donderdag 17 augustus 2017

Hoogsensitief - Anders Bekeken: Het camouflerend effect van een wezenlijke uitstraling

Het camouflerend effect van een wezenlijke uitstraling

Er zijn mensen met langdurige, slepende en slopende problemen die er letterlijk gebukt onder lopen en wiens gelaat erdoor gegroefd en getrokken is. Er zijn andere mensen die er minstens even erg aan toe zijn, maar aan wie je niets ziet. Ze lopen recht, bewegen zich soepel, hun ogen kijken levendig en ze lijken te stralen. Maar toch zijn ze het slachtoffer van een sluimerende ziekte, hebben ze fibromyalgie, lijden ze onder een gigantische burn-out en / of moeten ze steevast hun grenzen opzoeken om zich fysiek en emotioneel staande te kunnen houden in het dagelijks leven. Er is in dit geval een zeer grote kans dat je te maken hebt met hoogsensitieve mensen.
De verklaring voor het feit dat ze een totaal andere uitstraling hebben dan hoe ze er aan toe zijn en zich voelen, is te vinden in het intensief wezenscontact waaraan deze mensen onderhevig zijn. Het wezen heeft zijn eigen bewustzijn en zijn eigen wijze van ervaren. Anders dan het ego, is het wezen hierbij niet strikt gebonden aan het lichaam, aan de de fysieke en sociale realiteit, noch aan de specifieke tijdsgeest waarin men moet functioneren. Dit belet niet dat het wezen rekening kan houden met al het louter aardse, maar – in tegenstelling tot het ego – kan het zich hier ook aan onttrekken.
Het wezen heeft dus de keuze om zich af te stemmen op hoe men er in lichamelijk, emotioneel en sociaal opzicht aan toe is of om dat niet te doen. Sommige wezens houden sowieso weinig tot geen rekening met de aardse realiteit waarbinnen hun ego moet functioneren, omdat ze het aardse en het lichamelijke aspect van hun bestaan daarvoor niet belangrijk genoeg vinden. Andere wezens kiezen ervoor om hun ego van een relativerend en positief ingesteld tegengewicht te voorzien om te vermijden dat de sociale en fysieke ellende de levensvreugde al te veel zou ondermijnen. Indien het wezenlijk bewustzijn en de wezenlijke beleving domineren over de persoonlijke ervaringswereld – wat standaard is bij hoogsensitiviteit – leidt dit tot een camouflerend effect ten opzichte van de problemen die men heeft.
In het eerste geval leidt dit tot lichamelijke en andere miserie die voor de buitenwereld zichtbaar is (men verzorgt zichzelf immers niet en het lichaamscontact is matig tot slecht), maar tegelijkertijd is er een wezenlijke relativering van dit alles waardoor men geen aandacht vraagt voor die problemen. Op de buitenwereld komen dergelijke mensen afwisselend over als naïef en moedig. Moedig omdat men zich niet laat kisten door de moeilijkheden, naïef omdat men er de impact niet voldoende van inschat.
Zo was er bv een hoogsensitieve man met een slopende spierziekte (A.L.S.) die maar bleef toekomstplannen maken alsof hij niet over enkele jaren in een rolstoel zou terechtkomen.

In het tweede geval is er tezelfdertijd een erg wezenlijke invloed op het lichaam. Deze invloed kan in zekere mate bijdragen tot genezing, maar dan enkel indien er ook op lichamelijk vlak tijd, ruimte en mogelijkheden zijn om de genezing te stimuleren. Als dat niet het geval is, houdt de wezenlijke energie het lichaam draaiende terwijl het feitelijk steeds verder uitgeput geraakt. Hetzelfde gebeurt met betrekking tot emotionele en sociale problemen: ze worden gerelativeerd als gevolg van het wezenlijke belevingsstandpunt, maar ze geraken daarom nog niet opgelost. Het gevolg is dat men langzaam maar zeker de persoonlijke grenzen van wat men op lange termijn aankan, steeds verder overschrijdt.
Daar komt bij dat hooggevoelige mensen aan een sterke psychosomatiek onderhevig zijn. Het effect daarvan is dubbelzinnig: de wezenlijke energie geeft het lichaam nieuwe levenskracht, maar het voortdurend over de eigen grenzen gaan op emotioneel vlak – wat vaak uit noodzaak gebeurt – leidt tot het omgekeerde, namelijk lichamelijke uitputting.
Maar ondanks die vicieuze cirkel zien deze mensen eruit alsof ze helemaal niet ziek zijn, geen problemen hebben en het leven perfect aankunnen, dankzij hun wezenlijke uitstraling die zich via het lichaam manifesteert. Bijgevolg ziet vrijwel niemand wat hun beperkingen zijn en houden maar weinigen rekening met hun grenzen.
Het meest extreme voorbeeld hiervan was een hooggevoelige vrouw van rond de veertig die leed aan een ernstige reumatische aandoening in combinatie met fibromyalgie en CVS, dit alles ten gevolge van zeer ernstig seksueel misbruik tijdens haar kindertijd. Ze zag er echter minstens tien jaar jonger uit dan haar eigenlijke leeftijd. Op het eerste zicht was ze een uiterst fleurige verschijning. Toen ze op een dag op de gehandicaptenparkeerplek van een grootwarenhuis uit haar auto stapte, werd ze door enkele oudere mensen uitgescholden en uitgemaakt voor profiteur. Ze ging zodanig in shock hierdoor dat ze door de medische urgentie dienst gereanimeerd moest worden.

Voor hoogsensitieve mensen met een dergelijk patroon is het zeer belangrijk dat ze leren praten over hun problemen en over hoe ze eraan toe zijn en dat ze dit in zeer duidelijke termen doen en hierbij indien mogelijk ook zwaaien met medische documenten die hun bewering staven. Zeker tegenover werkgevers, maar vaak ook tegenover huisgenoten en vrienden is dit nodig. Hier niet over praten houdt de illusie in stand dat er met hen niets aan de hand is, waardoor er ook geen rekening wordt gehouden met hun al dan niet tijdelijke beperkingen.


*****
(deze tekst vormt een aanvulling die zal opgenomen worden in de volgende druk van mijn boek Hoogsensitief - Anders Bekeken; isbn 9789077101001)
boek bestellen? http://www.henkcoudenys.be/psychologie.php

Geen opmerkingen:

Een reactie posten