zondag 20 april 2025

Een manipulatieve autist is geen narcist

 

De manipulatieve autist

Autistische mensen zijn niet per definitie manipulatief; de meesten zijn dit zelfs helemaal niet. Er bestaan echter wel autistische mensen bij wie het autisme is ingekapseld in een persoonlijkheid die zelfvertrouwen en autoriteit combineert met de typische drang om confrontaties met hun emoties te vermijden. Daar waar andere autisten daartoe strategieën ontwikkelen die gebaseerd zijn op angst, bouwen zij hun ontwijkingstrategie op afkeuring en gezag. Situaties die hun in verlegenheid zouden kunnen brengen omdat hun emoties met hen op de loop zouden gaan, worden moreel afgekeurd. De mensen die met hen samenleven en samenwerken, worden met gezag van hun voornemens af gebracht indien deze ongewenste emotionele prikkels voor de autist inhouden. Dergelijk gedrag kan zeer dwingende vormen aannemen.

Een voorbeeld hiervan was een autistische man die niet met uitingen van affectie overweg kon, wat algemeen voorkomt in het geval van autisme. Als wetenschapper identificeerde hij zich met het stoïcisme, de levensfilosofie die stelt dat emotionaliteit minderwaardig is en dat zuiver rationele reacties hieraan superieur zijn. In zijn gezin verbood hij zijn kinderen en zijn levenspartner om hun emoties te laten zien. Huilen, lachen en kwaad worden, werden sterk afgekeurd en desnoods bestraft. Op zijn werk reageerde hij steevast met een minachtende blik en afkeurende opmerkingen op collega’s en ondergeschikten die hun emoties niet wisten te verbergen. Dit had op zijn kinderen, zijn partner en op de gevoelige en kwetsbare mensen in zijn professionele omgeving een erg negatief effect. Hun zelfvertrouwen en zelfbeeld werd erdoor naar beneden gehaald. Minder gevoelige collega’s daarentegen dreven achter zijn rug de spot met hem omwille van de stereotiepe reacties en gezichtsuitdrukkingen waarmee hij op emoties reageerde. Afgezien van deze onhebbelijkheden vertoonde hij een rechtlijnige rechtvaardigheid en was hij scrupuleus eerlijk.

Alhoewel dergelijke mensen reactiepatronen vertonen die veel parallellen vertonen met deze van narcisten, is de achterliggende innerlijke drijfveer van een totaal andere aard. Het gaat immers om onmacht, om een onvermogen om met emoties om te gaan, in plaats van een innerlijke leegte die met afgedwongen aandacht moet opgevuld worden.

Autistische mensen die in dat soort copingstrategieën gevangen zitten, kunnen echter wel veranderen. Om te beginnen is hun gedrag grotendeels het gevolg van hoe ze zelf werden opgevoed en van hoe het er in het milieu waarin ze opgegroeid zijn aan toe ging. Mits wat goede wil en motivatie is het echter mogelijk om hen te leren respectvoller om te gaan met hun medemensen. Het volgende voorbeeld is wat dat betreft erg hoopgevend:

Een vrouw was na vijftien jaar huwelijk de wanhoop nabij. Ze werd door haar man systematisch gekleineerd en belachelijk gemaakt omwille van haar heftige emoties. Vooral tijdens bijeenkomsten met zijn familie kon hij het nooit laten publiekelijk denigrerende opmerkingen over haar te maken. Haar therapeut opperde de mogelijkheid dat haar partner een vorm van autisme had en niet besefte hoe diep hij haar met zijn gedrag kwetste. Na verdere analyse van de situatie bleek dat hij zich precies zo gedroeg als de rest van zijn familie. Elkaar publiekelijk kleineren was blijkbaar een vast ritueel dat hij reeds van kindsbeen af had meegemaakt en dat hij nooit in vraag had gesteld. Nu de dreiging van een echtscheiding hem boven het hoofd hing, ging hij akkoord om zich op autisme te laten testen. Hij bleek het syndroom van Asperger te hebben: een vorm van autisme die gecombineerd gaat met een hoge intelligentie waardoor hij zich goed kon aanpassen aan de vereisten van het sociale leven. Aanvoelen wat er in een ander omging, kon hij echter niet, zich inleven in de emotionele leefwereld van zijn partner evenmin. Hij volgde een intens traject bij een autismecoach en leerde het verschil kennen tussen zijn manier van beleven en die van andere mensen, met een focus op hoe hij zich empathisch kon leren opstellen tegenover zijn vrouw en zijn kinderen. Zij leerde op haar beurt om zijn soms ongevoelige verbale uitlatingen niet automatisch te interpreteren vanuit haar eigen emotionaliteit. Ze begreep steeds beter zijn nood aan ondubbelzinnige en duidelijke communicatie.. Twee jaar later was er van een echtscheiding geen sprake meer, maar wel van een steeds grotere toenadering tot elkaar en werd hun relatie gekenmerkt door wederzijdse zorgzaamheid.

