dinsdag 27 februari 2018

Hoogsensitiviteit en reïncarnatiepsychologie – Een brug te ver?

Hoogsensitiviteit en reïncarnatiepsychologie – Een brug te ver?

Ik heb u en het boek even opgezocht op het net en ik bots op een eerste struikelblok....reincarnatie'psychologie'??
Ik ben academisch opgeleid, wat niet betekent dat ik niet open sta voor 'alternatieve' denkpistes maar dit is me toch een brug te ver, met alle respect. Vriendelijke groeten, A. B.

Van deze reactie op mijn boek ‘Hoogsensitief – Anders Bekeken’ schrik ik niet. Vanuit de gevestigde academische wereld is dit het enige mogelijke respectabele en logische oordeel. Zelf ben ik opgeleid als bioloog en ken ik de wetenschappelijke denkprocessen door en door. In de biologie is alles veel meet- en quantificeerbaarder dan in de menswetenschappen, in casu de psychologie. Maar toch heb ik voor mezelf een uitbreiding van het wetenschappelijk geaccepteerde denkkader nodig en wel om de volgende reden: in de realiteit bots ik namelijk al te vaak op zowel menselijke problemen als menselijke kwaliteiten die niet op een logische manier te verklaren zijn met het huidige denkkader van de psychologie. Ter vergelijking: tijdens de vorige eeuw hadden de meest vooraanstaande fysici eveneens met waarnemingen te maken die niet strookten met de gevestigde inzichten die door Newton en co waren uitgewerkt. Het leidde tot Einsteins relativiteitstheorie en tot de quantumfysica, twee wetenschappelijke theorieën die niet in taal uit te drukken zijn, tenzij je je van metafysische metaforen bedient. Als het over de uitbreiding van het psychologisch denkkader gaat in de richting van reïncarnatiepsychologie, beschouw ik mezelf niet als een grensverleggend pionier. Ik ben alleen maar goed in het consequent toepassen van een theorie waaraan door anderen is vorm gegeven. Einstein, Planck, Heisenberg en co waren daarentegen groots in hun denken en hun pionierswerk. De resultaten van hun werk zijn overigens nog steeds onbegrijpelijk voor de gewone mens.
De les die ik hieruit geleerd heb, als wetenschapper, is: wijken bepaalde waarnemingen consequent af van wat de theorie voorspelt, negeer ze dan niet, maar zoek naar een logische verklaring via een uitbreiding van de theorie.
Niet zelden gaat het om hoogsensitieve personen indien het verklarend gehalte van de huidige psychologie te kort schiet. Ik geef twee voorbeelden:
1/ Een (hooggevoelige) vrouw van ongeveer vijfendertig had een succesvolle carrière als advocate, een bevredigende relatie en verder geen sociale of praktische moeilijkheden. Toch leed ze onder een verregaand gevoel van zinloosheid, alsof haar leven doelloos en uitzichtloos was. Na een ganse resem therapeuten en therapieën die noch een verklaring, noch een oplossing voor haar innerlijk lijden boden, onderging ze een regressie. Het verhaal dat ze herbeleefde leek zich ergens af te spelen in het Midden-Oosten en was even banaal als grauw. Ze ervoer zichzelf als een jonge vrouw die leefde in een kamp waar niets te beleven viel en waar alleen maar andere vrouwen leefden, één en al uitzichtloosheid en verveling. Uit een nabijgelegen legerkamp stal ze een jeep waarmee ze de woestijn inreed. Auto rijden kon ze niet. Ze reed zich te pletter en stierf. Einde verhaal. Maar bizar genoeg betekende deze regressie tevens het einde van haar innerlijke lijdensweg. Tijdens de weken erna ervoer ze opnieuw levensvreugde en kon ze haar leven zoals het nu was volledig ontvangen, voor het eerst en blijvend.
