Reïncarnatie
en reïncarnatiepsychologie
Waarom zou een nuchter denkend mens zich bezighouden met
reïncarnatie, laat staan met reïncarnatiepsychologie? Het is niet
omdat het geloof in reïncarnatie wereldwijd enorm is verbreid, dat
het daarom iets is wat we per se ernstig moeten nemen. Over boord
gooien dan maar, dat concept? Of zijn er goeie redenen te bedenken
om er toch maar rekening mee te houden?
De meeste mensen die reïncarnatie hoog in het vaandel dragen,
focussen zich op het zoeken naar bewijzen van het bestaan ervan.
Anderen verliezen zich in sensationele verhalen over hun al dan niet
vermeende verleden. Deze zaken zijn echter van ondergeschikt belang.
Wat veel interessanter is, is de vergelijking tussen de twee
basisideeën. Welk van de twee levert ons de meeste logische
verklaringen op voor wat we meemaken: het reïncarnatieconcept of het
idee dat elk mens verondersteld wordt slechts één leven te leiden?
Als het over de menselijke psychologie gaat, over wat we innerlijk
ervaren en op emotioneel vlak meemaken, is de verklarende kracht van
het reïncarnatiemodel niet alleen veel groter, maar tevens veel
eenvoudiger. Alleen zijn er maar weinig mensen die het
reïncarnatiedenken tot in de finesses onder de knie hebben en
consequent toepassen, waardoor heel veel logische verbanden nooit
gelegd worden.
Wat reïncarnatie betreft zijn de twee bekendste onderwerpen de
spontane herinneringen die sommige kinderen hebben aan een al dan
niet vermeend vorig leven en de verhalen over traumatiserende
ervaringen uit al dan niet vermeende vorige levens die tijdens
regressietherapieën veelvuldig opduiken. Over het waarheidsgehalte
van beide lopen de meningen ver uiteen.
Je kan er – net als wijlen professor Ian Stevenson – je
levenswerk van maken om te proberen te bewijzen dat de spontane
vorige-levensherinneringen van kinderen een groot waarheidsgehalte
bevatten, of je kan simpelweg de volgende bedenking maken: wat is de
meest logische en de meest eenvoudige verklaring voor dit fenomeen?
Is de drang van kleine kinderen die pas kunnen praten om te
fantaseren zodanig groot dat ze gedetailleerde verhalen verzinnen
over een ander leven op een andere plek – met inbegrip soms van
verifieerbare details – de meest logische verklaring? Of is het
een eenvoudiger verklaring om aan te nemen dat reïncarnatie
gewoonweg bestaat en dat sommige kinderen daar herinneringen aan
hebben, ondanks dat men daar in de regel geen herinneringen aan
heeft?
Betreffende de therapeutische kracht van het uitwerken van
vorige-levenstrauma’s kunnen we de visie van de bekende psychiater
Dr Raymond Moody volgen die zegt dat hij niet in reïncarnatie
gelooft maar dat reïncarnatietherapie desondanks werkt, zoals hij in
zijn praktijk veelvuldig heeft ervaren. Andere auteurs zoeken de
verklaring in ‘dekherinneringen’ waarmee ze fantasieën bedoelen
die onbewust gebruikt worden om echte, maar verdrongen trauma’s uit
de jeugd toe te dekken. Of we kunnen van het veel eenvoudiger idee
uitgaan dat reïncarnatie simpelweg bestaat.
Er zijn tal van kleine en grote onderwerpen in een mensenleven die
veel logischer kunnen verklaard worden door uit te gaan van het
bestaan van reïncarnatie. De soms bizarre en afwijkende interesses
en hobby’s van mensen, de landen en culturen waartoe we ons
aangetrokken voelen en deze die ons afstoten, de mensen die we al
vanaf de eerste ontmoeting door en door lijken te kennen, de talenten
die we zonder enige moeite ontwikkelen, de onevenredig grote angsten
en fobieën die we niet kunnen linken aan gebeurtenissen uit onze
kindertijd: het zijn hier maar enkele voorbeelden van.
Een psychologie die consequent rekening houdt met het bestaan van
reïncarnatie biedt een veel groter verklarend model voor emotionele
problemen, innerlijke conflicten, fobieën, breekbaarheid en
veerkracht dan een psychologie die de menselijke persoonlijkheid
louter als het product beschouwt van zijn genetische aanleg in
combinatie met de invloeden uit zijn omgeving. Vanuit deze visie
werd de reïncarnatiepsychologie geboren, een psychologisch model dat
een ruim mensbeeld koppelt aan een grote verklarende kracht. Het is
nu eenmaal een wetenschappelijk principe dat een hypothese met een
grotere verklarende kracht en een eenvoudiger structuur voorrang
verdient op een idee dat ingewikkelder verklaringen nodig heeft en
dat veel fenomenen onverklaard laat.
Voor mij persoonlijk is het een klein levenswerk geworden om deze
filosofische psychologie zo genuanceerd mogelijk uit te werken door
steevast de linken te leggen tussen de theoretische concepten van het
reïncarnatiedenken en de realiteit. Na twintig jaar schrijven is
het resultaat hiervan terug te vinden in mijn boeken Karmische
Psychologie Deel 1 – In Dialoog met het Onbewuste en
Karmische Psychologie Deel 2 – Individuatie en Healing en
in enkele kleinere themaboeken (Autisme en Vorige Levens,
Hoogsensitief – Anders Bekeken, Wat gebeurt er als ik dood ga?, De
Pijn van het Opperwezen en
Aikido, Zen & Hardlopen).
Tijdens de komende jaren zullen er nog twee delen van Karmische
Psychologie verschijnen, waaraan ik nu volop aan het schrijven ben:
Deel 3 – Relaties, Seksualiteit & Opvoeding
en Deel 4 – Aarde en Schaduw.
Via deze linken vind je meer
informatie over deze boeken:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten