamheid.

************************************************************************************

Deze tekst is een voorpublicatie van mijn volgende boek uit de reeks Karmische Psychologie,

Karmische Psychologie Deel 4: Aarde en Schaduw, Boek III: Psychopathie en Narcisme.

Dit boek verschijnt wellicht in het najaar van  2025. 

Een overzicht van mijn gepubliceerde boeken vind je op www.henkcoudenys.be



zondag 23 maart 2025

Vriendschap

 

Vriendschap

‘Wil je mijn vriend zijn?’ kreeg ik als vraag. Ik wist niet wat ik daarop kon antwoorden. Vriendschap is immers niet iets van willen of moeten. Vriendschap ontstaat of het ontstaat niet. Het is als een zaadje dat pas kiemt als het in vruchtbare aarde terechtkomt en in de juiste klimatologische omstandigheden. Er kan een boom uit opgroeien of een piepklein plantje. Wat het wordt, dat weet je op voorhand niet.

Sommige vriendschappen groeien traag maar gestaag. Het zijn als plantjes die lang groen blijven, steeds meer bladeren maken om pas na lange tijd te bloeien.

Andere ontstaan als in een explosie van kleur. Eerst zijn er bloemen en dan pas ontluikt de rest van de plant. Dit zijn de vriendschappen die vrolijk beginnen, met humor, kolder en gebulderlach. Je tovert bij elke ontmoeting weer een glimlach op elkaars gezicht, wetend dat er meer komt.

Er zijn vriendschappen die als sneeuwklokjes of narcissen het grootste deel van het jaar onzichtbaar blijven, maar op geregelde tijdstippen keren ze terug. Ze blijven overleven, ondergronds, tot de tijd rijp is om opnieuw te bloeien.

Je hebt vriendschappen die als bomen zijn en hoge toppen scheren. Soms is het voor de buitenwereld overduidelijk, zoals wanneer twee bomen van dezelfde soort naast elkaar opgroeien, geworteld in dezelfde aarde en als het ware een gezamenlijke kruin vormen.Maar als twee op elkaar lijkende bomen elk aan een andere kant van het bos groeien, kan er bij gebrek aan ontmoeting toch geen vriendschap ontstaan.

Vriendschap blijft zelden verborgen, daarvoor sprankelt ze te veel. Maar die zeldzame gevallen van onzichtbare vriendschap zijn meestal zeer belangrijk, zoals deze tussen bomen en de ondergrondse netwerken van zwamdraden die elkaar van voedsel en water voorzien. Onzichtbaar voor de ogen van de buitenwereld steunen echte vrienden elkaar door op belangrijke momenten en trekken ze zich aan elkaar op, in wederzijds evenwicht.

Klimop daarentegen heeft een boom nodig om tegenop te klimmen, net zoals bij sommige vriendschappen een van beide de onvoorwaardelijke steunpilaar is voor de ander die dankzij die steun tot in het licht kan groeien. Maar net zoals kamperfoelie zich om een berkenstam kan winden, waardoor de boom langzaam stikt omdat zijn stam niet dikker worden kan zonder dat zijn sapstroom wordt afgenepen, verworden sommige vriendschappen tot een wurggreep van de een op de ander waardoor de steungever niet langer groeien kan.

Er zijn planten die veel water nodig hebben en andere die het graag droog houden. Wat water is voor de planten zijn emoties voor de mensen. De ene vriendschap drijft op een zee van emoties terwijl er in een andere vriendschap spaarzaam mee moet worden omgegaan, kwestie van er niet in te verdrinken.

Licht en warmte kunnen overdadig aanwezig zijn in vriendschap, zoals er ook planten zijn die enkel in de volle zon gedijen. Andere planten houden van schaduw en koelte, zoals er ook vriendschappen zijn waarbij je vooral tot rust komt bij elkaar.

Vriendschappen kunnen een leven lang hun zelfde karakter behouden of ze kunnen veranderen van vorm en inhoud, in harmonie met hoe men evolueert. Bomen die eens jong en fris waren, worden knoestig en oud.