Een redenering die vanuit klassieke psychologische hoek in dergelijke gevallen vaak gemaakt wordt is dat het om ‘dekherinneringen’ zou gaan, met andere woorden: een fantasieverhaal dat alle emoties bevat van een echte herinnering, maar herwerkt tot een ander verhaal dan wat werkelijk is gebeurd. Nogal ver gezocht, die theorie, zeker als je met mensen te maken hebt die hun jeugd reeds tot in detail hebben uitgeplozen. De gerenommeerde psychiater Raymond Moody, de pionier van het onderzoek naar bijna-doodervaringen schreef vanuit zijn eigen praktijk een boek over dergelijke resultaten van reïncarnatie- en regressietherapie. Hierin bekent hij geen verklaring te hebben voor de positieve effecten ervan, maar dat hij desondanks niet in reïncarnatie gelooft. Een wetenschappelijk principe stelt nochtans dat aan de eenvoudigste theorie die het grootst verklarend vermogen heeft, de voorkeur moet gegeven worden. Reïncarnatiedenken biedt in dit geval een eenvoudige en logische verklaring die tevens een groot verklarend vermogen heeft. Klinkt ‘dekherinneringen’ nu echt logischer?
2/ Een hoogsensitieve en hoogbegaafde vrouw van halfweg de veertig was opgegroeid in een gezin dat gedomineerd werd door een aan alcohol verslaafde vader die erop los sloeg indien hij dronken was. Waarvoor en wanneer hij kwaad en agressief zou worden was onvoorspelbaar. Het enige voorspelbare was dat hij vrijwel voortdurend dronken liep. Hij stierf aan de gevolgen van zijn alcoholmisbruik toen haar adolescentie aanbrak. Met haar moeder had ze niet de minste gevoelsband; ook kreeg ze van haar nooit bescherming. Ze was de favoriete pispaal en boksbal van haar vader. Ze werd daarenboven voortdurend door haar moeder weggeduwd, letterlijk en figuurlijk. De enige liefde die ze zag tijdens haar jeugd was die van haar moeder voor haar jongere broer. Compenserende vader- of moederfiguren waren er niet in haar leven.
Zo iemand groeit normaal gezien op tot een volwassen mens met zware hechtingsstoornissen en een borderlinepersoonlijkheid. Toch was dit niet zo in haar geval. Ze genoot en geniet de voordelen van een zeer sterke innerlijke verbondenheid waarop ze als volwassen mens steevast kan terugvallen. In tegenstelling tot de meeste van haar lotgenoten herhaalt ze de destructieve relatie van haar ouders niet in haar eigen leven. Ze gaat door het leven als een empathisch mens met even weinig of even veel emotionele en hechtingsmoeilijkheden als iemand die een doorsnee jeugd zonder zware traumatisering heeft genoten.
Het ontwikkelen van een evenwichtige, stabiele persoonlijkheid onder ernstig traumatiserende omstandigheden valt niet te verklaren vanuit de ontwikkelingspsychologie. Toch komt het regelmatig voor. Het denkkader van de reïncarnatiepsychologie biedt hier wel een hypothetische verklaring voor: de innerlijke verbondenheid en stabiliteit kan je tijdens vorige levens ontwikkeld hebben (net zoals andere talenten waarmee je geboren kan worden). In het geval van deze vrouw diende ze dit dus niet te ontwikkelen, maar kon ze terugvallen op een zeldzaam goed ontwikkelde menselijke kwaliteit die ze reeds bij haar geboorte had.

Ik schat dat voor minstens negentig procent van de psychische mogelijkheden en moeilijkheden de huidige ontwikkelingspsychologie een afdoende verklaring kan bieden. De uitzonderingen op deze regel behoeven een alternatieve verklaring, net zoals quantumprocessen of gemeten afwijkingen van de zwaartekracht en de lichtsnelheid niet kunnen verklaard worden door de Newtoniaanse fysica. Reïncarnatiepsychologie biedt een poging hiertoe, niets meer maar ook niets minder.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten