De verschillen tussen
hooggevoeligheid en autisme
Op
het eerste zicht lijkt het verschil tussen hooggevoeligheid en
autisme vanzelfsprekend: het gaat om twee tegenpolen. Hooggevoelige
mensen functioneren op basis van empathie, intuïtie en
inlevingsvermogen, terwijl bij autistische mensen net deze
basisfuncties slecht tot helemaal niet ontwikkeld zijn. Een gebrek
aan empathie is overigens totaal iets anders dan harteloosheid, ook
al kan het tot harteloos gedrag leiden. Empathie staat voor het
vermogen om spontaan mee te beleven met wat in een ander omgaat, met
de sfeer in een bepaalde situatie of met de achterliggende boodschap
bij iets wat verteld of uitgebeeld wordt. Het gaat niet over mentaal
weten of raden wat er bedoeld wordt, maar om innerlijk (of intuïtief)
weten. Dit weten komt tot stand door aanvoelen en meevoelen. Het is
deze basisfunctie die niet is ontwikkeld in het geval van autisme,
terwijl deze het bewustzijn overheerst in het geval hooggevoeligheid.
Het
tweede grote verschil betreft het vermogen om gebeurtenissen en
veranderingen emotioneel te verwerken. Dit is goed ontwikkeld bij
hoogsensitieven, maar gebrekkig tot niet ontwikkeld bij autistische
mensen. Het is echter met betrekking tot dit thema dat de
gelijkenissen in gedrag en reactiepatronen tussen beiden ontstaan,
wat tot heel wat verwarring kan leiden.
Autistische
mensen doen er alles aan om emotionele confrontaties te vermijden,
omdat ze al vroeg ervaren dat ze niet met emoties kunnen omgaan, dat
deze met hen weglopen zonder dat dit tot de verwerking leidt van
datgene wat de emoties heeft
opgewekt. Bijgevolg gaan de meesten ook systematisch nieuwe situaties en veranderingen uit de weg, want de kans op emoties is in die gevallen zeer groot.
opgewekt. Bijgevolg gaan de meesten ook systematisch nieuwe situaties en veranderingen uit de weg, want de kans op emoties is in die gevallen zeer groot.
Hooggevoelige
mensen kunnen op zich wel met veranderingen overweg, kunnen genieten
van het onverwachte, verwelkomen in de regel de gevoelens en de
emoties die dit met zich meebrengt, maar geraken veel sneller
overprikkeld dan de gemiddelde mens. Dit komt omdat ze op elke
prikkel veel intenser reageren en daar bovenop ook nog op meer
soorten prikkels reageren. Hierdoor geraakt hun emotioneel
verwerkingssysteem snel overbelast. De emoties die losbarsten bij
overbelasting zijn zeer heftig en soms is er heel wat tijd nodig om
tot verwerking te komen, omdat er nu eenmaal veel tegelijk moet
verwerkt worden. Daar vloeit een grote behoefte aan rust uit voort,
aan een tijd lang zich kunnen koesteren in een prikkelarme situatie.
Tijdens deze fasen zijn hooggevoelige mensen even afkerig van nieuwe
gebeurtenissen en veranderingen als autisten. Ze
klampen zich op eenzelfde manier vast aan veiligheid biedende structuren en routines. Ze ontwikkelen gelijkaardige strategieën om emotionele confrontaties te vermijden.
klampen zich op eenzelfde manier vast aan veiligheid biedende structuren en routines. Ze ontwikkelen gelijkaardige strategieën om emotionele confrontaties te vermijden.
De
meeste hooggevoelige mensen weigeren empathisch te reageren op hun
medemensen als ze tijdelijk gevangen zitten in deze
pseudo-autistische manier van functioneren die het gevolg is van
overprikkeling, maar dit betekent niet dat ze plots niet meer tot
empathie in staat zouden zijn.
Het
verschil is, dat het hier om een fase gaat, die weliswaar frequent
terugkeert, maar ook weer systematisch voorbij gaat. Deze fase wordt
in de regel gevolgd door een hernieuwde behoefte aan emotionele
prikkels. Tijdens deze nieuwe cyclus van wezenlijk en empathisch
functioneren, voelt de hooggevoelige mens zich in de regel schuldig
voor zijn gebrek aan empathie tijdens de overprikkelde fase. Daaruit
volgt vaak compensatiegedrag: extra aandacht besteden aan de mensen
die ze volgens hun eigen gevoel te kort hebben gedaan. Uiteraard
leidt dit
gemakkelijk tot opnieuw overprikkeld geraken. Sommige hooggevoelige mensen zitten dan ook gevangen in een zich steeds herhalende kringloop, waarbij empathisch functioneren afgewisseld wordt met pseudo-autisme. Op de mensen met wie ze langdurig omgaan, komen ze daardoor over alsof ze aan een vorm van autisme lijden. Een uitweg hieruit vinden is overigens niet zo moeilijk: meestal volstaat het om te leren nee zeggen en om op voorhand in te calculeren hoeveel emotioneel prikkelende situaties men aankan. Op tijd rust inplannen is een goed
alternatief voor tot rust gedwongen worden door overprikkeling.
gemakkelijk tot opnieuw overprikkeld geraken. Sommige hooggevoelige mensen zitten dan ook gevangen in een zich steeds herhalende kringloop, waarbij empathisch functioneren afgewisseld wordt met pseudo-autisme. Op de mensen met wie ze langdurig omgaan, komen ze daardoor over alsof ze aan een vorm van autisme lijden. Een uitweg hieruit vinden is overigens niet zo moeilijk: meestal volstaat het om te leren nee zeggen en om op voorhand in te calculeren hoeveel emotioneel prikkelende situaties men aankan. Op tijd rust inplannen is een goed
alternatief voor tot rust gedwongen worden door overprikkeling.
Autistische
mensen kennen die fasen niet. Zolang ze in een voor hen veilige
omgeving kunnen functioneren, zolang ze niet noodgedwongen
geconfronteerd worden met situaties die hun emotionaliteit prikkelen,
blijft het leven voor hen hanteerbaar. Uit zichzelf voelen ze geen
behoefte om ‘het gevaar’ (d.w.z. intense nieuwe prikkels) op te
zoeken, in tegenstelling tot hoogsensitieven. Hun empathisch
vermogen blijft gebrekkig, zowel wanneer ze in de ‘veilige modus’
kunnen functioneren, als
wanneer ze overprikkeld worden. Wel is het zo dat de beter functionerenden onder hen – mensen met het zogenaamde
Aspergersyndroom – gemakkelijker hun compensatiepatronen in stand kunnen houden, waardoor ze in beperkte mate nieuwe en onverwachte situaties aankunnen. In de regel gaat het om het vervangen van invoelen en aanvoelen door opgebouwde mentale kennis. Van zodra ze echter met hun emoties in aanraking komen, kunnen ze hier niet meer bij en slaan ze zoals alle autistische mensen tilt.
wanneer ze overprikkeld worden. Wel is het zo dat de beter functionerenden onder hen – mensen met het zogenaamde
Aspergersyndroom – gemakkelijker hun compensatiepatronen in stand kunnen houden, waardoor ze in beperkte mate nieuwe en onverwachte situaties aankunnen. In de regel gaat het om het vervangen van invoelen en aanvoelen door opgebouwde mentale kennis. Van zodra ze echter met hun emoties in aanraking komen, kunnen ze hier niet meer bij en slaan ze zoals alle autistische mensen tilt.
***
Uit: Henk Coudenys: Autisme en Vorige Levens, tweede druk. ISBN 9789077101094
Dit boek kan in alle boekhandels en internetboekhandels besteld worden en ook via mijn website:
www.henkcoudenys.be
Geen opmerkingen:
Een reactie posten