vrijdag 22 september 2017

Het Sensuele Opperwezen (aanvulling op De Pijn van het Opperwezen)


Het Sensuele Opperwezen

In ‘de Pijn van het Opperwezen’ heb ik uitvoerig de consequenties uitgediept van een geïntegreerd godsbeeld. Indien we het Opperwezen opvatten als het geheel van alles wat bestaat, is niet alleen elke kruimel van het heelal goddelijk, maar is ook elk menselijk trekje een deel van het Opperwezen.
Tevens heb ik de stelling naar voor geschoven dat het Opperwezen vrijwillig gekozen heeft voor een transformatie- en evolutieproces via onafhankelijk functionerende menselijke bewustzijns. Vanuit het Opperwezensbewustzijn bekeken, is elk mens een innerlijke deelpersoonlijkheid, een facet van de totale persoonlijkheid van het Opperwezen. Voor alle andere (niet-menselijke) onderdelen van de schepping geldt overigens hetzelfde, maar daar weten we erg weinig over. Het kost ons overigens al heel wat moeite om dat deel van het Opperwezen waar we wel gemakkelijk toegang toe hebben, namelijk onze eigen menselijkheid, te doorgronden.
In ‘de Pijn van het Opperwezen’ ben ik vooral ingegaan op onze groeipijnen, die tevens de groeipijnen van het grotere, Goddelijke geheel zijn. Op een ander aspect van het Opperwezen, dat eveneens in ons mens zijn sterk tot uitdrukking komt, zou ik hier graag wat dieper ingaan: de klaarblijkelijke keuze van het Opperwezen om zich te transformeren tot een materieel en sensueel geheel.
Het Opperwezen is meer dan materie alleen, net zoals de mens meer is dan enkel een lichaam. Materie en lichaam zijn slechts een perceptie van de realiteit, een waarneming die gebeurt door het individueel bewustzijn. We zouden het een illusie kunnen noemen, maar als die illusie een keuze is van het Opperwezen, dan doen we er beter aan die illusie op ons in te laten werken in plaats van ze te verwerpen.
Als we ons lichaam en de materie op ons bewustzijn laten inwerken, dan leidt dit tot uitermate sensuele ervaringen. Sommige van die ervaringen zijn pijnlijk, andere zijn heerlijk. De mogelijkheid om dit te beleven moet wel erg belangrijk zijn voor het Opperwezen, anders was het er niet. Er zit enorm veel informatie opgeslagen in het collectieve geheugen van de mensheid met betrekking tot lichamelijkheid. Tal van andere levende wezens hebben eveneens de ervaring van een individueel bewustzijn dat aan een sensueel belevend lichaam is gebonden. De hoeveelheid ervaringen die het Opperwezen opdoet neemt toe naargelang er meer mensen bijkomen en naarmate die mensen meer verschillende soorten ervaringen opdoen. Onze culturele verworvenheden groeien en dit levert het Opperwezen steeds nieuwe menselijke ervaringen op die zowel van spirituele als van sensuele aard kunnen zijn. Het Opperwezen zoekt overduidelijk het fysieke aspect van de beleving op, zowel via mensen als via andere levende wezens. Indien het Opperwezen genoegen zou nemen met de onstoffelijke ervaringsmogelijkheden zouden wij mensen geen lichamelijke ervaringen hebben, zouden er geen sensuele Bonobo’s zijn, geen krolse katten, geen fysieke lichamen tout court. Menselijke wezens kunnen heel goed bewust blijven tijdens tussenlevens, ongebonden ten opzichte van de materie, maar blijkbaar zijn dat soort ervaringen alleen niet voldoende voor het Opperwezen.
De sensualiteit van het Opperwezen lijkt me het gevolg te zijn van de zoektocht van het Opperwezen naar bewustzijn door transformatie. ‘Zijn’ leidt tot genieten en ervaren via emotionele beleving. Veranderingen leiden het bewustzijn naar steeds nieuwe situaties die beleefd kunnen worden of naar andere manieren om eenzelfde situatie te herbeleven. Het Opperwezen lijkt me hierop sterk gericht te zijn.
Maar telkens een beleving tot een routine verwordt, te langdurig wordt gerekt of te vaak wordt herhaald, treedt er gewenning op. Het Opperwezen reageert hierop met nieuwe transformaties die leiden tot nieuwe belevingen. Vandaar ook dat elk mens in wezen creatief is en dat de drang tot groei en transformatie een inherente menselijke eigenschap is. We zijn immers essentiële onderdelen van het Opperwezen.
Als mens kunnen we intens genieten van creativiteit. De een geniet vooral tijdens het scheppingsproces, de ander geniet van wat hij zelf net heeft geschapen en heel veel mensen genieten schier eindeloos van de producten van andermans creativiteit.
Als we erin slagen om in het hier en nu te leven met ons bewustzijn, iets waar we allemaal onbewust naar streven, ervaren we in de plaats van stress vooral opwinding, nieuwsgierigheid en voldoening bij al wat we doen. Soms maakt het niet uit dat een bezigheid lastig is, ze kan tezelfdertijd zeer mooi en/of bevredigend zijn. Als we in het hier en nu leven, dan ervaren we een stromend contact met het Opperwezen en dan beleven we ons leven in harmonie met het overkoepelende bewustzijn van het Opperwezen. Een van de meest intense menselijke geneugten is seks. Tijdens die beleving vergeten we alles om ons heen en zijn we helemaal in het nu en dus in harmonie met het Eenheidsbewustzijn, tenminste als we seks op een wezenlijke manier beleven – vanuit het hart – en niet tijdens een roes of onder dwang.
Met bezigheden die alleen maar lastig en pijnlijk zijn, stoppen we abrupt als ons individueel bewustzijn zich met dit Eenheidsbewustzijn verbindt. Dit kan ook betekenen dat we gewoon uit het leven stappen als het niet meer het beleven waard is. Als pijn en moeite de sensuele beleving gaan overheersen, heeft het Opperwezen blijkbaar geen boodschap aan verder beleven. Als er nog een uitweg is uit een schier hopeloze situatie, dan wijst het Opperwezen ons die weg, als we ons bewustzijn met dat van het geheel weten te verbinden.
Maar vooral lijkt het Opperwezen op zoek naar sensueel genot: schoonheid, vernieuwing, lichamelijk genot. Geen mens kan eraan weerstaan zonder zichzelf op een pijnlijke manier iets te ontzeggen. De drang van het Opperwezen is blijkbaar zeer sterk als het om genieten gaat.
Alleen voor ‘een hoger doel’, het streven naar transformatie die een totaal nieuwe belevingsmogelijkheid belooft, vinden we de motivatie om genot af te slaan en te vervangen door een moeizame zoektocht.
Veel van dergelijke zoektochten blijken echter meer moeite te kosten dan dat ze groei en evolutie opleveren. Gewezen asceten keren dan ook niet zelden terug naar een leven van sensuele beleving, al gebeurt dit meestal pas tijdens een volgende incarnatie.
Genot is niet hetzelfde als een verslavende roes. Als we ons daaraan overgeven, vervaagt ons bewustzijn. Als we weer ‘wakker’ worden, d.w.z. als ons bewustzijn zich opnieuw met dat van het Opperwezen verbindt, doen we er alles aan om ons te ontworstelen aan roesverwekkende verslavingen en om weer bewust te beleven wat het leven ons te bieden heeft.
Als een bewust levend mens een lijstje maakt van de belevingsmogelijkheden waaraan hij het meest gehecht is, waarin hij het meest energie en tijd investeert of waar hij simpelweg het meest mee bezig is in zijn fantasie of gedachten, dan duiken daar steevast de volgende onderwerpen in op: seks, ontspanning, liefde, verbondenheid, natuurbeleving, eten, drinken, lezen, muziek beluisteren of spelen en andere creatieve activiteiten. Dit zegt volgens mij heel veel over waar het bij het Opperwezen om draait, over wat we hier onder impuls van het Opperwezensbewustzijn komen doen: sensueel beleven.

*****
Deze tekst is een aanvulling bij mijn boek De pijn van het Opperwezen (ISBN 9789077101049)
Dit boek kan besteld worden in alle boekhandels, internetboekhandels en ook via de volgende link naar mijn website :
http://www.henkcoudenys.be/psychologie.php 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten