woensdag 16 augustus 2023

De Archetypische Schaduw herbekeken

Diverse invalshoeken om de Schaduw te begrijpen


In Jungs visie met betrekking tot de Schaduw ging het om een archetype, een gegeven dat alle mensen gemeenschappelijk hebben en dat ook los van het individueel menselijk bewustzijn bestaat. Archetypes huizen in het ‘Collectief Onbewuste’, in dat deel van ons onbewuste dat alle mensen met elkaar verbindt en dat we dus gemeenschappelijk hebben. Zijn theoretische beschouwingen omtrent de Schaduw vloeiden voort uit de observatie dat dit psychische gegeven bij elk mens voorkomt en dat er universele kenmerken zijn die het individu en de cultuur overstijgen. Vandaar dat hij het een archetype noemde.

Wat hij over de Archetypische Schaduw schreef, ging in wezen over wat ik verderop de ‘Schaduw van de Mensheid’ zal noemen. Dit is het geheel van alle potentiële en bestaande menselijke kenmerken of eigenschappen die door het collectief van de mensheid afgekeurd worden en in de mate van het mogelijke ook worden uitgebannen, zowel uit ons gedrag als uit ons bewustzijn. Zijn beschouwingen over de Archetypische Schaduw waren voor Jung het vertrekpunt om na te gaan hoe deze zich bij individuele mensen manifesteerde.

In wat hierna volgt, kijken we in de andere richting: we vertrekken van de individuele mens en de individuele verschillen en werken toe naar de collectieve eigenschappen van de Schaduw.


Om te beginnen bekijken we de Schaduw op het niveau van de individuele mens. Elk individu heeft twee verschillende Individuele Schaduwen, die zich op verschillende zijnsniveaus presenteren.

De Persoonlijke Schaduw ontstaat tijdens de opvoeding. Alle gedragspatronen en uitingen van emoties die ongewenst zijn in de cultuur waarin jouw opvoeders je opvoeden, leer je te onderdrukken. Dit leidt tot het ontstaan van taboes die niet zelden in strijd zijn met onze instinctieve reflexen. Maar van cultuur tot cultuur - en zelfs van gezin tot gezin - kunnen hierbij sterke verschillen optreden. Agressie, liegen en stelen worden in de meeste gevallen taboe verklaard, maar niet altijd en overal. Het uiten van emoties en gevoelens kan als wenselijk beschouwd worden of belachelijk gemaakt worden. Spirituele waarden en intuïtie kunnen gecultiveerd worden of afgewezen worden. Religieuze waarden en normen worden nu eens hoog in het vaandel gedragen, dan weer tot onzin verklaard. Het hangt er dus maar vanaf in welk gezin je incarneert en door wie je opgevoed wordt en dit kan tot heel verschillende inhouden van de Persoonlijk Schaduw kan leiden. Ook trauma’s hebben hier hun invloed op omdat angstaanjagende ervaringen tot gevolg hebben dat gedragspatronen die niet noodzakelijk door de opvoeding afgewezen worden, toch in de Schaduw terecht kunnen komen omdat deze met het trauma worden geassocieerd.


De Schaduw op wezensniveau of Wezenlijke Schaduw omvat alle kenmerken die iemand tijdens zijn of haar opeenvolgende incarnaties heeft ontwikkeld maar die door het eigen Wezen afgewezen worden. Dit zijn de ‘resten' die achterblijven nadat het Wezen uit de ik-persoonlijkheid alles heeft geïntegreerd waarmee het zich wenst te verbinden. Deze selectie gebeurt in de regel tijdens het sterven, waarbij het ego ontbindt en zijn informatie en kwaliteiten beschikbaar stelt voor het Wezen. Hierbij kunnen van mens tot mens grote verschillen optreden. Wat het ene Wezen integreert, kan immers door een ander Wezen afgewezen worden.

Een veelvoorkomend voorbeeld hiervan heeft betrekking op de dualiteit man-vrouw. Er zijn menselijke Wezens die deze tweedeling accepteren als een onvermijdelijkheid die samenhangt met incarneren op aarde (wat het overigens ook is) en die bijgevolg een sterke dualiteit in zichzelf ontwikkelen, met het ontstaan van een mannelijke ontwikkelingslijn en een vrouwelijke ontwikkelingslijn tot gevolg, die doorheen de opeenvolgende incarnaties min of meer onafhankelijk van elkaar evolueren. In dit geval is er geen verband tussen de man-vrouwdualiteit en de Wezenlijke Schaduw.