Als een van beiden veel verandert en de ander staat stil, dan komt de vriendschap onder druk te staan en verwordt ze langzaam maar zeker tot een aangename herinnering aan vroegere tijden.

 Vriendschappen ontstaan door samen te zijn of samen te doen, zoals twee zaden die samen ontkiemen en uitgroeien tot planten die van nature in harmonie met elkaar samenleven. In het ‘zijn’ kan je elkaar vinden door een gemeenschappelijke kijk op de wereld en een wederzijds besef van emotionele veiligheid. In het 'doen' ontstaan vriendschappen door samen te werken, door gemeenschappelijke hobby’s en interesses. Maar als de klik er niet is, kan je proberen wat je wil, je blijft naast elkaar werken of bestaan zonder dat daar ooit vriendschap uit zal ontstaan.

Wil ik vriendschap met jou? Wat spontaan groeit, kan ik sowieso niet negeren en het benieuwt me welke vorm het zal krijgen. Mijn wil heeft daar weinig invloed op, de spontaniteit van het leven des te meer. 

 *************************************************************************************

 Deze tekst is een voorproefje van 'Karmische Psychologie Deel 3: Relaties, Seksualiteit en Opvoeding, - Boek 3: Relaties. 

Een overzicht van mijn gepubliceerde boeken vind je op www.henkcoudenys.be

maandag 10 maart 2025

Hoogsensitief – Anders Bekeken Voorwoord bij de derde druk

 

Hoogsensitief – Anders Bekeken

Voorwoord bij de derde druk

ISBN 9789077101209

In 2016 verscheen Hoogsensitief – Anders Bekeken (eerste druk). Sindsdien heb ik meer dan twintig aanvullende hoofdstukjes geschreven en gepubliceerd op mijn blog. De eerste helft hiervan werd
geïntegreerd in de tweede uitgave die in 2018 werd gedrukt. In de huidige, nieuwe versie van 2025 zijn de overige aanvullende hoofdstukjes achteraan in het boek opgenomen.

De toegevoegde waarde van Hoogsensitief – Anders bekeken aan de intussen zeer omvangrijke literatuur over dit onderwerp bevindt zich onder meer in de volgende inzichten:

  • Alhoewel de meeste hooggevoelige personen introvert zijn, bestaan er ook veel extraverte hoogsensitieven. Zij worden minder snel herkend in hun hoogsensitiviteit.

  • Hetzelfde geldt met betrekking tot bedachtzaamheid versus impulsiviteit: meestal gaat hoogsensitiviteit hand in hand met bedachtzaamheid, maar soms ook zit hoogsensitiviteit ingebed in een impulsieve persoonlijkheid.

  • In tegenstelling tot wat algemeen aangenomen wordt, is hoogsensitiviteit niet altijd aangeboren. Het kan ook ontstaan in reactie op een bijna-doodervaring of een ervaring die hieraan verwant is.

  • Er is heel wat verwarring tussen hoogsensitiviteit en autisme, omdat hooggevoelige mensen die chronisch overprikkeld zijn (tijdelijk of in specifieke omstandigheden) op een gelijkaardige
    manier functioneren als mensen met autisme.

  • Overgevoeligheid ten gevolge van traumatisering leidt tot gelijkaardige reactiepatronen als bij hoogsensitiviteit, maar dat geldt ook voor niet-hooggevoelige getraumatiseerde mensen. Er zijn nog steeds duidelijke verschillen tussen beide in de mate waarin empathie plaats inneemt in hun functioneren.

  • En ten slotte biedt de invalshoek van de reïncarnatiepsychologie interessante bijkomende inzichten.


Ik hoop dat dit boek aan ieder die het nodig heeft de juiste inzichten biedt, vooral deze die helpen om een geschonden zelfbeeld te herstellen en beter te leren omgaan met de hoogsensitiviteit van zichzelf of van anderen.


Henk Coudenys,

13 januari 2025



zaterdag 1 februari 2025

Van Borderline tot Narcisme

 

Hoe narcisme ontstaat vanuit hechtingsstoornissen

Het voorstadium van narcisme is ‘borderline1’. Ik spreek hierbij liever van een’ borderlinepatroon’ dan van een ‘borderlinestoornis’. Sowieso is ‘borderline’ een lelijk woord dat inhoudelijk overigens nergens op slaat. Dit begrip stamt uit de beginjaren van de psychiatrie, toen er nog gewerkt werd met een tweeledige classificatie van psychiatrische problemen. Enerzijds had je de neuroses en anderzijds de psychoses. En dan had je nog iets met kenmerken van beide en dat werd borderline genoemd. Feitelijk gaat het hier om de gevolgen van een onveilige hechting tijdens de jeugd op de ontwikkeling van de persoonlijkheid. De specifieke trauma’s die met hechtingsproblematiek gepaard gaan, uiten zich in herkenbare gedragspatronen en manieren van functioneren, onder meer felle en soms extreme jaloezie, mensen op een voetstuk plaatsen om ze er daarna terug af te laten donderen en onbetrouwbaarheid in hun emotionele engagementen. Maar vooral hebben ze een nooit te lessen dorst naar bevestiging. Mensen met borderline hebben als kind vrijwel voortdurend meegemaakt dat er met hun emotionele grenzen geen rekening werd gehouden. Indien het begrip borderline aan dit feit gelinkt wordt, heeft het nog enige betekenis.

De eenvoudigste manier om te begrijpen wat er gebeurt bij iemand met een borderlinepatroon is door je te verplaatsen in een kind dat bij onbetrouwbare ouders opgroeit. Het is nooit echt honderd procent veilig, want als er eens geen spanningen zijn dan kan de sfeer zo weer omslaan. Op emotioneel vlak zijn de ouders vaker afwezig dan aanwezig en op begrip voor je eigen emoties en behoeften hoef je niet te rekenen. Het kan zijn dat je in materieel opzicht niets te kort komt en dat je in intellectueel opzicht best wel ontwikkelingskansen krijgt of zelfs intens gestimuleerd wordt, maar als het om je emotionele ontwikkeling gaat, sta je er al vanaf het prille begin alleen voor. Emotionele onveiligheid is het vertrouwde, emotionele veiligheid is waar je naar verlangt zonder dat het ooit bereikbaar wordt. Gevolg: in al je menselijke interacties en relaties is wantrouwen je vertrekpunt; je hebt immers niet geleerd om te vertrouwen omdat je niet uit ervaring weet wat betrouwbaarheid is.

Een van de meest hardnekkige gevolgen hiervan is een enorme behoefte aan emotioneel kwalitatieve en veilige aandacht, maar aangezien iemand met borderline niet in staat is om te herkennen wanneer aandacht gepaard gaat met emotionele veiligheid en daarenboven bang is om deze aandacht echt te ontvangen – het onbekende wordt immers als onveilig ervaren – kan dit heel gemakkelijk leiden tot afglijden in de bodemloze put van een ziekelijke aandachtsbehoefte.

Ontdekt iemand met een dergelijk patroon een manier om veel aandacht en waardering te verwerven, meestal door de ontwikkeling van een talent waar de buitenwereld veel waardering voor heeft, dan kan dit leiden tot een overexploitatie van dat talent, louter in functie van de bevestigende aandacht die men hiervoor krijgt. En dan opent zich de weg naar narcisme.

Mensen met een borderlinepatroon die daarentegen al op jonge leeftijd therapeutische hulp zoeken voor hun hechtingstrauma, maken veel minder kans om in deze valkuil terecht te komen.

Narcisme kan meerdere wortels hebben. De wortel in het huidige leven situeert zich in de jeugd. Naast emotionele verwaarlozing kan het gaan om een gebrek aan erkenning voor hun talenten en voor wat uit henzelf komt tout court. Vaak gaat dat laatste samen met een ernstige verwaarlozing van de emotionele behoeften. Als kind worden ze veel te weinig gestimuleerd of erg eenzijdig gestimuleerd. In dat laatste geval gaat het meestal om een intellectuele stimulans in combinatie met ernstige verwaarlozing van emotionele, spirituele en/of creatieve behoeften. Ze moeten ofwel hun eigen talenten ontdekken en buiten hun ouders of opvoeders om ontwikkelen, of ze worden door hen uitsluitend bevestigd indien ze een bepaald eenzijdig talent ontwikkelen en vooral indien ze dit ten toon te spreiden.

  • Een voorbeeld van het eerste principe is een vrouw die als kind in kansarmoede opgroeide. Haar jeugd kenmerkte zich door grauwe verveling. Als tiener liep ze van huis weg en al uitgaand ontwikkelde ze haar danstalent. Hiermee kwam ze als volwassene pas halfweg haar leven naar buiten en het bescheiden succes dat ze had als regisseuse en danseres, verdween in de bodemloze put van de onbevredigde behoefte aan erkenning. Ze was dan ook permanent jaloers op anderen die meer succes genoten.

  • Een man kreeg als kind weinig tot geen affectie van zijn moeder. Hij kreeg enkel bevestiging van haar als hij er goed uit zag (d.w.z. als hij mooi gekleed rondliep) en voor zijn studieprestaties. Als volwassene gedroeg hij zich als een dandy die een nooit aflatende stroom van aandacht van vrouwen wist te verzamelen. In zijn beroep combineerde hij zijn vakbekwaamheid met een tikkeltje arrogantie en vooral veel dedain naar zijn collega’s toe, met uitzondering van zijn eigen leerlingen, van wie velen hem op handen droegen.

De innerlijke tegenpool van het volkomen gebrek aan eigenwaarde van de narcist, wordt gevormd door hoogmoed en zelfoverschatting. Hoe meer erkenning en status een narcist krijgt, hoe hoogmoediger en arroganter hij zich gedraagt. Uiteindelijk is het alleen dat nog wat telt en bij velen gaat hun creativiteit uiteindelijk lijden onder het succes. Eindelijk lijkt er voldoende invulling voor de innerlijke leegte te komen en ze doen er dan ook alles aan om deze stroom vast te houden. Een succesrijke narcist vertoont dan ook steeds meer gelijkenissen met een psychopaat: de machtspositie en de consolidatie ervan worden belangrijker dan het verder ontwikkelen van hun talent. Alle middelen zijn op den duur goed, ook al betekent dit dat de eigen creativiteit verloochend moet worden. Desnoods wordt er bedrog gepleegd en blufpoker wordt steeds vaker aangewend om te doen alsof men nog iets te bieden heeft. Dergelijke patronen zijn gemakkelijk te herkennen bij getalenteerde mensen die steeds vaker in de media komen als bv gerechtsdeskundige, wetenschapper, ontwerper, acteur, muzikant of zanger.

Een tweede bron voor het ontstaan van narcisme vinden we in de vorige-levensgeschiedenis. Vaak hebben dergelijke mensen meerdere levens achter de rug waarbij ze in een schier onaantastbare positie stonden. Voorbeelden hiervan zijn adellijke machtshebbers, (hoge)priesters, profeten, legerbevelhebbers, zeekapiteins, uitgesproken rijke mensen en leden van de hogere sociale klassen. De hybris die ze daaraan hebben overgehouden (onder de vorm van een hoogmoedige schaduwdeelpersoonlijkheid) dient karmisch gecompenseerd te worden door levens waarin ze tijdens hun jeugd weinig op een schoteltje aangereikt krijgen. Ze moeten nu alles zien te verkrijgen door hard en bescheiden te werken. Vaak loopt dit mis en trekt zo iemand een traumatiserende jeugd aan, waarbij een innerlijke leegte ontstaat die hij poogt op te vullen vanuit een niet aflatende behoefte aan aandacht. Dit vormt een perfecte kapstok waaraan de hoogmoedige schaduw zich kan vasthaken van zodra er voldoende erkenning komt voor wat hij uit zichzelf presteert.

Een vaak voorkomende combinatie van factoren die leidt tot het ontstaan van narcisme bestaat uit een emotioneel onveilige hechting (geen aandacht krijgen voor je emotionele behoeften) ten opzichte van minstens één van de ouders, vorige-levenservaringen waarbij men ofwel op een voetstuk werd geplaatst ofwel als minderwaardig werd behandeld, plus opgroeien tussen mensen die zichzelf superieur achten ten opzichte van hun medemensen omwille van hun rijkdom, beroep, sterrenstatus, afkomst, sociale klasse, geloof, huidskleur of wat dan ook. Wie met een innerlijke leegte en emotionele eenzaamheid kampt en tezelfdertijd opgroeit in een narcistische cultuur loopt veel risico om zelf ook in narcisme af te glijden. Het is een typisch voorbeeld van slachtofferschap dat onder impuls van een innerlijke schaduw uitgroeit tot daderschap.

Vooral indien een bestaande schaduwdeelpersoonlijkheid uit vroegere incarnaties gereactiveerd kan worden is dit risico groot. Gedroeg men zich in dat verre verleden ook reeds narcistisch, dan kan dit zomaar terug de kop op steken. Was men toen het slachtoffer van discriminatie, dan kan de schaduwzijde hiervan – de drang om zich koste wat kost te laten gelden en op die manier genoegdoening te eisen – de aanzet vormen tot narcistisch gedrag.


Andere wegen naar narcisme

Lang niet alle mensen met een borderlinepatroon glijden af richting narcisme. Omgekeerd zijn niet alle narcisten hun leven begonnen als slachtoffers van onbetrouwbare ouders of opvoeders. In plaats van een hechtingsstoornis kunnen er ook andere jeugdtrauma’s bestaan die gecompenseerd worden met narcistisch gedrag.

Een voorbeeld hiervan was een jongetje dat in de lagere school niet meekon met het leertempo. Hij verzon tegenover de leerkracht telkens nieuwe excuses voor het feit dat hij zijn huistaken niet af had en als hij in de klas niet mee was, stak hij de schuld altijd op andere kinderen die zogenaamd zijn aandacht steevast afleidden. Aangezien dat laatste ook wel gebeurde, kwam hij maar al te vaak weg met dit excuus. Thuis gebeurde hetzelfde: zijn mama had weliswaar wel door dat hij allerlei uitvluchten verzond voor zijn slechte prestaties, maar liet hem ermee wegkomen. Ze voelde zijn achterliggende onmacht, had medelijden met hem en kreeg het niet over haar hart om hem terecht te wijzen voor zijn vele leugentjes. Hierdoor voelde de jongen zich bevestigd dat zijn strategie om de verantwoordelijkheid van zich af te schuiven werkte. Hij bleef hierin volharden en tegen dat hij volwassen was, had hij sterk narcistische gedragspatronen ontwikkeld.

Een andere ingang tot narcisme ontstaat indien kinderen in het gezin waarin ze opgroeien telkens weer met manipulatieve gedragspatronen van de ene ouder naar de andere geconfronteerd worden en hierbij merken dat de manipulator steevast aan het langste eind trekt. Indien deze niet systematisch gecorrigeerd worden terwijl ze dergelijk gedrag nabootsen, ontwikkelen ze zelf narcistische gedragspatronen en deze kunnen uiteindelijk hun ik-persoonlijkheid gaan overheersen.

Maar wie in een dergelijke sfeer opgroeit, ervaart zelden voldoende emotionele veiligheid. In die zin is een dergelijke jeugd opnieuw een voorbeeld van het meest voorkomende patroon dat tot narcisme kan leiden, namelijk een hechtingstrauma.

1 Hierop wordt dieper ingegaan in Karmische Psychologie 3, Boek II: Moeilijk in de Omgang.

 

************************************************************************************

Deze tekst is een voorpublicatie van mijn volgende boek uit de reeks Karmische Psychologie,

Karmische Psychologie Deel 4: Aarde en Schaduw, Boek III: Psychopathie en Narcisme.

Dit boek verschijnt medio 2025. 

Een overzicht van mijn gepubliceerde boeken vind je op www.henkcoudenys.be