************************************************************************************

Deze tekst is een voorpublicatie van mijn volgende boek uit de reeks Karmische Psychologie,

Karmische Psychologie Deel 4: Aarde en Schaduw, Boek III: Psychopathie en Narcisme.

Dit boek verschijnt wellicht in het najaar van  2025. 

Een overzicht van mijn gepubliceerde boeken vind je op www.henkcoudenys.be



zondag 23 maart 2025

Vriendschap

 

Vriendschap

‘Wil je mijn vriend zijn?’ kreeg ik als vraag. Ik wist niet wat ik daarop kon antwoorden. Vriendschap is immers niet iets van willen of moeten. Vriendschap ontstaat of het ontstaat niet. Het is als een zaadje dat pas kiemt als het in vruchtbare aarde terechtkomt en in de juiste klimatologische omstandigheden. Er kan een boom uit opgroeien of een piepklein plantje. Wat het wordt, dat weet je op voorhand niet.

Sommige vriendschappen groeien traag maar gestaag. Het zijn als plantjes die lang groen blijven, steeds meer bladeren maken om pas na lange tijd te bloeien.

Andere ontstaan als in een explosie van kleur. Eerst zijn er bloemen en dan pas ontluikt de rest van de plant. Dit zijn de vriendschappen die vrolijk beginnen, met humor, kolder en gebulderlach. Je tovert bij elke ontmoeting weer een glimlach op elkaars gezicht, wetend dat er meer komt.

Er zijn vriendschappen die als sneeuwklokjes of narcissen het grootste deel van het jaar onzichtbaar blijven, maar op geregelde tijdstippen keren ze terug. Ze blijven overleven, ondergronds, tot de tijd rijp is om opnieuw te bloeien.

Je hebt vriendschappen die als bomen zijn en hoge toppen scheren. Soms is het voor de buitenwereld overduidelijk, zoals wanneer twee bomen van dezelfde soort naast elkaar opgroeien, geworteld in dezelfde aarde en als het ware een gezamenlijke kruin vormen.Maar als twee op elkaar lijkende bomen elk aan een andere kant van het bos groeien, kan er bij gebrek aan ontmoeting toch geen vriendschap ontstaan.

Vriendschap blijft zelden verborgen, daarvoor sprankelt ze te veel. Maar die zeldzame gevallen van onzichtbare vriendschap zijn meestal zeer belangrijk, zoals deze tussen bomen en de ondergrondse netwerken van zwamdraden die elkaar van voedsel en water voorzien. Onzichtbaar voor de ogen van de buitenwereld steunen echte vrienden elkaar door op belangrijke momenten en trekken ze zich aan elkaar op, in wederzijds evenwicht.

Klimop daarentegen heeft een boom nodig om tegenop te klimmen, net zoals bij sommige vriendschappen een van beide de onvoorwaardelijke steunpilaar is voor de ander die dankzij die steun tot in het licht kan groeien. Maar net zoals kamperfoelie zich om een berkenstam kan winden, waardoor de boom langzaam stikt omdat zijn stam niet dikker worden kan zonder dat zijn sapstroom wordt afgenepen, verworden sommige vriendschappen tot een wurggreep van de een op de ander waardoor de steungever niet langer groeien kan.

Er zijn planten die veel water nodig hebben en andere die het graag droog houden. Wat water is voor de planten zijn emoties voor de mensen. De ene vriendschap drijft op een zee van emoties terwijl er in een andere vriendschap spaarzaam mee moet worden omgegaan, kwestie van er niet in te verdrinken.

Licht en warmte kunnen overdadig aanwezig zijn in vriendschap, zoals er ook planten zijn die enkel in de volle zon gedijen. Andere planten houden van schaduw en koelte, zoals er ook vriendschappen zijn waarbij je vooral tot rust komt bij elkaar.

Vriendschappen kunnen een leven lang hun zelfde karakter behouden of ze kunnen veranderen van vorm en inhoud, in harmonie met hoe men evolueert. Bomen die eens jong en fris waren, worden knoestig en oud.

Als een van beiden veel verandert en de ander staat stil, dan komt de vriendschap onder druk te staan en verwordt ze langzaam maar zeker tot een aangename herinnering aan vroegere tijden.

 Vriendschappen ontstaan door samen te zijn of samen te doen, zoals twee zaden die samen ontkiemen en uitgroeien tot planten die van nature in harmonie met elkaar samenleven. In het ‘zijn’ kan je elkaar vinden door een gemeenschappelijke kijk op de wereld en een wederzijds besef van emotionele veiligheid. In het 'doen' ontstaan vriendschappen door samen te werken, door gemeenschappelijke hobby’s en interesses. Maar als de klik er niet is, kan je proberen wat je wil, je blijft naast elkaar werken of bestaan zonder dat daar ooit vriendschap uit zal ontstaan.

Wil ik vriendschap met jou? Wat spontaan groeit, kan ik sowieso niet negeren en het benieuwt me welke vorm het zal krijgen. Mijn wil heeft daar weinig invloed op, de spontaniteit van het leven des te meer. 

 *************************************************************************************

 Deze tekst is een voorproefje van 'Karmische Psychologie Deel 3: Relaties, Seksualiteit en Opvoeding, - Boek 3: Relaties. 

Een overzicht van mijn gepubliceerde boeken vind je op www.henkcoudenys.be

maandag 10 maart 2025

Hoogsensitief – Anders Bekeken Voorwoord bij de derde druk

 

Hoogsensitief – Anders Bekeken

Voorwoord bij de derde druk

ISBN 9789077101209

In 2016 verscheen Hoogsensitief – Anders Bekeken (eerste druk). Sindsdien heb ik meer dan twintig aanvullende hoofdstukjes geschreven en gepubliceerd op mijn blog. De eerste helft hiervan werd
geïntegreerd in de tweede uitgave die in 2018 werd gedrukt. In de huidige, nieuwe versie van 2025 zijn de overige aanvullende hoofdstukjes achteraan in het boek opgenomen.

De toegevoegde waarde van Hoogsensitief – Anders bekeken aan de intussen zeer omvangrijke literatuur over dit onderwerp bevindt zich onder meer in de volgende inzichten:

  • Alhoewel de meeste hooggevoelige personen introvert zijn, bestaan er ook veel extraverte hoogsensitieven. Zij worden minder snel herkend in hun hoogsensitiviteit.

  • Hetzelfde geldt met betrekking tot bedachtzaamheid versus impulsiviteit: meestal gaat hoogsensitiviteit hand in hand met bedachtzaamheid, maar soms ook zit hoogsensitiviteit ingebed in een impulsieve persoonlijkheid.

  • In tegenstelling tot wat algemeen aangenomen wordt, is hoogsensitiviteit niet altijd aangeboren. Het kan ook ontstaan in reactie op een bijna-doodervaring of een ervaring die hieraan verwant is.

  • Er is heel wat verwarring tussen hoogsensitiviteit en autisme, omdat hooggevoelige mensen die chronisch overprikkeld zijn (tijdelijk of in specifieke omstandigheden) op een gelijkaardige
    manier functioneren als mensen met autisme.

  • Overgevoeligheid ten gevolge van traumatisering leidt tot gelijkaardige reactiepatronen als bij hoogsensitiviteit, maar dat geldt ook voor niet-hooggevoelige getraumatiseerde mensen. Er zijn nog steeds duidelijke verschillen tussen beide in de mate waarin empathie plaats inneemt in hun functioneren.

  • En ten slotte biedt de invalshoek van de reïncarnatiepsychologie interessante bijkomende inzichten.


Ik hoop dat dit boek aan ieder die het nodig heeft de juiste inzichten biedt, vooral deze die helpen om een geschonden zelfbeeld te herstellen en beter te leren omgaan met de hoogsensitiviteit van zichzelf of van anderen.


Henk Coudenys,

13 januari 2025



zaterdag 1 februari 2025

Van Borderline tot Narcisme

 

Hoe narcisme ontstaat vanuit hechtingsstoornissen

Het voorstadium van narcisme is ‘borderline1’. Ik spreek hierbij liever van een’ borderlinepatroon’ dan van een ‘borderlinestoornis’. Sowieso is ‘borderline’ een lelijk woord dat inhoudelijk overigens nergens op slaat. Dit begrip stamt uit de beginjaren van de psychiatrie, toen er nog gewerkt werd met een tweeledige classificatie van psychiatrische problemen. Enerzijds had je de neuroses en anderzijds de psychoses. En dan had je nog iets met kenmerken van beide en dat werd borderline genoemd. Feitelijk gaat het hier om de gevolgen van een onveilige hechting tijdens de jeugd op de ontwikkeling van de persoonlijkheid. De specifieke trauma’s die met hechtingsproblematiek gepaard gaan, uiten zich in herkenbare gedragspatronen en manieren van functioneren, onder meer felle en soms extreme jaloezie, mensen op een voetstuk plaatsen om ze er daarna terug af te laten donderen en onbetrouwbaarheid in hun emotionele engagementen. Maar vooral hebben ze een nooit te lessen dorst naar bevestiging. Mensen met borderline hebben als kind vrijwel voortdurend meegemaakt dat er met hun emotionele grenzen geen rekening werd gehouden. Indien het begrip borderline aan dit feit gelinkt wordt, heeft het nog enige betekenis.

De eenvoudigste manier om te begrijpen wat er gebeurt bij iemand met een borderlinepatroon is door je te verplaatsen in een kind dat bij onbetrouwbare ouders opgroeit. Het is nooit echt honderd procent veilig, want als er eens geen spanningen zijn dan kan de sfeer zo weer omslaan. Op emotioneel vlak zijn de ouders vaker afwezig dan aanwezig en op begrip voor je eigen emoties en behoeften hoef je niet te rekenen. Het kan zijn dat je in materieel opzicht niets te kort komt en dat je in intellectueel opzicht best wel ontwikkelingskansen krijgt of zelfs intens gestimuleerd wordt, maar als het om je emotionele ontwikkeling gaat, sta je er al vanaf het prille begin alleen voor. Emotionele onveiligheid is het vertrouwde, emotionele veiligheid is waar je naar verlangt zonder dat het ooit bereikbaar wordt. Gevolg: in al je menselijke interacties en relaties is wantrouwen je vertrekpunt; je hebt immers niet geleerd om te vertrouwen omdat je niet uit ervaring weet wat betrouwbaarheid is.

Een van de meest hardnekkige gevolgen hiervan is een enorme behoefte aan emotioneel kwalitatieve en veilige aandacht, maar aangezien iemand met borderline niet in staat is om te herkennen wanneer aandacht gepaard gaat met emotionele veiligheid en daarenboven bang is om deze aandacht echt te ontvangen – het onbekende wordt immers als onveilig ervaren – kan dit heel gemakkelijk leiden tot afglijden in de bodemloze put van een ziekelijke aandachtsbehoefte.

Ontdekt iemand met een dergelijk patroon een manier om veel aandacht en waardering te verwerven, meestal door de ontwikkeling van een talent waar de buitenwereld veel waardering voor heeft, dan kan dit leiden tot een overexploitatie van dat talent, louter in functie van de bevestigende aandacht die men hiervoor krijgt. En dan opent zich de weg naar narcisme.

Mensen met een borderlinepatroon die daarentegen al op jonge leeftijd therapeutische hulp zoeken voor hun hechtingstrauma, maken veel minder kans om in deze valkuil terecht te komen.

Narcisme kan meerdere wortels hebben. De wortel in het huidige leven situeert zich in de jeugd. Naast emotionele verwaarlozing kan het gaan om een gebrek aan erkenning voor hun talenten en voor wat uit henzelf komt tout court. Vaak gaat dat laatste samen met een ernstige verwaarlozing van de emotionele behoeften. Als kind worden ze veel te weinig gestimuleerd of erg eenzijdig gestimuleerd. In dat laatste geval gaat het meestal om een intellectuele stimulans in combinatie met ernstige verwaarlozing van emotionele, spirituele en/of creatieve behoeften. Ze moeten ofwel hun eigen talenten ontdekken en buiten hun ouders of opvoeders om ontwikkelen, of ze worden door hen uitsluitend bevestigd indien ze een bepaald eenzijdig talent ontwikkelen en vooral indien ze dit ten toon te spreiden.

  • Een voorbeeld van het eerste principe is een vrouw die als kind in kansarmoede opgroeide. Haar jeugd kenmerkte zich door grauwe verveling. Als tiener liep ze van huis weg en al uitgaand ontwikkelde ze haar danstalent. Hiermee kwam ze als volwassene pas halfweg haar leven naar buiten en het bescheiden succes dat ze had als regisseuse en danseres, verdween in de bodemloze put van de onbevredigde behoefte aan erkenning. Ze was dan ook permanent jaloers op anderen die meer succes genoten.

  • Een man kreeg als kind weinig tot geen affectie van zijn moeder. Hij kreeg enkel bevestiging van haar als hij er goed uit zag (d.w.z. als hij mooi gekleed rondliep) en voor zijn studieprestaties. Als volwassene gedroeg hij zich als een dandy die een nooit aflatende stroom van aandacht van vrouwen wist te verzamelen. In zijn beroep combineerde hij zijn vakbekwaamheid met een tikkeltje arrogantie en vooral veel dedain naar zijn collega’s toe, met uitzondering van zijn eigen leerlingen, van wie velen hem op handen droegen.

De innerlijke tegenpool van het volkomen gebrek aan eigenwaarde van de narcist, wordt gevormd door hoogmoed en zelfoverschatting. Hoe meer erkenning en status een narcist krijgt, hoe hoogmoediger en arroganter hij zich gedraagt. Uiteindelijk is het alleen dat nog wat telt en bij velen gaat hun creativiteit uiteindelijk lijden onder het succes. Eindelijk lijkt er voldoende invulling voor de innerlijke leegte te komen en ze doen er dan ook alles aan om deze stroom vast te houden. Een succesrijke narcist vertoont dan ook steeds meer gelijkenissen met een psychopaat: de machtspositie en de consolidatie ervan worden belangrijker dan het verder ontwikkelen van hun talent. Alle middelen zijn op den duur goed, ook al betekent dit dat de eigen creativiteit verloochend moet worden. Desnoods wordt er bedrog gepleegd en blufpoker wordt steeds vaker aangewend om te doen alsof men nog iets te bieden heeft. Dergelijke patronen zijn gemakkelijk te herkennen bij getalenteerde mensen die steeds vaker in de media komen als bv gerechtsdeskundige, wetenschapper, ontwerper, acteur, muzikant of zanger.

Een tweede bron voor het ontstaan van narcisme vinden we in de vorige-levensgeschiedenis. Vaak hebben dergelijke mensen meerdere levens achter de rug waarbij ze in een schier onaantastbare positie stonden. Voorbeelden hiervan zijn adellijke machtshebbers, (hoge)priesters, profeten, legerbevelhebbers, zeekapiteins, uitgesproken rijke mensen en leden van de hogere sociale klassen. De hybris die ze daaraan hebben overgehouden (onder de vorm van een hoogmoedige schaduwdeelpersoonlijkheid) dient karmisch gecompenseerd te worden door levens waarin ze tijdens hun jeugd weinig op een schoteltje aangereikt krijgen. Ze moeten nu alles zien te verkrijgen door hard en bescheiden te werken. Vaak loopt dit mis en trekt zo iemand een traumatiserende jeugd aan, waarbij een innerlijke leegte ontstaat die hij poogt op te vullen vanuit een niet aflatende behoefte aan aandacht. Dit vormt een perfecte kapstok waaraan de hoogmoedige schaduw zich kan vasthaken van zodra er voldoende erkenning komt voor wat hij uit zichzelf presteert.

Een vaak voorkomende combinatie van factoren die leidt tot het ontstaan van narcisme bestaat uit een emotioneel onveilige hechting (geen aandacht krijgen voor je emotionele behoeften) ten opzichte van minstens één van de ouders, vorige-levenservaringen waarbij men ofwel op een voetstuk werd geplaatst ofwel als minderwaardig werd behandeld, plus opgroeien tussen mensen die zichzelf superieur achten ten opzichte van hun medemensen omwille van hun rijkdom, beroep, sterrenstatus, afkomst, sociale klasse, geloof, huidskleur of wat dan ook. Wie met een innerlijke leegte en emotionele eenzaamheid kampt en tezelfdertijd opgroeit in een narcistische cultuur loopt veel risico om zelf ook in narcisme af te glijden. Het is een typisch voorbeeld van slachtofferschap dat onder impuls van een innerlijke schaduw uitgroeit tot daderschap.

Vooral indien een bestaande schaduwdeelpersoonlijkheid uit vroegere incarnaties gereactiveerd kan worden is dit risico groot. Gedroeg men zich in dat verre verleden ook reeds narcistisch, dan kan dit zomaar terug de kop op steken. Was men toen het slachtoffer van discriminatie, dan kan de schaduwzijde hiervan – de drang om zich koste wat kost te laten gelden en op die manier genoegdoening te eisen – de aanzet vormen tot narcistisch gedrag.


Andere wegen naar narcisme

Lang niet alle mensen met een borderlinepatroon glijden af richting narcisme. Omgekeerd zijn niet alle narcisten hun leven begonnen als slachtoffers van onbetrouwbare ouders of opvoeders. In plaats van een hechtingsstoornis kunnen er ook andere jeugdtrauma’s bestaan die gecompenseerd worden met narcistisch gedrag.

Een voorbeeld hiervan was een jongetje dat in de lagere school niet meekon met het leertempo. Hij verzon tegenover de leerkracht telkens nieuwe excuses voor het feit dat hij zijn huistaken niet af had en als hij in de klas niet mee was, stak hij de schuld altijd op andere kinderen die zogenaamd zijn aandacht steevast afleidden. Aangezien dat laatste ook wel gebeurde, kwam hij maar al te vaak weg met dit excuus. Thuis gebeurde hetzelfde: zijn mama had weliswaar wel door dat hij allerlei uitvluchten verzond voor zijn slechte prestaties, maar liet hem ermee wegkomen. Ze voelde zijn achterliggende onmacht, had medelijden met hem en kreeg het niet over haar hart om hem terecht te wijzen voor zijn vele leugentjes. Hierdoor voelde de jongen zich bevestigd dat zijn strategie om de verantwoordelijkheid van zich af te schuiven werkte. Hij bleef hierin volharden en tegen dat hij volwassen was, had hij sterk narcistische gedragspatronen ontwikkeld.

Een andere ingang tot narcisme ontstaat indien kinderen in het gezin waarin ze opgroeien telkens weer met manipulatieve gedragspatronen van de ene ouder naar de andere geconfronteerd worden en hierbij merken dat de manipulator steevast aan het langste eind trekt. Indien deze niet systematisch gecorrigeerd worden terwijl ze dergelijk gedrag nabootsen, ontwikkelen ze zelf narcistische gedragspatronen en deze kunnen uiteindelijk hun ik-persoonlijkheid gaan overheersen.

Maar wie in een dergelijke sfeer opgroeit, ervaart zelden voldoende emotionele veiligheid. In die zin is een dergelijke jeugd opnieuw een voorbeeld van het meest voorkomende patroon dat tot narcisme kan leiden, namelijk een hechtingstrauma.

1 Hierop wordt dieper ingegaan in Karmische Psychologie 3, Boek II: Moeilijk in de Omgang.

 

************************************************************************************

Deze tekst is een voorpublicatie van mijn volgende boek uit de reeks Karmische Psychologie,

Karmische Psychologie Deel 4: Aarde en Schaduw, Boek III: Psychopathie en Narcisme.

Dit boek verschijnt medio 2025. 

Een overzicht van mijn gepubliceerde boeken vind je op www.henkcoudenys.be

zaterdag 4 januari 2025

Psychopathie in een notendop

 

Psychopathie in een notendop

Psychopathie is het gevolg van een verregaande afwezigheid van Wezenscontact1 en de bijbehorende empathische reflex. Dit is geenszins synoniem voor een gebrek aan intelligentie of andere persoonlijkheidskwaliteiten. Wezenloze mensen kunnen immers op allerlei andere vlakken zeer ontwikkeld zijn. Vanuit de invalshoek van de karmische psychologie beke­ken, worden dergelijke mensen volledig geregeerd door zeer goed ontwikkelde, autonome schaduwdeelper­soonlijkheden.

De oorzaken van psychopathie zijn altijd karmisch: het Wezen heeft zich afgekeerd van het aardse leven als gevolg van walging, angst en opgelopen trauma’s, vaak ook vanuit een principiële afwijzing van de aarde en het aardse overlevingsinstinct, of een combinatie van beiden. Of het is buiten spel gezet door zijn eigen Schaduw2. Hoe dan ook vormt het totale gebrek aan Wezenscontact een schrijnende leegte die de aanleiding vormt om het hartchakra volledig af te sluiten. Dit betekent dat er geen mogelijkheid meer is om diepere gevoelens, spirituele indrukken en gewetensconflicten te ervaren. Het integreren van kennis en inzichten wordt evenmin mogelijk indien het bewustzijn van het hart buiten spel wordt gezet.

Een basiskenmerk van psychopathie is de afwezigheid van de gewetensfunctie. Het geweten ontstaat im­mers als gevolg van de interactie tussen het tijdloze Wezen en de heersende wetten en regels in de maatschappij. Zonder Wezenscontact is er wel een besef van die normen en waarden, maar is er geen intuïtieve aandrang om deze te respecteren.

Een psychopaat wordt geregeerd door de drijfveren van het primitieve overlevingsinstinct. Hij functioneert als een superroofdier dat streeft naar macht en overheersing, omdat dit hem de meeste garantie oplevert voor een lang en comfortabel leven. Psychopathie komt overigens bij zowel mannen als vrouwen voor.

Mensen met een psychopate persoonlijkheidsstructuur nestelen zich bijgevolg, van zodra mogelijk, in lei­dinggevende posities van waaruit ze invloed kunnen uitoefenen op hun medemensen met als hoofddoel hun eigen levens te vergemakkelijken. Dit doen ze ongeacht of ze al dan niet over de kwaliteiten beschikken die voor het uitoefenen van deze functies noodzakelijk zijn. Blufpoker is hen lang niet vreemd, evenals alle technieken waarmee geïntimideerd en geïntrigeerd kan worden. Bij communicatie primeert het effect van hun woorden op de inhoud. De inhoud van de boodschappen die ze geven is vaak zelfs van geen en­kel belang, indien het vooropgestelde doel er maar door wordt bereikt.

Een psychopate persoonlijkheidsstructuur kan zich vertalen in uiteenlopende vormen van asociaal en egoïs­tisch gedrag. Uitgesproken sadisme is een uitzondering, omdat ook psychopaten zich zeer goed bewust zijn van de negatieve gevolgen die sociaal onacceptabel gedrag voor henzelf kan hebben. Het zich houden aan wetten en regels vormt voor hen in dit opzicht een louter pragmatische keuze. Die keuze behoedt echter wel hun medemensen voor de ergste consequenties van hun afwijkende persoonlijkheid, tenminste voor zover het leven zich in het openbaar afspeelt. Achter gesloten deuren gaan psychopaten in de regel hun egoïstische gangetje, maar het liefst doen ze dit zonder zichtbare sporen na te laten.

Verder is het afhankelijk van het milieu waarin een psychopaat functioneert welk repertoire aan egoïstisch, asociaal en kwetsend gedrag zich ontwikkeld. Ook is de mate van sociale integratie of - omgekeerd – van sociale isolatie erg belangrijk voor hoe ze in de praktijk functioneren. De fatsoenlijksten onder hen zijn zeer goed geïntegreerd in het maatschappelijk weefsel, wat hen veel voordelen biedt. Daarentegen hebben psychopaten die zich uitgestoten weten en een geïsoleerd bestaan leiden geen voordeel meer bij sociaal aanvaardbaar gedrag. Dergelijke mensen zijn vaak tot extreem sadistische daden in staat. Geen enkele psychopaat is echter ooit vrij van gewetenloos gedrag.

Voor hun medemensen vormen ze steevast een gevaar. Afhankelijk van de context moet men op zijn hoede zijn voor vergaande emotionele manipulatie, psychologische terreur, fysieke terreur of regelrechte mishandeling. Psychopaten hebben een voorkeur voor gekwetste, kwetsbare en hooggevoelige mensen en het liefst nog een combinatie van dit alles. Elke ingang die ze kunnen bespelen, zullen ze misbruiken. Getraumatiseerde men­sen hebben meer ingangen dan anderen. De naweeën van trauma’s gaan immers gepaard met angstreacties, met zich aanpassen of lijdzaam opstellen in geval van gevaar en manipulatie. Getraumatiseerde mensen la­ten zich in veel situaties doen als gevolg van emotionele blokkades, daar waar anderen voor zichzelf zouden opkomen en zichzelf verdedigen.

Hooggevoelige mensen zijn dan weer moeilijk in staat om niet empathisch te functioneren. Ze beleven mee met het innerlijke lijden van de psychopaat, met zijn schrijnende leegte op hartniveau en willen hier automa­tisch iets aan verhelpen. Daardoor stellen ze zich open voor de enige soort mensen voor wie ze zich per defi­nitie zouden moeten afsluiten.

Psychopaten verleiden hun prooien, misleiden hun omgeving en spelen toneel om mensen aan zich te binden die ze vervolgens schaamteloos gebruiken tot ze hen niet meer nodig hebben.

Ontsnappen aan de greep van een psychopaat is niet eenvoudig. Het vergt een ingesteldheid die men pas ontwikkelen kan indien men al zijn eigen innerlijke kwetsuren oplost. Tevens moet men zijn Wezenlijke blinde vlekken uitwissen en de Schaduw van het leven onder ogen willen zien.

Wie er bv zeer Wezenlijk van overtuigd is dat elk probleem door middel van verbondenheid en liefde kan worden opgelost, komt bedrogen uit indien hij dit principe wil toepassen in relatie met een psychopaat. Wie de neiging heeft problemen voor anderen op te lossen vanuit bv het toepassen van de Christelijke mythe dat men net zoals Christus het lijden van een ander op zich moet nemen en dit toepast in contact met een psychopaat, biedt zichzelf met open ogen aan om tot op het bot gemanipuleerd te worden.

In de praktijk komt het erop neer dat men moet doorgronden op welke manier men bespeeld wordt door de psychopaat in wiens netten men is verstrikt geraakt, de oorzaken hiervan moet leren kennen en deze via the­rapeutisch werk moet aanpakken. Daarnaast dient elke bron van Wezenlijke naïviteit drooggelegd worden. Onze Wezens zijn immers niet exclusief aan het aardse leven gebonden. Een groot deel van onze Wezenlijke beleving speelt zich af in tussenlevens en velen onder ons hebben een Wezen dat zich voorafgaand aan zijn aardse incarnaties reeds ontwikkeld had in andere belevingssferen waar andere spelregels heersen. Leugens en bedrog, zoals deze op aarde voorkomen, kennen zij niet vanuit die achtergrond.

In de concrete omgang met een psychopaat moet men zich zeer neutraal leren opstellen. Men moet zich de ingesteldheid eigen maken om niet langer te reageren op welke provocatie of verleiding dan ook. Ten slotte moet men bereid zijn om niet alleen de psychopaat maar tevens een volledige manier van leven achter zich te laten en grondig opnieuw te begin­nen. Dit laatste is meestal nodig om elke connectie met de psychopaat ongedaan te maken.

Voetnoten:

1 Het Wezen is de oudste kern van de menselijke persoonlijkheid en evolueert leven na leven onder impuls van het individuatieproces. Het begrip Wezen komt overeen met wat C.G.Jung het archetype van het Zelf noemde.

2 Zie Karmische Psychologie 4, Boek II: De Integratie van de Schaduw (ISBN 9789077101179)

************************************************************************************

Deze tekst is een voorpublicatie van mijn volgende boek uit de reeks Karmische Psychologie,

Karmische Psychologie Deel 4: Aarde en Schaduw, Boek III: Psychopathie en Narcisme.

Dit boek verschijnt medio 2025. 

Een overzicht van mijn gepubliceerde boeken vind je op www.henkcoudenys.be