Andere Wezens daarentegen verwerpen de man-vrouwdualiteit en alle aardse persoonlijkheidsontwikkelingen die hierbij horen. Deze Wezens integreren enkel die menselijke eigenschappen en accepteren enkel deze leerprocessen die het man zijn of het vrouw zijn overstijgen en ze ontwikkelen een Schaduw die alle typische menselijke beperkingen bevat die het gevolg zijn van ofwel man, ofwel vrouw te zijn op aarde.

Er zijn ook mensen wiens Wezen ofwel het vrouw zijn naar de Schaduw verbant, ofwel het man zijn. Dit is een reactie op opeenvolgende negatieve ervaringen tijdens incarnaties als vrouw of als man.


De individuele Wezenlijke Schaduw kan daarnaast ook sterk afwijken van de collectieve Schaduw van de Mensheid.

Net zoals in het eerste voorbeeld behoort de man-vrouwdualiteit niet tot de Schaduw van de Mensheid. De Akashakronieken bevatten heel veel nuttige inzichten met betrekking tot hoe we via de afwisseling van mannelijke en vrouwelijke levens kunnen evolueren.


Maar niet alles wat door het Wezen wordt afgewezen, wordt tevens door de ik-persoonlijkheid van diezelfde mens afgestoten. Wat dat betreft kunnen er ernstige innerlijke conflicten ontstaan tussen de opvattingen van het Wezen (voelbaar in het hart) en deze van het ik of ego (voelbaar in hoofd en/of onderbuik). De Persoonlijke Schaduw is in dat geval ook beduidend anders dan de Wezenlijke Schaduw. Een voorbeeld:

De verbondenheid tussen mensen vertaalt zich in de praktijk in solidariteit, opofferingsgezindheid en altruïsme. In wezen zijn alle mensen met elkaar verbonden, wat leidt tot een gemeenschappelijk bewustzijn dat we hier het Akasha-bewustzijn hebben genoemd. Alles wat met verbondenheid te maken heeft, behoort dus per definitie tot de Akasha’s en niet tot de Schaduw van de Mensheid. Alhoewel elk menselijk Wezen bijgevolg de verbondenheid opzoekt en omarmt, is niet iedereen even tuk op bv opofferingsgezindheid. Bij veel mensen behoort opofferingsgezindheid dan ook tot hun individuele Wezenlijke Schaduw. Hier zien we een verschil tussen de Wezenlijke Schaduw van sommige individuele mensen en de Schaduw Akasha’s.

Een Wezen dat weliswaar niet bereid is over zijn eigen grenzen te gaan om een ander te helpen, kan toch erg goed in staat zijn om de verbondenheid met anderen te laten stromen en zich altruïstisch op te stellen, zolang het niet ten koste van zichzelf is. Maar dat betekent niet automatisch dat de ik-persoonlijkheid die bij datzelfde Wezen hoort, dezelfde ingesteldheid heeft. Het kan zijn dat dit ego veel egocentrischer van aard is dan zijn eigen Wezen en er in de praktijk van het dagelijks leven helemaal niet aan denkt zich altruïstisch op te stellen, ook al zou hij zich dit kunnen permitteren zonder zichzelf pijn te doen. Dit komt bv voor bij mensen die in een harde, zakelijke omgeving opgevoed worden en die als basiswaarde het streven naar persoonlijk succes meekrijgen. Altruïstisch gedrag behoort in dit geval tot de Persoonlijke Schaduw, ook al behoort dit kenmerk niet tot hun Wezenlijke Schaduw.

Dergelijke ongerijmdheden binnen één persoonlijkheidscomplex leiden tot innerlijke conflicten tussen wat men in het hart voelt te moeten doen (vanuit de wezenlijke ingesteldheid) en wat men vanuit het hoofd beslist om te doen (persoonlijke ingesteldheid).


In het voorbeeld hierboven vinden we overigens een thema terug dat ons reeds een eerste inzicht heeft in de evolutie van het Wezen van de Mensheid, van de mensheid als geheel dus. Naarmate er meer individuele menselijke wezens opofferingsgezindheid ten koste van zichzelf verwerpen, wordt dit aspect ook meer en meer naar de Collectieve Schaduw van de Mensheid verwezen en verdwijnt het langzaam maar zeker als basiskenmerk van de wezenlijke mens. Hierop komen we later terug.


Het geheel van de mensheid kunnen we op twee niveaus beschouwen, twee bewustzijns- en belevingsniveaus die gelijktijdig bestaan en die elkaar voortdurend beïnvloeden. Beide niveaus hebben hun eigen Schaduw. Deze schaduwen zijn echter niet identiek aan elkaar.

Het eerste bewustzijnsniveau is dat van de op aarde geïncarneerde deel van de mensheid. Een belangrijk aspect van dit belevingsniveau is dat de geïncarneerde mens onderhevig is aan aardse wetten en aan de noden en behoeften van een fysiek lichaam, en dit alles binnen een welbepaalde cultuur. Het tweede niveau is dat van het wezenlijke bewustzijn, het belevingsniveau van de ongeïncarneerde mens, die los van de aarde en los van alle lichamelijke en materiële beslommeringen blijft bestaan, over de incarnaties heen, zowel tijdens levens als tijdens tussenlevens.


Op het aardse belevingsniveau is er niet echt sprake van één collectieve Schaduw voor de ganse mensheid, maar wel van meerdere collectieve Culturele Schaduwen.

Van cultuur tot cultuur verschilt de inhoud van wat collectief naar de Schaduw wordt verbannen. Binnen eenzelfde cultuur geldt dit tevens voor de verschillende culturele stromingen. De Culturele Schaduw van de ene groep mensen kan daarbij precies de tegenovergestelde menselijke neigingen bevatten dan die van een andere groep.

Een voorbeeld hiervan vinden we binnen onze eigen dominante westerse cultuur. Er is een sterke stroming die stelt dat we enkel die kennis ernstig mogen nemen die door strikt wetenschappelijk onderzoek als bewezen wordt geacht. De Culturele Schaduw van deze stroming bevat dan ook alle kennis die via intuïtieve weg kan verkregen worden, evenals het de intuïtie zelf. Er bestaat echter een even sterkt tegencultuur die de wetenschappelijke manier van kennis verzamelen verwerpt als hopeloos kortzichtig en die zweert bij de louter intuïtieve benadering. Het rationeel wetenschappelijk denken wordt in hun geval naar de Culturele Schaduw verwezen.


De Culturele Schaduw heeft een grote invloed op de Persoonlijke Schaduw, maar doordat er binnen elke cultuur toch ook grote verschillen bestaan met betrekking tot was wenselijk is en wat taboe wordt verklaard, is de Persoonlijke Schaduw nooit identiek met die van de cultuur waarin men leeft.


Vanuit het wezenlijke belevingsniveau bekeken omvat de Schaduw alle menselijke kenmerken en kennis die door het Akashabewustzijn worden afgewezen. Dit is de Schaduw van het Wezen van de Mensheid, een Schaduw op collectief, wezenlijk niveau die niet louter met de ervaringen van de mensheid op aarde heeft te maken. Het menselijke Wezen doet immers ook ervaringen op tijdens tussenlevens en velen onder ons hebben een Wezen dat zich reeds ontwikkeld had in andere (onstoffelijke) belevingssferen voordat het tot incarnaties op aarde overging. Gemakshalve kunnen we ook spreken van de Schaduw Akasha’s. Hier zijn we overigens aangeland bij de Archetypische Schaduw uit het Jungiaanse denken.

De collectieve Schaduw van de op aarde geïncarneerde mensheid is inhoudelijk niet noodzakelijk identiek aan de Schaduw Akasha’s, al is ze even archetypisch. Deze is - zoals alles hier op aarde - tijdsgebonden en veranderlijk en afhankelijk van de verschillen in cultuur. Wat collectief aanvaard wordt of gemeenschappelijk wordt afgewezen, is immers sterk afhankelijk van de tijdsgeest. Het zijn niet noodzakelijk altijd wezenlijke waarden die collectief aanvaard worden en niet alles wat wezensvreemd is, wordt altijd en overal afgewezen.

Anderzijds zijn er aspecten van het menselijk functioneren die in vrijwel alle culturen naar de Schaduw verwezen worden. Deze zijn dus niet cultuurgebonden, maar wel typisch voor de op aarde geïncarneerde mens. Naast de Culturele Schaduwen hebben we op aarde feitelijk ook een collectieve Aardse Schaduw van de Mensheid.

Het volgende vergelijkende voorbeeld kan dit alles verduidelijken:

Tot de collectieve (en dus ook archetypische) Aardse Schaduw van de Mensheid behoort onder meer het plegen van incest. De logica hierachter is dat dit vanuit genetisch oogpunt tot degeneratie leidt, meer bepaald via erfelijke afwijkingen die ongunstig zijn om als individu te overleven. Tot de al even archetypische Schaduw van het Wezen van de Mensheid behoort onder meer het schenden van vertrouwen. Het plegen van incest is in de praktijk vrijwel altijd een daad van vertrouwensschending. In die zin overlappen beide Schaduwen elkaar. Maar de wezenlijke intieme band tussen twee mensen kan tijdens opeenvolgende incarnaties verschillende vormen aannemen. Zo kunnen twee mensen tijdens hun huidige incarnatie een broer-zus relatie hebben, terwijl ze tijdens een vorige incarnatie geliefden waren. Dit laatste kan doorwerken tijdens het huidige leven en voor een sterke emotionele verwarring zorgen, waarbij eventueel een incestueuze relatie tussen beiden ontstaat, zonder dat hierbij sprake is van dwang, manipulatie of het schenden van vertrouwen. Hierbij wordt een aards taboe geschonden en vallen ze ten prooi aan de collectieve Aardse Schaduw van de Mensheid, maar tezelfdertijd wordt er geen enkel taboe van het Wezen van de Mensheid doorbroken. Hun liefde voor elkaar is niet iets dat door het Wezen van de Mensheid naar de Schaduw is verwezen.

Er hebben culturen bestaan waarin het huwelijk tussen broer en zus was toegestaan, onder meer in bepaalde dynastieën van het oude Egypte. Hier zien we een culturele omkering van het aardse incesttaboe. Incest behoort in dit geval niet tot de Culturele Schaduw, al blijft het wel tot de archetypische Aardse Schaduw van de Mensheid behoren.


Het voorbeeld hierboven verklaart overigens een fenomeen dat vaak voorkomt: vrouwen die hun vader nooit hebben gekend, maar hem pas leren kennen als ze al geruime tijd volwassen zijn, worden heel vaak verliefd op hun vader en vice versa, waarbij de facto een van de meest taboeë incestueuze relaties ontstaat die we ons maar kunnen indenken. Maar in wezen is deze liefde in de regel zuiver. Een ander voorbeeld van dit ‘schaduwdilemma’ las ik in 2015 in de krant:

Een koppel met een kinderwens liet zich checken op eventuele genetisch overdraagbare afwijkingen. Beiden hadden ze een vergelijkbaar genetisch defect en beiden waren ze als kind verwekt met donorsperma. Na vergelijking van hun genetisch materiaal bleken ze verwekt te zijn met het zaad van dezelfde donor (in casu de behandelende fertiliteitsarts). Vanuit de geaarde mens bekeken waren ze dus onbewust ten prooi gevallen aan de Schaduw en beleefden ze een incestueuze broer-zusrelatie. Vanuit het gezichtspunt van de wezenlijke, ongeïncarneerde mens, beleefden ze een liefdesrelatie die op wezenlijke verbondenheid was gestoeld.


Vervolgens kunnen we de Schaduw bekijken vanuit het standpunt van het Aardewezen. Alle levende wezens op aarde zijn aan gelijkaardige natuurwetten onderhevig, niet alleen de mens dus. Sommige van deze natuurwetten, die we als persoonlijkheidseigenschappen van de Levende Aarde kunnen beschouwen, sluiten aan bij de wezenlijke waarden van de Mensheid, andere staan er lijnrecht tegenover. Enkele voorbeelden:

  • Mensen zijn van nature erg territoriaal, net zoals de meeste levensvormen op aarde. Planten concurreren om licht en palmen hun territorium in door sneller te groeien dan de concurrentie, al dan niet in combinatie met chemische oorlogsvoering door via de wortels stoffen af te scheiden die giftig zijn voor andere plantensoorten. Diersoorten uit alle geledingen van het dierenrijk bekampen elkaar om leefruimte en voedsel. De verliezers van een dergelijke strijd, trekken weg of gaan ten onder. Bij mensen ging het er het grootste deel van de tijd dat we op aarde bestaan gelijkaardig aan toe. Het Aardewezen zet ons bijgevolg aan tot gedragspatronen die vaak lijnrecht ingaan tegen de waarden van het Wezen van de Mensheid. Op dit niveau streven we immers naar het op aarde neerzetten van de verbondenheid die we in ongeïncarneerde toestand zo gemakkelijk kunnen ervaren. Aarde en Mensheid zijn wat dit betreft elkaars Schaduw.

  • Anderzijds is er op aarde een intense verwevenheid binnen stabiele ecosystemen, waarbij elke soort elkaar helpt om te overleven. Ondergrondse netwerken van mycelia (schimmels) verbinden alle samen levende plantensoorten met elkaar en via deze weg worden voedingsstoffen uitgewisseld. Insecten en hoger ontwikkelde dieren worden gevoed met overvloedig geproduceerde vruchten en verspreiden op hun beurt de zaden van planten wiens vruchten ze plukken. Andere insecten staan in voor de bevruchting van bloemen waaruit die zaden en vruchten kunnen ontstaan. Kortom, het leven is verweven over de grenzen van soorten heen, ondanks de concurrentie tussen soorten en zelfs tussen individuen van dezelfde soort. Hier zien we een overlapping tussen de kwaliteiten van het Aardewezen en die van het Wezen van de Mensheid. Beiden streven naar het neerzetten van verwevenheid en verbondenheid. Voor beiden is het zich afkeren van deze verwevenheid een aspect van de Schaduw. Zowel het Aardewezen als het Wezen van de Mensheid lijden bijgevolg actueel onder de teloorgang van de biodiversiteit en de geïntegreerde ecosystemen, wat het gevolg is van menselijke industriële activiteiten.


Op het geheel van de kenmerken van het Aardewezen en de Schaduw die hieruit voortvloeit, gaan we in een later hoofdstuk dieper in. Het Aardewezen vormt de voornaamste bron van hoe de mensheid op aarde functioneert en dit heeft een grote invloed op de Schaduw Akasha’s. Er kunnen immers gemakkelijk conflicten ontstaan tussen waar het Wezen van de Mensheid naar streeft en wat voor het Aardewezen wenselijk is.

Enerzijds zijn veel van de vervuilende menselijke activiteiten gericht op het verdelen van welstand over grote bevolkingsgroepen en vloeien ze dus voort uit het streven naar wezenlijke verbondenheid. In dit geval behoort wat wezenlijk is voor de mensheid tot de Schaduw vanuit het gezichtspunt van het Aardewezen. Maar veel vervuilende activiteiten vloeien ook louter voort uit egoïstisch winstbejag. In dit geval zien we een overlapping tussen de Schaduw van de Mensheid en die van het Aardewezen.


Is het ingewikkeld? Ja, tenminste indien we in theorie alle mogelijke invalshoeken van waaruit we de Schaduw kunnen benaderen op een rijtje zetten. Maar op het niveau van de individuele mens, waarbij we op zoek gaan naar hoe de Schaduw zich bij een concreet persoon manifesteert, bieden al die invalshoeken de mogelijkheid om vrij nauwkeurig uit te vissen waar de inhouden van iemands Schaduw vandaan komen en hoe we het moeten aanpakken om de innerlijke conflicten die hier het gevolg van zijn, kunnen aanpakken en oplossen. In de praktijk is het overigens meestal voldoende om vanuit één invalshoek per keer te werken, op basis van een concreet emotioneel probleem.


**********************************************************************************

Deze tekst vormt een hoofdstuk uit mijn boek 'De Integratie van de Schaduw'  (Karmische Psychologie, Deel 4: Aarde en Schaduw - Boek II; verschijnt ergens in 2023)

 



 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten