Het
Sensuele Opperwezen
In
‘de Pijn van het Opperwezen’ heb ik uitvoerig de consequenties
uitgediept van een geïntegreerd godsbeeld. Indien we het Opperwezen
opvatten als het geheel van alles wat bestaat, is niet alleen elke
kruimel van het heelal goddelijk, maar is ook elk menselijk trekje
een deel van het Opperwezen.
Tevens
heb ik de stelling naar voor geschoven dat het Opperwezen vrijwillig
gekozen heeft voor een transformatie- en evolutieproces via
onafhankelijk functionerende menselijke bewustzijns. Vanuit het
Opperwezensbewustzijn bekeken, is elk mens een innerlijke
deelpersoonlijkheid, een facet van de totale persoonlijkheid van het
Opperwezen. Voor alle andere (niet-menselijke) onderdelen van de
schepping geldt overigens hetzelfde, maar daar weten we erg weinig
over. Het kost ons overigens al heel wat moeite om dat deel van het
Opperwezen waar we wel gemakkelijk toegang toe hebben, namelijk onze
eigen menselijkheid, te doorgronden.
In
‘de Pijn van het Opperwezen’ ben ik vooral ingegaan op onze
groeipijnen, die tevens de groeipijnen van het grotere, Goddelijke
geheel zijn. Op een ander aspect van het Opperwezen, dat eveneens in
ons mens zijn sterk tot uitdrukking komt, zou ik hier graag wat
dieper ingaan: de klaarblijkelijke keuze van het Opperwezen om zich
te transformeren tot een materieel en sensueel geheel.
Het
Opperwezen is meer dan materie alleen, net zoals de mens meer is dan
enkel een lichaam. Materie en lichaam zijn slechts een perceptie van
de realiteit, een waarneming die gebeurt door het individueel
bewustzijn. We zouden het een illusie kunnen noemen, maar als die
illusie een keuze is van het Opperwezen, dan doen we er beter aan die
illusie op ons in te laten werken in plaats van ze te verwerpen.
Als
we ons lichaam en de materie op ons bewustzijn laten inwerken, dan
leidt dit tot uitermate sensuele ervaringen. Sommige van die
ervaringen zijn pijnlijk, andere zijn heerlijk. De mogelijkheid om
dit te beleven moet wel erg belangrijk zijn voor het Opperwezen,
anders was het er niet. Er zit enorm veel informatie opgeslagen in
het collectieve geheugen van de mensheid met
betrekking tot lichamelijkheid. Tal van
andere levende wezens hebben eveneens
de ervaring van een
individueel bewustzijn dat aan een sensueel belevend lichaam is
gebonden. De
hoeveelheid ervaringen die het Opperwezen opdoet neemt toe naargelang
er meer mensen bijkomen en naarmate die mensen meer verschillende
soorten ervaringen opdoen. Onze culturele verworvenheden groeien en
dit levert het Opperwezen steeds nieuwe menselijke
ervaringen op die
zowel van
spirituele
als van sensuele
aard kunnen zijn.
Het Opperwezen zoekt overduidelijk het fysieke aspect van de
beleving op, zowel via
mensen als via andere levende wezens. Indien het Opperwezen genoegen
zou
nemen met de onstoffelijke ervaringsmogelijkheden zouden
wij mensen geen lichamelijke ervaringen hebben, zouden er geen
sensuele Bonobo’s zijn, geen krolse katten, geen fysieke lichamen
tout court. Menselijke
wezens kunnen heel goed
bewust blijven tijdens tussenlevens, ongebonden ten opzichte van de
materie, maar blijkbaar
zijn dat soort ervaringen alleen niet voldoende voor het Opperwezen.
De
sensualiteit van het Opperwezen lijkt me
het gevolg te zijn van
de zoektocht van het Opperwezen naar bewustzijn door transformatie.
‘Zijn’ leidt tot genieten en ervaren via emotionele beleving.
Veranderingen leiden
het bewustzijn naar
steeds nieuwe situaties die beleefd kunnen worden of naar andere
manieren om eenzelfde situatie te herbeleven. Het Opperwezen lijkt
me
hierop sterk gericht te zijn.
Maar
telkens een beleving tot
een routine verwordt,
te langdurig wordt gerekt of te vaak wordt herhaald, treedt er
gewenning op. Het Opperwezen reageert hierop met nieuwe
transformaties die leiden tot nieuwe belevingen. Vandaar ook dat elk
mens in wezen creatief is en dat de drang tot groei en transformatie
een inherente menselijke eigenschap is. We
zijn immers essentiële onderdelen van het Opperwezen.
Als
mens kunnen we intens genieten van creativiteit. De een geniet
vooral tijdens het scheppingsproces, de ander geniet van wat hij zelf
net heeft geschapen en heel veel mensen genieten schier eindeloos van
de producten van andermans creativiteit.
Als
we erin slagen om in
het hier en nu te
leven met ons bewustzijn, iets waar we allemaal onbewust naar
streven, ervaren we in de plaats van stress vooral opwinding,
nieuwsgierigheid en voldoening bij al wat we doen. Soms maakt het
niet uit dat een bezigheid lastig is, ze kan tezelfdertijd zeer mooi
en/of bevredigend zijn. Als we in het hier en nu leven, dan ervaren
we een stromend contact met het Opperwezen en dan beleven we ons
leven in harmonie met
het overkoepelende
bewustzijn van het
Opperwezen. Een van de
meest intense menselijke geneugten is seks. Tijdens die beleving
vergeten we alles om ons heen en zijn we helemaal in het nu en dus in
harmonie met het Eenheidsbewustzijn, tenminste als we seks op een
wezenlijke manier beleven – vanuit het hart – en niet tijdens
een roes of onder dwang.
Met
bezigheden die alleen maar lastig en pijnlijk zijn, stoppen we abrupt
als ons individueel bewustzijn zich met dit
Eenheidsbewustzijn verbindt. Dit kan ook betekenen dat we gewoon uit
het leven stappen als het niet meer het beleven waard is. Als pijn
en moeite de sensuele beleving gaan overheersen, heeft het Opperwezen
blijkbaar geen boodschap aan verder beleven. Als er nog een uitweg
is uit een schier hopeloze situatie, dan wijst het Opperwezen ons die
weg, als we ons bewustzijn met dat van het geheel weten te verbinden.
Maar
vooral lijkt het Opperwezen op zoek naar sensueel genot: schoonheid,
vernieuwing, lichamelijk genot. Geen mens kan eraan weerstaan zonder
zichzelf op een pijnlijke manier iets te ontzeggen. De drang van het
Opperwezen is blijkbaar zeer sterk als het om genieten gaat.
Alleen
voor ‘een hoger doel’, het streven naar transformatie die een
totaal nieuwe belevingsmogelijkheid belooft, vinden we de motivatie
om genot af te slaan en te vervangen door een moeizame zoektocht.
Veel
van dergelijke zoektochten blijken echter meer moeite te kosten dan
dat ze groei en evolutie opleveren. Gewezen asceten keren dan ook
niet zelden terug naar een leven van sensuele beleving, al gebeurt
dit meestal pas tijdens een volgende incarnatie.
Genot
is niet hetzelfde als een verslavende roes. Als we ons daaraan
overgeven, vervaagt ons bewustzijn. Als we weer ‘wakker’ worden,
d.w.z. als ons bewustzijn zich opnieuw met dat van het Opperwezen
verbindt, doen we er alles aan om ons te ontworstelen aan
roesverwekkende verslavingen en om weer bewust te beleven wat het
leven ons te bieden heeft.
Als
een bewust levend mens een lijstje maakt van de
belevingsmogelijkheden waaraan hij het meest gehecht is, waarin hij
het meest energie en tijd investeert of waar hij simpelweg het meest
mee bezig is in zijn fantasie of gedachten, dan duiken daar steevast
de volgende onderwerpen in op: seks, ontspanning, liefde,
verbondenheid, natuurbeleving, eten, drinken, lezen, muziek
beluisteren of spelen en andere creatieve activiteiten. Dit zegt
volgens mij heel veel over waar het bij het Opperwezen om draait,
over wat we hier onder impuls van het Opperwezensbewustzijn komen
doen: sensueel beleven.
*****
Deze tekst is een aanvulling bij mijn boek De pijn van het Opperwezen (ISBN 9789077101049)
Dit boek kan besteld worden in alle boekhandels, internetboekhandels en ook via de volgende link naar mijn website :
http://www.henkcoudenys.be/psychologie.php
*****
Deze tekst is een aanvulling bij mijn boek De pijn van het Opperwezen (ISBN 9789077101049)
Dit boek kan besteld worden in alle boekhandels, internetboekhandels en ook via de volgende link naar mijn website :
http://www.henkcoudenys.be/psychologie.php
Geen opmerkingen:
Een reactie posten